background image
ACTuALiTéS MéDiCALES
MEDI-
SfEEr
396
30
29 juni 2012
GEnEESKunDE
Dankzij die gegevens, die in talrijke boeken terug te vinden zijn, zijn
er voor personen met een zwakke alcoholverslaving behandelingen
ontwikkeld die de zelfbeschikking van de verslaafden erkennen en
succesvol willen zijn door hen minder te laten drinken. Verschil-
lende andere studies hebben aangetoond dat korte behandelingen
die een verminderd verbruik als doel hebben, voor patiënten met
een zwakke alcoholverslaving wel degelijk succesvol zijn (4). in veel
van die behandelingen vraagt men de patiënten om hun eigen doe-
len vast te leggen. Dat lijkt realistisch, aangezien gegevens over de
resultaten van de behandeling aantonen dat ze dat op elke mogelijke
manier doen. Dat heeft geleid tot wat de Canadezen `de schadebe-
perkende strategie' noemen. Die wijst op elke strategie die de scha-
de of het risico van alcoholverbruik zo veel mogelijk wil beperken.
Zo kan je iemand aanmoedigen om niets doms te doen of om daar
op zijn minst snel mee te stoppen (bijvoorbeeld de volgende dag niet
verder drinken), om niet dronken te rijden of om niet met andere
grote drinkers mee te drinken. De schadebeperkende strategie is al
op verschillende vlakken heel doeltreffend gebleken, vooral in de
strijd tegen aids.
Abstinentie blijft echter de beste garantie voor een blijvende afname.
na stabilisatie zou onthouding dus het secundaire doel van een be-
handeling moeten zijn (5). Er zijn daarvoor al verschillende moleculen
voorgesteld. Disulfiram was het eerste. Dit geneesmiddel blokkeert
de afbraak van alcohol in het `acetaldehyde'-stadium. Acetaldehyde is
giftig voor ons lichaam en brengt onaangename effecten met zich mee:
flush in het gezicht en vervolgens in de romp en ledematen, maar ook
bleekheid, slapheid, troebel zicht, duizelingen, verwardheid en misse-
lijkheid en/of braken bij bijkomend alcoholgebruik. Die lichamelijke
reacties verschijnen in het algemeen 5 tot 10 minuten na de alcoholin-
name en duren tot de acetaldehyde is afgebroken (dat kan meerdere
uren duren). Disulfiram heeft dus een afkerend effect waarvan studies
hebben aangetoond dat het de prognose op lange termijn niet recht-
streeks verbetert. Het succes van het medicijn is vooral afhankelijk
figuur 1: Evolutie in verbetering bij onthoudende en niet-onthoudende verslaafden.
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Niet-abstinentie
n = 301
Abstinentie
n = 350
Niet-abstinentie
n = 259
Abstinentie
n = 306
3 maanden
12 maanden
Doel alcoholverbruik
Abstinentie
Minder ernstig alcoholprobleem
Aanzienlijke verbetering
Lichte verbetering
Geen evolutie
Verslechtering
4,0%
8,6%
14,6%
23,9%
41,9%
7,0%
14,3%
7,4%
11,4%
18,9%
42,3%
5,7%
10,0%
12,7%
13,1%
23,9%
31,7%
8,5%
21,2%
8,5%
11,8%
12,4%
39,2%
6,9%
Verschillende andere studies hebben
aangetoond dat korte behandelingen
die een verminderd verbruik als
doel hebben, voor patiënten met
een zwakke alcoholverslaving wel
degelijk succesvol zijn.