"We moeten stoppen met verspillen" campagne voor het goed gebruik van ioniserende stralen ver genoeg gaat? Of had de overheid iets meer dirigis- tisch moeten zijn? de verdienste nationaal te zijn en de steun te genieten van de minister van Volksgezondheid, de FOD Volksgezondheid en het RIZIV. Het is dus een campagne met aanzien. Daarom zal ze er waarschijnlijk in slagen resultaat te boeken. Het wordt moeilijker om bindende beperkingen in te voeren. Men moet eerst de patiënt informeren en hem daarna rekenschap vragen. Deze responsabilisering behoort tot de taken van de politiek. Moet een zieke het recht hebben alles gratis te krijgen? Moet hij in de kosten delen? Dat zijn beslissingen die niet door artsen genomen moeten worden. Als professionele en wetenschappelijke vereniging moeten wij de voorschrijvers informeren en hen aanbevelingen meegeven voor medische beeldvorming, zodat zij zich bewust worden van het belang van goed voorgeschreven on- derzoeken. Voor artsen actief in de medische beeldvorming worden de diensten radiologie en nucleaire geneeskunde geaccrediteerd door interne en externe audits met als doel dat ze beschikken over de meest performante uitrus- ting en dat ze die ook optimaal gebruiken. Met eenzelfde scanner kan een dienst tot tienmaal meer straling geven als met een andere, soort- gelijke scanner. Er zullen beperkingen opgelegd moeten worden, maar dat neemt tijd in beslag. Eerst moeten de zorgverstrekkers gemotiveerd worden, daarna moeten we normen vastleggen voor apparaten die weinig straling veroorzaken. een uitrusting die mee is met de modernste technologie? grammeerd moeten investeren. Beschikken over een scanner die minder straling veroorzaakt, kost geld. Het na te streven doel is dat perfor- mante diensten een hogere financiering krijgen dan de minder performante instellingen. onderwerp van discussies? over dat onderwerp. (IMA) en minister Onkelinx vinden het nuttig een register voor de uitrus- ting van medische beeldvorming op Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) achter zo'n register. De situatie is van- daag grotesk. Men weet niet hoeveel CT-scan- ners er in België geïnstalleerd zijn. Men weet niet hoe oud ze zijn. Nochtans is het logisch om over zo'n kadaster te beschikken. Vandaag worden buiten de dienst radiologie krachtige, controle en zonder dat ze aan een bepaalde programmatie onderworpen moeten worden. Maar, het aanbod creëert de vraag. Men moet het aantal scanners beperken en sommige on- der hen vervangen door NMR's, die geen stra- ling geven. Zeker omdat een patiënt die een NMR wil vaak drie weken moet wachten. |