background image
MEDI-
SfEEr
396
61
29 juni 2012
CAHiER
PRéVEnTiOn
MEDI-
SfEEr
396
60
29 juni 2012
MEDI-
SfEEr
396
61
29 juni 2012
O
nderzoek heeft zich gedurende vele jaren voornamelijk
toegespitst op de strijd tegen bacteriën aangezien ze ver-
antwoordelijk zijn voor een belangrijke morbiditeit en
mortaliteit. Bacteriën zijn weliswaar verplicht om in gemeenschap
te leven en hebben andere levensvormen nodig om te overleven,
maar dit gebeurt zeker niet altijd pathogenetisch. De cyanobac-
terie of blauwalg bijvoorbeeld is ondertussen meer dan 4 miljoen
jaar oud en nog steeds op aarde aanwezig. Ze vond een manier
om zonne-energie op te slaan en verbranding van deze reserves
leverde ook 's nachts energie op. Verder ontwikkelde ze processen
als fermentatie en respiratie die men nog terugvindt bij eukaryo-
ten en planten. De bacterie was er eerst en daarna kwam de mens,
die echter vanaf het begin werd gekoloniseerd.
Prof. Guarner: "Wat bacteriën onder andere interessant maakt, is
dat ze geen kern hebben. Ze bezitten een beperkt aantal genen (500-
5000) en door het gebrek aan reserves zijn ze verplicht om in ge-
meenschap leven. Ze kunnen zich beter aanpassen dan wij aan een
veranderende externe omgeving. Eukaryoten daarentegen hebben
een veel groter genoom en kunnen gemakkelijk op zichzelf over-
leven. Bacteriën zoals mitochondria of chloroplasten, die zich ge-
durende vele miljoenen jaren aanpasten aan symbiose met eukaryo-
ten, bevatten zeer weinig proteïne-coderende genen. Dat is ook het
geval voor de obligaat in symbiose levende microben bij insecten,
Carsonella en Sulcia, die slechts ongeveer 200 proteïne-coderende
genen hebben. Het probleem ligt bij de vrij levende bacteriën. Veel
van de potentieel pathogene bacteriën, klebsiella, Salmonella, E
Coli en bacteroides fragilis hebben grote genomen, meer reserve en
zijn voor hun overleving niet afhankelijk van symbiose. De kans
bestaat dat in de loop van de ontwikkeling bacteriën verloren gin-
gen die noodzakelijk zijn voor het leven."
Van metabole functie tot invloed op
hersenmaturatie
De bacteriën zijn onder andere belangrijk omdat ze als
metabool orgaan werken. in het proximale colon worden
onverteerde substraten door bacteriën omgezet tot korteke-
tenvetzuren die geabsorbeerd kunnen worden. in het distale
colon, waar er nog weinig vezelsubstraat voor handen is, bestaat
de voornaamste bacteriële activiteit uit anaerobe degradatie
van proteïnen. De darmmucosa is tevens het venster waardoor
het immuunsysteem naar de externe wereld kijkt. infecties en
vaccinaties bepalen ook de ontwikkeling en werking van het
immuunsysteem, maar dit is een vrij sporadisch gebeuren. Het
immuunsysteem leert vooral zeer veel van de diversiteit van ge-
gevens uit het gastro-intestinaal stelsel. Er zijn in-vitrogegevens
die aantonen dat beslissingen over hoe het adaptieve immuun-
systeem omgaat met bacteriën afhankelijk zijn van de microbiële
MS7024n
Nieuwe inzichten
in samenstelling en functie
van de
darmflora
Naar een uiteenzetting van prof. Francisco Guarner*
* Hospital Universitari Vall d'Hebron, Barcelona, Spanje
Om de impact van de darmflora op de menselijke gezondheid beter te begrijpen, is het essentieel
om hun genetisch potentieel te bestuderen. Het doel van het Europese MetaHT-project is om het
gehele bacteriële genoom in kaart te brengen door de identificatie van functies die gelinkt zijn aan
de microbiële genen en de ontwikkeling van instrumenten voor profilering van de darmflora. Tijdens
zijn invited lecture
Composition and functions of the human gut microbiota: novel insights besprak
prof. Guarner (Barcelona) de meest recente bevindingen omtrent de samenstelling en functie van de
verschillende enterotypes.
GASTRO
neWs
Wat bacteriën onder andere
interessant maakt, is dat ze
geen kern hebben. Ze bezitten een
beperkt aantal genen (500-5000)
en door het gebrek aan reserves
zijn ze verplicht om in
gemeenschap leven.