Rudy Demotte in 2004 wilde doorvoeren, verplichtte de ziekenhuizen om steeds de rografie), B2 (interventionele coronarografie) en B3 (cardiochirurgie) aan te bieden. Dat had als gevolg dat negentien centra die enkel B1 in het zorgaanbod hadden vijftien in Wallonië en vier in Vlaanderen theoretisch de deuren hadden moe- ten sluiten op 1 januari 2007. Dit KB leverde een spervuur van protest op van bepaalde centra die zich bedreigd voelden. De nieuwe hervorming van Onkelinx is gebaseerd op de oprichting van netwerken voor cardiale pa- thologie. Deze netwerken moeten in een bepaald gebied een zorgcircuit aanbieden aan patiënten met een cardiale pathologie (acuut myocardinfarct met ST-elevatie) en dat in het kader van een "in- stellingsoverschrijdend juridisch geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst". De modaliteiten van de werking van het netwerk cardiale pathologie zijn gedefinieerd in het nieuwe besluit. thologie' worden aangepast. De zorgprogramma's A en B moeten deel uitmaken van een netwerk. De nieuwe wetgeving legt tevens op een coördinator aan te stellen en een overlegorgaan op te richten in elk netwerk. Het college van artsen voor het zorgprogramma `cardiale pathologie' moet het ziekenhuis onder- steunen bij de uitwerking en de aanpassing van het "multidisciplinair cardiologisch kwaliteitshand- boek". Deze handboeken, geschreven door artsen en verpleegkundigen van het zorgprogramma, worden op regelmatige tijdstippen geëvalueerd en eventueel aangepast conform de stand van de we- tenschap. Ze moeten door de verschillende centra opgevolgd worden. Nieuwe normen voor de minimale activiteit, de uitrusting en de omkadering worden voor de ver- schillende programma's vastgelegd. Het zorgpro- gramma A richt zich voortaan op de nazorg en de revalidatie van patiënten met een cardiale proble- matiek. Het zorgprogramma moet beschikken over de mogelijkheden tot ambulante behandeling voor de opvolging van patiënten met een chronische cardiale pathologie. Dat moet gebeuren in overleg met de eerste lijn. Verder moet het beschikken over de mogelijkheid om op elk ogenblik patiënten met een acuut myocardinfarct met ST-elevatie interventie van een arts of een MUG, over te brengen naar een zorgprogramma B of eventueel naar de deelprogramma's B1 en B2, volgens de modaliteiten opgenomen in het multidisciplinair cardiologisch handboek. Een ziekenhuis met een zorgprogramma B moet taties in interventionele hartcatheterisatie uitvoe- ren in de loop van het afgelopen jaar of als jaarlijks gemiddelde van de afgelopen drie jaar. Het moet tevens beschikken over een laboratorium voor hart- catheterisatie met minstens twee angiografische zalen uitgerust met flatpaneldetectoren; over min- stens twee operatiezalen waarvan één voor hybride gebruik en waarvan er steeds één is voorbereid voor dringende ingrepen; over ICT-faciliteiten voor data- transmissie en teleconferentie zodat overleg tussen de medische equipes in het kader van het netwerk mogelijk is. Het zorgprogramma B dient zo te wor- den georganiseerd dat bij patiënten met een acuut myocardinfarct met ST-elevatie op het elektrocar- diogram (STEMI-infarcten) binnen de 30 minuten dat zij in het ziekenhuis zijn opgenomen, een coro- narografie en een percutane coronaire interventie (PCI) kan worden uitgevoerd. De nieuwe wetgeving voorziet in de mogelijkheid tot opening van deelprogramma's B1 en B2 op afzonderlijke sites, op voorwaarde dat dit gebeurt in het kader van een associatie met een ziekenhuis dat beschikt over een globaal zorgprogramma `cardiale pathologie' B. in verband met de zorgprogramma's cardiale pathologie. Deze besluiten traden in voege op 25 juni. Ter herinnering: het Koninklijk Besluit van 15 juli 2004 dat de normen vastlegt voor het zorgprogramma `cardiale pathologie' werd al driemaal gewijzigd in 2006 en 2007. Deze "amendementen" werden telkens aangevochten bij de Raad van State, onder meer door het Centre hospitalier chrétien in Luik en door twee ziekenhuiskoepels, Santhea en Afis. De besluiten werden opgeschort of geheel of gedeeltelijk geannuleerd. Ditmaal lijkt de hervorming, een werkstuk van het kabinet Onkelinx, beter stand te houden. van de grote voordelen van de hervorming dat ze op nationaal vlak toe te passen is. ken. Sinds 1999 hebben verschillende ministers de tanden stuk- gebeten op de hervorming van de cardiologie. De nieuwe tekst is vooraf gelanceerd werden. Hij houdt rekening met de gevoeligheden van de ver- schillende actoren, wat erg belangrijk is in deze sector", becommentarieert de voor- zitter van de Belgian Society of Cardiology de nieuwe wetgeving. tionaal vlak toe te passen is. "Dat is moeilijk omdat de manier waarop cardiale pathologie aangepakt wordt, verschilt in Brussel, Vlaanderen en Wallonië. Er bestaan ook grote verschillen in de uitrusting van de ziekenhuizen. Men moet uiteraard ook rekening houden met de verschillende lobbygroepen, medisch-wetenschappelijk en vanuit de ziekenhuizen. Die hebben niet noodzakelijk dezelfde visie op de evolutie van het systeem. Zoals bij elk compromis zijn er maatregelen die één groep plezier doen, en een andere niet." getogen over de uitwerking van een `multidisciplinair cardiologisch kwaliteitshand- boek'. "Dat komt er op verzoek van het college van artsen voor het zorgprogramma `cardiale pathologie' en van de Belgian Society for Cardiology. We dringen er op aan dat alle betrokken diensten de wetenschappelijke aanbevelingen opvolgen. We willen dat wanneer de toepassing van de nieuwe wet een verhoging van het aantal centra met zich meebrengt wat onvermijdelijk is deze uitbreiding zich niet voordoet ten koste van de kwaliteit. Dankzij het handboek, de werking in een netwerk en het toe- zicht van het college van artsen kunnen we efficiëntie en kwaliteit van zorg garande- ren. Het college zal een memorandum opstellen waarop alle centra zich kunnen base- ren. Elk netwerk staat echter vrij het document aan te passen in functie van de lokale kenmerken. Dat document moet, in fine, door het college goedgekeurd worden." Cardiology, krijgt de nieuwe hervorming het etiket `goed en evenwichtig compromis' opgeplakt. Onkelinx is gebaseerd op de oprichting van netwerken voor cardiale pathologie. Deze netwerken moeten in een bepaald gebied een zorgcircuit aanbieden aan patiënten met een cardiale pathologie en dat in het kader van een "instellingsoverschrijdend juridisch geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst". |