- Page 1
- Page 2 - Page 3 - Page 4 - Page 5 - Page 6 - Page 7 - Page 8 - Page 9 - Page 10 - Page 11 - Page 12 - Page 13 - Page 14 - Page 15 - Page 16 - Page 17 - Page 18 - Page 19 - Page 20 - Page 21 - Page 22 - Page 23 - Page 24 - Page 25 - Page 26 - Page 27 - Page 28 - Page 29 - Page 30 - Page 31 - Page 32 - Flash version © UniFlip.com |
Raapzaad, Berg aan Zee
Duinvoetbegroeïng Oostvoornse Meer
Stenen Baak en bastion
ontdekken…
groei naarmate het terrein jonger is. Juist doordat er nu flink grote gebieden zijn die nog in een zeer jonge leeftijdsfase verkeren. Indrukwekkend is daarbij vooral de massaliteit en anderzijds toch de variatie. Gaan we op zoek naar iets oudere toestanden dan is goed te zien hoe het karakter van de begroeiing verandert. De zeekant van het Oostvoornse Meer biedt dan een goed voorbeeld omdat hier de wisselende inwerking van de zee voor steeds nieuwe toestanden zorgt in zand en slib. De vogelwereld is hier dan ook rijk geschakeerd dankzij slikken en schorren, zandstrand en duinvorming zonder en met duindoornbos. Een dynamische hoek op weg naar een meer duurzame toestand. Of niet. Stabiel gebied is uiteraard meer in het binnenland te vinden waar bijvoorbeeld de Stenen Baak staat als restant van een vuurtoren uit 1630 met annex een oud zeehavenfort. Hier is van een natuurlijke basis nauwelijks meer sprake, nu het voormalige gebied aan de Brielse Maas in een meer permanente parkachtige aanleg is herschapen. Gras en bosschage. Geringe dynamiek. Nauwelijks meer wat tegenwoordig als ‘nieuwe natuur’ aangeduid wordt. Alleen de waterkant die met rust gelaten wordt, heeft daar iets van. Zo zijn er vanuit het Lepelaar-terrein richting kustlijn diverse fasen te zien waarin natuur zich ontwikkelt. Van duurzaam naar tijdelijk en van nieuw naar dynamisch. Het massale valt op zowel wat omvang als aantallen betreft. Daarbij zijn de leefomstandigheden in weer en wind vaak extreem van karakter. Pionieren is vol risico. J.v.T.
DE CARAVAN 17
maart 2014
|