background image
MEDI-
SfEEr
396
63
29 juni 2012
MEDI-
SfEEr
396
62
29 juni 2012
MEDI-
SfEEr
396
63
29 juni 2012
MS7211n
"D
e oncologische vooruitgang in de eerste lijn bij meta-
stasen is groot, met chemotherapie (fluoropyrimidines,
oxaliplatine, irinotecan), chirurgie en biologische mid-
delen (bevacizumab, cetuximab, panitumumab en in de nabije toe-
komst aflibercept en regorafenib). Maar de vraag blijft wel hoe de
behandeling te starten? Welke strategie moeten we daarvoor toepas-
sen? En wat is de behandeling voor levermetastasen? Terwijl we in
de tweede lijn moeten bepalen of we moeten veranderen van che-
motherapie en/of biologisch middel, zonder de locoregionale behan-
delingen in de derde lijn te vergeten"
, verklaart Eric Van Cutsem.
Bij metastasen en als de ziekte beperkt blijft tot de lever, moeten
we de niet-reseceerbare tumoren opsporen waarvoor een neoad-
juvante chemotherapie gerechtvaardigd is of een inductiebehan-
deling gevolgd door een operatie bij respons op de behandeling
(concept van conversie) van de reseceerbare tumoren waarvoor
we een neoadjuvante en/of adjuvante chemotherapie moeten
voorstellen.
Concreet ontwikkelt 50% van de patiënten met colorectale kan-
ker metastasen, waarvan 30-35% alleen op het niveau van de le-
ver. Van die patiënten zijn er 10-20% van in het begin kandidaat
voor een curatieve operatie, met een genezingsgraad van 20-30%
en een overleving op 5 jaar van om en bij de 40%. Toch hervalt
70-80% van de patiënten binnen de twee jaar (2). Voor de 80-
90% oorspronkelijk niet-reseceerbare tumoren is het doel van de
behandeling om op termijn de resectie ervan mogelijk te maken.
Daarom moeten we een behandeling kiezen die de hoogst moge-
lijke response rate verzekert met een zo zwak mogelijke toxiciteit.
"Want, zo herhaalt prof. Van Cutsem, de overleving op lange
termijn van de tumoren die opnieuw reseceerbaar worden, is bijna
gelijk aan die van patiënten met een tumor die meteen kan wor-
den weggenomen.
" De therapeutische beslissing mag echter alleen
worden genomen in een multidisciplinair team. Het advies van
zowel chirurgen, oncologen als radiotherapeuten is nodig voor en
na de chemotherapie, want de resectiegraad is hoger als de res-
ponsgraad groter is (3).
Hiervoor bestaan meerdere mogelijkheden als we weten dat
FOLFiRi en FOLFOX even efficiënt blijken te zijn (4), dat de
drievoudige combinatie FOLFOXiRi van zijn kant efficiënter
lijkt te zijn dan FOLFiRi (responsgraad gelijk aan 60% versus
34% onder FOLFiRi, en de resectiegraad 36% versus 12%) (5).
Dit werd niet bewezen in een Griekse studie (6), ondanks het feit
dat verschillende studies van fase 2 bemoedigende resultaten lie-
ten optekenen. Dan blijft er nog de mogelijkheid om FOLFOX
of FOLFiRi te combineren met cetuximab (voor niet-gemuteerde
KRAS-tumoren), met bevacizumab of een ander biologisch middel.
Welke rol is er weggelegd voor anti-
angiogenese bij een niet-reseceerbare
tumor?
Eerst en vooral stellen we vast dat bevacizumab toevoegen aan
klassieke chemotherapie toelaat om 7,0% van de patiënten `klaar
te krijgen' voor een resectie van de metastasen. Dat cijfer stijgt
tot 15,2% als we focussen op de subgroep van patiënten die al-
leen levermetastasen hebben (7). Dat werd bevestigd in de studie
nO16966 waarin bevacizumab in de eerste lijn werd toegediend
met XELOX of FOLFOX4 (8), waardoor de progressievrije over-
leving kon stijgen van 8,0 naar 9,4 maanden (p = 0,023) en in de
studie AVF2107, waarin, in combinatie met het iFL-schema, de
progressievrije overleving onder bevacizumab toenam van 6,2 tot
10,6 maanden (p = 0,001) (9).
Hetzelfde geldt voor cetuximab, zoals werd aangetoond in de
CRYSTAL-studie waarin de regressiegraad van de niet-gemuteer-
de KRAS-tumoren hoger lag dan 13,0% in de groep met cetuxi-
mab (10) met een response rate van 70,6% en een resectiegraad
Colorectale levermetastasen
Een strategisch algoritme
oncologisch aangepakt
Dominique-Jean Bouilliez
Prof. Eric Van Cutsem (KU Leuven), darmkankerexpert met wereldfaam, kreeg de taak om het conti-
nuüm van de behandeling van colorectale kanker, meer bepaald in de gemetastaseerde fase, aan te kaar-
ten. Concreet kunnen we onthouden dat fOLfOX4, dat perioperatief wordt toegediend, de progres-
sievrije overleving verbetert bij reseceerbare metastasen. Deze behandeling moet worden beschouwd
als de therapeutische standaard, op voorwaarde dat ze wordt voorgesteld onder leiding van een multi-
disciplinair team (1). Dan is er nog het feit dat er geen duidelijke definitie bestaat van de niet-reseceer-
baarheid van een levermetastase, van het conversieconcept en van de beste adjuvante behandeling. Een
samenvatting.
GASTRO
neWs