psycholoog, een cardioloog-revalidatie-
arts, evenals een diëtist. Bovendien
beschikken we in ons centrum over een
sterk georganiseerd secretariaat om alle
administratieve taken en ondersteunende
werkzaamheden uit te voeren.
In dit polyvalente team heeft elk lid een
specifieke taak om alle aspecten van
de revalidatie van de hartpatiënten in
goede banen te leiden. De medische
opvolging staat onder supervisie van de
revalidatiecardioloog die uiteraard de
medicatie van de patiënt en de toestand
van het hart nauwlettend in het oog houdt.
De sociaal verpleegkundige staat in voor
het opvolgen van aspecten in verband met
werkonbekwaamheid en werkhervatting,
vervoer naar het centrum, hulp bij
administratieve verplichtingen, enz.
De psychologe begeleidt hartpatiënten bij
overmatige stress, verwerkingsproblemen
of rookstop. Daarnaast zijn er in ons
centrum telkens twee kinesitherapeuten
in de speciale `fitnessruimte' aan het werk
die de hartpatiënten begeleiden tijdens
elke trainingsbeurt. De diëtiste zal de
hartpatiënten met raad en daad bijstaan
bij het bestrijden van overgewicht en het
volgen van een gezond eetpatroon.
terugbetaling gedurende
zes maanden!
Het RIZIV voorziet echter alleen
in een tegemoetkoming voor een
multidisciplinaire begeleiding gedurende
een periode van zes maanden, en dit
na een hospitalisatie voor de volgende
hartaandoeningen: na een hartinfarct, in
geval van gevorderd hartfalen wanneer
de zogenaamde ejectiefractie minder dan
40% van de normale waarde bedraagt,
na een ballondilatatie of plaatsing van
een stent, bij een elektrische behandeling
van bepaalde hartafwijkingen (de
zogenaamde ablatie die vooral bij
ritmestoornissen wordt uitgevoerd) en
na een chirurgische ingreep aan het
hart, bijvoorbeeld een overbrugging of
herstel van een beschadigde hartklep.
Zoals gezegd, krijgen de patiënten na het
ontslag uit het ziekenhuis de mogelijkheid
om de revalidatie ambulant verder te
zetten
, dat wil zeggen dat ze thuis wonen
maar enkele malen per week naar het
revalidatiecentrum komen om hun
oefenprogramma uit te voeren.
De kinesisten van de cardiale revalidatie
trachten telkens opnieuw zoveel
mogelijk hartpatiënten te overtuigen
van het belang van bewegen. Alles
wordt in het werk gesteld om tijdens
de revalidatieperiode drop outs te
voorkomen.
Patiëntenkrant: Hoe gebeurt
de hartrevalidatie binnen dit
multidisciplinaire team?
Bij de start van de cardiale revalidatie
dient elke patiënt steeds een zogenaamde
spiro-ergometrie- of `cyclo-spiro'-test
uit te voeren. Met deze speciale fietstest
wordt de longfunctie van de patiënt
onderzocht tijdens een fietsproef om
de inspanningsmogelijkheid van de
patiënt te bepalen. Deze longfunctietest
vormt de basis voor het opstellen van
een trainingsprogramma op maat van
de patiënt. Onder begeleiding van een
kinesitherapeut die rekening houdt met de
algemene toestand en de mogelijkheden
van de patiënt, wordt er eerst een
eenvoudig oefenschema opgesteld.
De
moeilijkheidsgraad en de intensiteit van
de oefeningen worden geleidelijk aan
opgebouwd in functie van de vooruitgang
van de patiënt.
revalidatieprogramma op maat
van elke patiënt!
Het trainingsschema is gericht op
zowel uithouding als krachttraining.
Tijdens de oefeningen houdt de
patiënt voortdurend rekening met de
hartslag; elke patiënt traint met zijn
POLAR-hartfrequentiemeter aan. De
kinesitherapeut bepaalt voor elke patiënt
een zogenaamde hartfrequentiegrens en
een maximale hartfrequentie waarboven
de patiënt niet mag gaan tijdens de
oefeningen. Hierbij wordt er ook rekening
gehouden met de hartmedicatie die de
patiënt op dat moment inneemt.
Tijdens de periode van zes maanden
waarvoor de patiënt terugbetaling
krijgt, worden er 45 sessies gepland van
telkens ongeveer een uur waarbij de
patiënt zijn/haar individueel opgesteld
trainingsprogramma uitvoert op basis
van de resultaten van de eerste spiro-
ergometrietest. Belangrijk is dat het
trainingsprogramma op gepaste tijden
kan worden aangepast. De patiënt heeft
de keuze om hetzij 3 maal, hetzij 2 maal
per week te trainen. Elke dag trainen
hier vijf vaste groepen van maximaal 16
personen, wat maakt dat in ons centrum
dagelijks zowat 60-80 hartpatiënten hun
oefenprogramma volgen.
Tijdens de training worden de patiënten
nauwlettend in het oog gehouden door
onze kinesisten. Bij het vermoeden
van een probleem kunnen zij altijd de
revalidatie-cardioloog contacteren.
Bovendien volgt de revalidatiearts de
gemaakte vooruitgang van de training op.
Bij nieuwe klachten wordt steeds overleg
gepleegd met de behandelende cardioloog
en zo nodig wordt medicatie afgebouwd
of nieuwe medicatie opgestart.
Naast de 45 oefensessies kan de patiënt,
en de partner, ook aan vier infosessies
deelnemen, namelijk een sessie over
medische informatie, over trainen en
bewegen, over gezonde voeding en over
omgaan met stress.
Na de ambulante revalidatie gedurende
zes maanden kan de patiënt de cardiale
revalidatie eventueel verderzetten bij
de hartpatiëntenvereniging HARVA
(Hartvereniging Aalst). Deze vereniging
maakt tweemaal per week gebruik van
onze fitnesszaal waar de patiënten reeds
ambulant revalideerden. Ook tijdens
deze sessies worden de patiënten die via
HARVA hier komen trainen, begeleid door
professionele kinesitherapeuten.
Het is duidelijk dat de moderne
hartrevalidatie op een
professionele manier wordt
aangepakt. De hartpatiënt wordt
niet aan zijn lot overgelaten.
Wat geeft u ons nog mee
als besluit?
Onderzoek heeft duidelijk aangetoond dat
de programma's van cardiale revalidatie
de overleving na een hartaandoening en
de gezondheid in het algemeen aanzienlijk
verbeteren.
Een hartinfarct of een
hartoperatie is een drastische gebeurtenis
in het leven en bij de re-integratie in de
maatschappij is de cardiale revalidatie
een onmisbaar onderdeel
, want zeker een
hartpatiënt verdient alle steun om een
gezonde levensstijl te ontwikkelen. Een
medisch verantwoorde, multidisciplinaire
revalidatie is dan ook aangewezen bij alle
patiënten die met een hartaandoening
worden geconfronteerd.
voor meer info:
dienst Hartrevalidatie Olv Ziekenhuis aalst,
tel. 053 72 47 50
of cardio-revalidatie@olvz-aalst.be.
29
De Patiëntenkrant Nr 4 April 2012
Vind dit artikel terug op
www.depatientenkrant.be