De voornaamste functie van het hart bestaat erin om alle organen van voldoende bloed te voorzien. Mechanisch gezien betekent dit dat het hart een volumepomp is die zal trachten om onder alle omstandig- heden een bepaald debiet te genereren. symptoom dyspnee. Een cardiaal probleem mag nog zo groot zijn, wanneer de druk in dit gedeelte van het hart niet verhoogd is of niet toeneemt bij inspanning, zal er geen dyspnee optreden. Deze atriale druk is klinisch weliswaar moeilijker in te schatten. Bij een normaal hart in rust bedraagt de druk in de linkervoorkamer 5 tot 10mmHg. in geval van inspanning - ondanks het stijgen van de bloeddruk - waar- door de druk in de linkerkamer kan oplopen tot 200 à 220mmHg. Bij licht tot matig hartfalen neemt de druk in de linkervoorkamer toe tot 15-20mmHg en verder tot 25-30mmHg in geval van ernstige cor- decompensatie. Aangezien er geen kleppen aanwezig zijn tussen het linkeratrium en de pulmonaalvenen wordt deze drukstijging recht- streeks getransfereerd naar de longblaasjes, met extravasatie van vocht en longoedeem tot gevolg. voorkamer. Wanneer decompensatie traag optreedt, zal zich vocht op- stapelen in de basale longgedeelten. in rust voelt de patiënt zich nog redelijk goed, maar bij inspanning treedt kortademigheid en hoest op. Deze mensen kunnen 's nachts vaak moeilijk plat liggen om te slapen (orthopnee). Paroxysmale nachtelijke dyspnee zijn plotse episodes van een benauwd gevoel tijdens de slaap. Een verhoogde rechter- atriumdruk vertaalt zich in een gestegen CVD, oedeem ter hoogte van de onderste ledematen en postprandiaal abdominaal discomfort door stuwing ter hoogte van de lever. in een gevorderd stadium kan ascites of pleurale effusie voorkomen. Bij een slechte systolische linkerventri- kelfunctie ziet men een afgenomen inspanningscapaciteit, moeheid, slapeloosheid, concentratiestoornissen, orthostatische hypotensie en koude extremiteiten. in principe kan in het begin een verminderde systolische linkerventrikelfunctie bestaan zonder verhoogde drukken in de linkervoorkamer. Door dilatatie van de linkerkamer kan vol- doende hartdebiet gevrijwaard blijven. Een verminderde systolische LV-functie gaat echter meestal hand in hand met het oplopen van de linkeratriumdruk en het ontstaan van dyspnee. Longembolie anemie Asthma Fibrose Pneumonie Obstructie van de luchtwegen Tumor Psychomedicatie |