background image
Percentiel
|
Vol 16
|
nr 5
|
2011
134
prenatale dilatatie van de aortaklep is nog `experimenteel' en we heb
ben geen andere reeksen gevonden dan die van boston. veel groepen
die prenatale diagnoses stellen, stellen zich vragen over de foetale
behandeling van hartziekten (912).
Transpositie van de grote vaten
en curatieve behandeling bij de geboorte
een gewone transpositie van de grote vaten is de aangeboren hartaan
doening die ongetwijfeld het meeste baat heeft gevonden bij prenatale
diagnostiek. in 1999 hebben damien bonnet et al. (13) kunnen aantonen
dat de preoperatieve mortaliteit, de postoperatieve mortaliteit en de
duur van het ziekenhuisverblijf konden worden verminderd door een
prenatale diagnose van tgv.
voor een prenatale diagnose van tgv moeten de uitstroomtrajecten van
het hart worden onderzocht. het vierkamerbeeld is overigens normaal.
bij een normaal hart kruisen de grote bloedvaten, bij een tgv lopen ze
parallel (Figuur 1). een beeld van de 3 bloedvaten kan ook nuttig zijn om
een tgv op te sporen. de 3 bloedvaten liggen in een driehoek (met de
aorta vooraan en de longslagader achteraan) in plaats van naast elkaar
van links naar rechts en van achteren naar voren (Figuur 2).
bij een pasgeborene met een tgv moet voor de corrigerende chirurgie
meestal een manoeuvre van rashkind worden uitgevoerd. dat gebeurt
maar in enkele medischchirurgische centra voor kindercardiologie. het
manoeuvre bestaat uit een verbreding van het foramen ovale met een
ballonnetje. daardoor krijgt het atrium een mengsel van zuurstofrijk en
zuurstofarm bloed, wat ernstige cyanose voor de operatie tegengaat.
de corrigerende chirurgie bestaat meestal uit een arteriële switch (dus
een reinversie van de bloedvaten en transfer van de kransslagaders op
de nieuwe aorta). de mortaliteit op korte en lange termijn bij die ingreep
is laag en de evolutie op lange termijn is zeer goed. kinderen/volwasse
nen met een geopereerde tgv moeten toch levenslang worden gevolgd
figuur 2: foetale echografie: bij een normaal hart liggen de 3 vaten (ap, aorta en vcs) naast elkaar. Bij een tgv liggen ze in de vorm van een
driehoek met de aorta vooraan en de ap (die in twee takken splitst) achteraan op de `3 bloedvatencoupe'.
ao: aorta, ap: arteria pulmonalis, tgv: transpositie van de grote vaten, vcs: vena cava superior.
figuur 1: foetale echografie: kruising van de grote vaten bij een normaal hart en evenwijdig lopende vaten bij een tgv.
ao: aorta, ap: arteria pulmonalis, tgv: transpositie van de grote vaten, rv: rechterventrikel, lv: linkerventrikel.
LV
Ao
RV
AP
AP
Ao
LV
RV
Normaal
TGV
Prenatale diagnose: uitstroomtrajecten
Normaal
TGV
L
R
3 bloedvatencoupe
VCS
AP
Ao
VCS
Ao
AP
S
It