zien we een toename van de incidentie van MC. Een vierde van de patiënten presenteert zich tijdens de met een meer uitgebreide aantasting van de darm (2). Groei en ontwikkeling spelen bij kinderen met deze ziekte een belangrijke rol, ook naar keuze van de behandeling toe. rol van genetica werd vermoed op basis van de hoge concordan- tiegraad bij monozygote tweelingen en bij familieleden van pati- enten met MC (3). Ondertussen werden er reeds verschillende contributieve genen geïdentificeerd en zoekt men verder naar de associatie tussen genotype en fenotype in deze groep patiënten (4). uit volwassen literatuur weten we dat jonge leeftijd bij diag- nose, roken en een perianale aantasting risicofactoren zijn voor een ernstig verloop van de ziekte (5). Binnen de kindergenees- kunde dient dit nog verder onderzocht te worden. Hiervoor is regionale informatie noodzakelijk. Daarom werd er in 2008 ge- start met een Belgisch register voor de pediatrische patiënten met MC. in dit artikel wordt een overzicht van de bevindingen bij de Belgische kinderen met de ziekte van Crohn gegeven. van Crohn (BELCRO) werd gestart in mei 2008 dankzij de sa- menwerking van BeSPGHAn en BiRD. Alle diensten gastroen- terologie en kindergastroenterologie werden gevraagd om hieraan deel te nemen, doch het is onmogelijk om de volledigheid van en nieuw gediagnosticeerde kinderen jonger dan 18 jaar met MC te registreren gedurende 2 jaar en deze, na registratie, gedurende 5 jaar op te volgen. De diagnose van deze patiënten werd geba- seerd op de Porto-criteria. informatie over de ziektediagnose, de medische voorgeschiedenis, de familiale voorgeschiedenis, de- mografische gegevens, symptomen en behandeling werden geno- teerd. De ernst van de ziekte werd geëvalueerd met de Pediatric Crohn's Disease Activity Index (PCDAi), een activiteitsscore ge- baseerd op klinische symptomen, biochemie, groei en anamnes- tische klachten (6). indien deze score niet beschikbaar was, werd er een `physician global assessment' (PGA) ingevuld, gebaseerd op de klinische inschatting van de arts. De aantasting van de darm werd geclassificeerd volgens de Montreal-classificatie: L1 ileale aantasting, L2 colische aantasting, L3 ileo-colische aantasting, L4 aantasting van de bovenste gastro-intestinale tractus (7). geïncludeerd. Bij 100/256 (39%) van de patiënten ging het om een nieuwe diagnose. Gebaseerd op de laatste Belgische volkstel- ling geeft dit een approximatieve incidentie van MC bij kinderen onder 18j. van 2,2/100.000. Dit is gelijkaardig aan de incidentie in de ons omringende landen, nederland en Frankrijk (8, 9). in de Scandinavische landen ligt de incidentie hoger en bedraagt de verhouding jongens/meisjes 1,2 (10). doch dit evenwicht verandert op volwassen leeftijd. Ook in onze |