background image
MEDI-
SfEEr
396
17
29 juni 2012
ACTuALiTEiT
behoefte aan een medicatieschema uiten; en ze moeten de regionale
wachtpost consulteren. De doelstellingen van het Turnhoutse proj-
ect zijn drievoudig. Door het medicatieschema altijd en overal ter
be-schikking te stellen, moet dat leiden tot minder fouten bij de toe-
diening, minder ongewenste effecten en betere behandelingsresul-
taten. Daarnaast moet het project de samenwerking tussen de ver-
schillende zorgactoren optimaliseren. Ten slotte wil men uiteraard het
nut van Vitalink voor een medicatieschema uittesten. "Op deze manier
hopen we opnieuw de eerstelijnsgezondheidszorg in de regio Turnhout
als een sterk merk op de kaart te zetten
."
Knelpunten
Het Lokaal Multidisciplinair netwerk (LMn) Aalst betrekt in zijn
project 130 huisartsen, 80 apothekers, 50 verpleegkundigen en zo'n
300 patiënten. Bedoeling van het project is "een efficiënte, gebruiks-
vriendelijke werkwijze ontwikkelen voor het delen van medicatie-
gegevens en daarbij rekening houden met de centrale positie van de
patiënt
". uit vroegere studies bleek immers dat dit vaak een pijnpunt
is in de samenwerking rond een patiënt. Enkele jaren geleden reeds
richtten de vzw Zorgtrajecten Aalst, het LMn Aalst en het LMn Lede
een werkgroep `Centraal Medicatieschema' op die de belangrijkste
knelpunten en mogelijkheden in kaart bracht. Hun werk wordt nu
voortgezet in het proefproject van Vitalink. "We willen in de eerste
plaats een efficiënte en gebruiksvriendelijke werkwijze uitwerken voor
het delen van medicatiegegevens. Daarnaast gaan we na wat voor de be-
trokken personen de toegevoegde waarde is van het elektronisch medi-
catieschema en wat voor de patiënt de toegevoegde waarde is voor het
medicatiegebruik
."
Het project van Limburg (Bilzen, Hoeselt, Tongeren en Riemst), in-
gediend door het Koninklijk Limburgs Apothekers Verbond (KLAV),
bouwt voort op een bestaand project rond het gebruik van het papie-
ren medicatieschema. Een verschil met de andere proefprojecten is
dat hier ook reeds de tweede en de derde lijn bij het project betrokken
worden. De universiteit Hasselt en de Provinciale Hogeschool Lim-
burg zorgen voor de wetenschappelijke ondersteuning van het pro-
ject. Opmerkelijk is hier nog dat de patiënt steeds een medicatiemapje
krijgt met daarin de uitprint van zijn actuele medicatieschema.
Het vierde en laatste proefproject situeert zich in de Zennevallei, zeg
maar het gebied rond Halle, waar de provincie Vlaams-Brabant wil
nagaan hoe het medicatieschema op Vitalink kan samengaan met het
e-zorgplan. Dit e-zorgplan bevat momenteel al een medicatieschema,
maar is niet ingebouwd in het softwarepakket van de zorgverstrekker
en zorgt dus voor bijkomende administratie. Door de integratie van
beide systemen wil men de kwaliteit van de patiëntendossiers in de
eerste lijn verbeteren.
Door de toename van het aantal
chronische aandoeningen neemt het
belang van gegevensdeling toe.
Bovendien is de patiënt vandaag
veel mondiger en assertiever dan
vroeger.
in HET KORT
Eén geneesmiddel op twee goedkoper
Volgens de Christelijke Mutualiteit maken goedkopere geneesmiddelen voor het eerst de helft uit van alle voorgeschreven en terugbetaalde
geneesmiddelen. Tien jaar geleden bedroeg hun aandeel slechts 12%.
naar aanleiding van haar derde geneesmiddelenonderzoek stelt de Christelijke Mutualiteit vast dat het aanbod van goedkopere geneesmiddelen
jaar na jaar groeit. Ter herinnering: in de categorie `goedkopere geneesmiddelen' zitten originele merkspecialiteiten waarvan de prijs tot het
niveau van de generische variant is gedaald, alsook generische geneesmiddelen en geneesmiddelen die op stofnaam worden voorgeschreven
(VOS).
Wanneer het octrooi van een origineel geneesmiddel afloopt en er een generische variant beschikbaar is, wordt de prijs van het geneesmiddel in
de meeste gevallen afgestemd op de prijs die voor het generische geneesmiddel wordt gevraagd. Het resultaat is een prijsdaling met gemiddeld
31%.
in 2011 bereikte het aanbod goedkopere geneesmiddelen voor het eerst de psychologische drempel van 50% van de op de markt verkrijgbare
en terugbetaalbare geneesmiddelen. "Het beleid om de prijzen van geneesmiddelen te doen dalen, werpt dus vruchten af. Dit is goed voor de
portemonnee van de patiënten en voor de ziekteverzekering, zonder dat het de kwaliteit van de zorgverlening aantast",
verklaarde jean Hermesse,
secretaris-generaal van de CM. Met de recente maatregelen die het voorschrijven van geneesmiddelen op molecule (VOS) aanmoedigen
(zie SpK nr.121), zou deze trend zich moeten voortzetten, maar jean Hermesse wil het voorschrijven op stofnaam nog méér stimuleren.
Ook geneesmiddelen waarvoor een goedkopere variant beschikbaar is, maar waarvan de prijzen door de fabrikanten nog niet zijn verlaagd,
werden door de CM in de peiling opgenomen. "In die gevallen betaalt de patiënt het verschil uit eigen zak, wat neerkomt op ongeveer 15 miljoen
euro voor alle CM-leden."
Volgens de CM zou dit supplement verboden moeten worden voor geneesmiddelen die in aanmerking komen voor
terugbetaling.
De ziekteverzekeraar wil ook het gebruik van bepaalde geneesmiddelenklassen (zoals cholesterolremmers, antidepressiva en antibiotica) zien
dalen. Daarvoor moet werk worden gemaakt van een algemenere benadering van de patiënt met meer aandacht voor preventie.