background image
Wanneer hulp zoeken?
Volgens prof. Hoebeke komen problemen van enuresis niet
vaker voor dan vroeger. "Wel zien we dat mensen vaak te
vroeg komen raadplegen, steeds vroeger en vroeger, al rond
de leeftijd van 4-5 jaar. Dat is niet nodig. Er is op die leeftijd
nog een grote kans dat het probleem spontaan oplost, zeker
als het om een zuiver nachtelijke problematiek gaat. Als het
kind ook overdag problemen heeft, raden we aan vanaf de
leeftijd van 4 jaar hulp te zoeken. Zijn er alleen problemen 's
nachts, kan het wachten tot de leeftijd van 6-7 jaar. Vanaf
die leeftijd is medische hulp wel aan te raden, om eventuele
psychologische gevolgen zoveel mogelijk te voorkomen."
... en 5 tot 6 keer plassen
Ook het plasgedrag ­ het aantal keer dat een kind per dag naar
het toilet gaat ­ is belangrijk: een gemiddelde van 5 tot 6 keer
per dag is normaal. te frequent plassen ­ 10 tot 20 keer per
dag ­ kan op een blaasfunctiestoornis wijzen. te weinig plassen,
kan wijzen op een te grote blaas. bijsturen van het drink- en
plasgedrag kan een eerste stap zijn om problemen van enuresis
te verhelpen.
Blaasvolumetraining, medicatie,
de plaswekker
"Voor eenvoudige gevallen van bedplassen ­ kinderen met
een relatief normale blaascapaciteit en relatief normale
urineproductie ­ volstaat het vaak een beetje te sleutelen aan
het lichte onevenwicht tussen blaasvolume, urineproductie en
het niet wakker worden, legt prof. Hoebeke uit. Kinderen die 's
nachts teveel urine produceren, kunnen geholpen worden met
medicatie die de urineproductie tijdens de nacht wat onderdrukt
(bv. desmopressine). Via blaasfunctietraining, in combinatie met
het advies om veel te drinken, kan de blaas wat groter worden en
zal ze meer urine kunnen ophouden tijdens de nacht. Als de blaas
groot genoeg is, en de bekkenbodemspieren goed functioneren,
kan een plaswekker het kind helpen over de ontwaakdrempel te
springen bij een volle blaas." de plaswekker zorgt ervoor dat het
kind wordt gewekt van zodra het broekje nat wordt.
eline Van Hoecke benadrukt dat het belangrijk is kinderen en
ook u, hun ouders, steeds goed te informeren over de werking
en de bedoeling van de plaswekker. "De slaagkansen zijn groot op
voorwaarde dat u en uw kind echt gemotiveerd zijn. Een positieve,
stimulerende houding van de ouders is erg belangrijk. Als het kind
niet ondersteund wordt, niet positief gemotiveerd wordt in het
gebruiken van de plaswekker, wordt het veel moeilijker."
piet Hoebeke benadrukt nog dat deze eenvoudige enuresis
perfect in de eerste lijn kan worden behandeld. Mensen
raadplegen dus het best hun huisarts.
"En de behandeling heeft
inderdaad goede slaagkansen. Soms gebeurt het wel dat er herval
optreedt na stopzetten van de medicatie. En soms is een tweede
plaswekker nodig om het probleem voorgoed te verhelpen. Maar
globaal is de kans op slagen toch om en bij de 80%."
daarnaast is er een kleine minderheid van moeilijker
behandelbare vormen van enuresis. die vragen een uitwerking
in de tweede of derde lijn, dus door de specialist. "Het zijn
kinderen met een erg kleine blaas of kinderen met een erg
uitgesproken polyurie (kinderen die heel veel urine produceren)",
aldus prof. Hoebeke. in functie van het onderliggende probleem,
zal een specifieke behandeling worden voorgesteld.
"Voor eenvoudige gevallen
van bedplassen ­ kinderen
met een relatief normale
blaascapaciteit en relatief
normale urineproductie
­ volstaat het vaak een
beetje te sleutelen aan
het lichte onevenwicht
tussen blaasvolume,
urineproductie en het niet
wakker worden."
Prof. Piet Hoebeke
Kinderuroloog, UZ Gent
Bedplassen:
een samenspel van 3 factoren
·
bedplassen houdt volgens prof. Hoebeke verband met drie
factoren:
·
de blaascapaciteit tijdens de nacht (het volume dat de blaas kan
bevatten);
·
de urineproductie tijdens de nacht;
·
de slaap van het kind (wordt het kind wakker als de blaas vol
is?).
·
bedwateren is het gevolg van een onevenwicht tussen het
blaasvolume en de hoeveelheid urine die tijdens de nacht wordt
geproduceerd, bij een kind dat niet spontaan wakker wordt bij een
volle blaas.
·
Volgens de jongste inzichten zouden deze kinderen niet te diep
slapen, zoals lange tijd werd aangenomen. de continue prikkel van
een volle blaas tijdens de nacht, zou er veeleer toe leiden dat het
kind erg oppervlakkig slaapt, waarbij het zich continu onder de
waakdrempel bevindt, maar niet wakker wordt en uiteindelijk in
bed plast. Volgens een studie in Hongkong zou deze situatie van
bedwateren en een oppervlakkige slaap ook gepaard gaan met
minder goede cognitieve prestaties overdag.
Website: www.drogenachten.be
De Patiëntenkrant Nr 5 Mei 2012
42