zijn deze vergelijkende studie op regelmatige basis te herhalen in een maximaal aantal zie- kenhuizen om zo een meer betrouwbaar beeld te krijgen van de ziekenhuissector. Het KCE erkent dat "de gegevens sterk variëren en het aantal observaties gering is", maar dat het des- ondanks "de beste ramingen zijn die momenteel voor België beschikbaar zijn." Het Federaal Ken- niscentrum voor de gezondheidszorg wil op regelmatige basis de studie overdoen en hoopt in de toekomst op een grotere medewerking van de ziekenhuizen. radiologie, artsen overbetaald worden. Als dat zo zou zijn, zou ik het weten. Men moet er echter op wijzen dat in de radiologie "het honoraria van de radioloog" de volledige radiologische prestatie betaalt: de aankoop van de machine, de onderhoudskosten van het apparaat, het paramedisch personeel, enz. Een scanner kost een miljoen euro en men moet één arts en twee technici hebben om het te laten draaien, reken daarbij de lonen en de indexeringen van de lonen van het paramedisch personeel, het onderhoudscontract van het apparaat dat kan oplopen tot 70.000 euro per jaar, enz. De publieke opinie kan de indruk krijgen dat radiologen zeer goed betaald zijn, maar zou zich ook de vraag moeten stellen hoeveel een ziekenhuisbehandeling kost en hoe dat gefinancierd wordt. Vermits de patiënten amper iets betalen, zijn ze zich niet bewust van het geluk dat ze hebben in België te wonen en makkelijk toegang te hebben tot zeer gesofisticeerde apparaten. Wanneer hij 12 euro remgeld betaalt, beseft de patiënt niet dat het onderzoek de maatschappij in werkelijkheid 300 euro kost. Daarom is het belangrijk de patiënt te informeren en te responsabiliseren. niscentrum voor de Gezondheids- zorg een rapport waarin de reële werd bekendgemaakt. Een van de factoren die de kostprijs bepalen, is het inkomen van de specialist. Hoewel dat zeker niet het opzet van de studie was, bleek er ook uit dat er grote verschillen bestaan in de inkomens van specialisten, niet alleen tussen de verschillen- de specialismen, maar ook tussen gelijkaar- dige specialisten uit de verschillende gewes- ten. Gevraagd naar een reactie, voegt dr. Yves Louis daar meteen nog een derde verschil aan toe. "Ook binnen de regio's bestaan er grote verschillen. Ik denk dan met name aan de Brus- selse regio." De gevolgde politiek inzake sup- plementen verschilt daar vaak heel sterk. van de verschillende specialismen, ontkent dr. Louis niet, en dat hoeft voor hem in se ook geen probleem te zijn. "Ik ben er geen voorstander van om alle verschillen volledig af te toppen", stelt hij. "Bij de bepaling van de honoraria moet de overheid met verschillende factoren en met de specifieke karakteristie- ken van elk specialisme rekening houden: de werkdruk, de tijd die de specialist aan een taak besteedt, de intensiteit, de competentie van de arts en de personeelskosten. Ook het medico- legale aspect mag niet vergeten worden. Voor een kinderarts die `s nachts voor een kind naar de dienst spoedgevallen geroepen wordt en stelt, kunnen de gevolgen erg groot zijn. Ik be- sef wel dat het heel moeilijk is om dit allemaal te becijferen." erelonen mag volgens dr. Louis niet te zwart- wit gevoerd worden. "Een aantal van de spe- cialismen met de hoogste inkomsten ik denk dan aan radiologie, klinische biologie en ne- frologie worden vaak ook gebruikt om voor een stuk de financiering van de ziekenhuizen rond te krijgen. Alleen al daarom zou het geen goede zaak zijn om de ziekenhuizen in de me- dicomut op te nemen. Zij worden dan rechter en partij", aldus de Oost-Vlaamse kinderarts. "Door opeenvolgende besparingen, waarbij een aantal specialismen geen indexering kre- gen, is er eigenlijk al een vorm van herijking bezig", stelt dr. Louis vast. "Het is overigens wel een probleem dat de overheid steeds via de indexering probeert te besparen. Dat is immers een bedrag dat we voorgoed kwijt zijn. Omdat het steeds om relatief kleine bedragen gaat, reageert het medisch korps er echter niet altijd op." tussen identieke specialisten in Vlaanderen en Wallonië is volgens dr. Louis historisch minder supplementen aangerekend. Dat heeft ook te maken met het feit dat de Vlaamse ziekenhuizen, in meerderheid behorend tot de christelijke zuil, financieel sterker staan dan de Waalse ziekenhuizen, waar er meer openbare instellingen zijn." Dat Vlaanderen minder ge- neigd is supplementen te accepteren, baart dr. Louis overigens zorgen wanneer het tot een regionalisering van de zorg zou komen. "Het risico is reëel dat de Vlaamse overheid de supplementen zal afschaffen en in de plaats daarvan enkele vage beloftes doet, die daarna in voor de Vlaamse specialist. Ik merk nu al dat de Vlaamse overheid ons wel uitnodigt, maar eigenlijk niet naar ons luistert. Nochtans zijn we democratisch verkozen. Aanvaardt men ons misschien niet omdat de verkiezingen federaal georganiseerd worden?", besluit dr. Yves Louis zijn bedenkingen met een vraag. specialismen en tussen dezelfde specialisten uit verschillende regio's. Dat bleek onlangs uit een studie van het KCE. Dr. Yves Louis, voorzit- ter van het Vas Oost- en West-Vlaanderen, meent dat de opeenvol- gende besparingsrondes voor een vorm van herijking zorgen: "Ik vind ook niet dat de verschillen volledig afgetopt moeten worden." met verschillende factoren en met de specifieke karakteristieken van elk specialisme rekening houden. |