_2011 dige dossiers na op vroegneonatale karakteristieken, respiratoire en (par)enterale mijlpalen en indicatoren van verpleegkundig/oudergerelateerde zorg. Hierbij documenteerden we een omgekeerde relatie tussen ge- boortegewicht en het herbereiken van dit initiële geboortegewicht. Postmenstrueel vormen de meest immature kinderen voor wat betreft zuurstofnood een specifieke groep (gemiddeld tot 38,5 weken) met verlengde nood aan zuurstoftoediening. Beademing is zelden langer dan 30 weken en respiratoire support zelden langer dan 32 weken postmenstruele leeftijd. Verwerven van oraal drinkgedrag gebeurt rond de postmenstruele leeftijd van 36-37 weken, los van de initiële zwangerschapsleeftijd bij de geboorte terwijl enterale voeding relatief vroeger verworven wordt na extreem preterme geboorte. Deze tegenstelling resulteert in een vrij lange periode van sondevoeding (60-tal dagen) na extreem preterme geboorte (24-27 weken). ouders tijdelijk terecht in een hoogtechnologische omgeving, waarbij naast strikt medische en verpleegkundige zorgtechnieken, ook toene mende aandacht is voor comfortaspecten van de baby en ouderpartici patie. in deze postnatale periode worden de fundamenten gelegd voor de ouderkindrelatie. ouders van een prematuur geboren baby maken een moeilijke periode door na de bevalling: er heerst onzekerheid over de toekomst en de situatie van het kind en het gezin. ouders hebben in deze periode nood aan ondersteuning, wat niet vanzelfsprekend is in dergelijke hoogtechnologische omgeving. zij hebben het gevoel zich in een vreemde wereld te bevinden en proberen aan deze omge ving gewoon te worden door aanwezigheid, waakzaamheid/controle en hoop (13). ouders proberen vaak de technologie en de medische/ verpleegkundige aspecten rondom de preterme geboorte te begrijpen om zo hun gevoel van controle te verhogen (4, 5). ouders geven aan dat ze nood hebben aan informatie. een gebrek aan informatie en zeker tegengestelde informatie in verband met de te verwachten medische/verpleegkundige evolutie leidt tot speculaties over de toestand van het kind. ouders geven hierbij de voorkeur aan verbale informatie. het schept vertrouwen in de gezondheidswerkers, wat steun geeft in het verwerkingsproces. dit wordt bevorderd wanneer gezondheidswerkers zich empatisch opstellen (3, 68). neer specifieke mijlpalen in de ontwikkeling gemiddeld bereikt worden, werd een retrospectieve dossierstudie uitgevoerd bij 80 voormalig pre matuur geboren kinderen binnen uz leuven. we voorzien om deze infor matie op een gestructureerde manier beschikbaar te stellen aan ouders en zorgverleners binnen de afdeling. daarnaast kan dergelijke analyse ook gebruikt worden om de eigen afdeling te vergelijken met andere afdelingen en zo kwaliteitsverbetering na te streven. blijf tot aan ontslag naar huis, includeerden we in deze retrospectieve studie 80 prematuur geboren kinderen vanaf 31 juli 2009 en terug kerend in de tijd totdat voor elke leeftijdscategorie (2427, 2829, 3031 en 3234 weken) telkens 20 patiëntendossiers beschikbaar waren. gezien de doelstelling, namelijk het beschikbaar stellen van referen tiewaarden van mijlpalen in de ontwikkeling tijdens het neonatale verblijf, beschouwden we geassocieerde congenitale afwijkingen of overlijden voor ontslag als contraindicaties om in deze analyse opge nomen te worden. |