foetale anemie indien er meerdere vaatcomponenten aanwezig zijn in het letsel. in deze casus is er echografisch geen duidelijke flow in het letsel met afwezige ontwikkeling van foetale anemie. bijkomende informatie omtrent de grootte en infiltratie in de omgevende weefsels (bv. de luchtweg) van het lymfangioma wordt verkregen met een Mri (4, 7). indien er geen foetale nood prenataal aangetoond kan worden, wordt de kans op prenatale behandeling zorgvuldig afgewogen versus het risico op premature partus met zijn eigen complicaties. na 32 weken kan worden geopteerd voor een electieve premature partus ten voor dele van inuterotherapie. karyotype en de aan of afwezigheid van morfologische afwijkingen. de prognose van geïsoleerde massieve lymfangioma's die persisteren tot aan de geboorte, hangt eerder af van de infiltratie in de omgevende structuren dan van de grootte van de cystische massa zelf (5). samenwerking met de gynaecoloog, neonatoloog, anesthesist en neus keeloorarts (10). bijna uitsluitend zal een electieve sectio gepland wor den om een dystocie t.g.v. de omvang van het cystische lymfangioma te vermijden. indien een heel groot lymfangioma aanwezig is, kan een corporele incisie noodzakelijk zijn. zo er prenataal het vermoeden is van een luchtwegobstructie, kan een eXitprocedure gepland worden om de foetale luchtweg te vrijwaren terwijl de foetomaternale circulatie behouden wordt. werd een laagdwarse incisie gemaakt t.h.v. het onderste uterusseg ment. men door bloeding, infectie of trauma (7). lymfangioma's kunnen leiden tot obstructieve ademhaling, dysfagie, dysfonie, dysarthrie t.g.v. infiltra tie en compressie van de omgevende structuren (3, 11). ring. chirurgische complicaties bestaan uit cysterecidieven, wondsero ma's, wondinfectie, spierzwakte, ernstige littekenvorming, cosmetische problemen, vasculaire letsels en zenuwschade in meer dan 30% van de met een laag risico op recidief (7, 11, 12). tot totale regressie van het letsel. deze bevinding heeft geleid tot het gebruik van intracystische scleroserende agentia (3). kunde in patiënten met benigne cysten t.h.v. de hals. er bestaan ver schillende scleroserende stoffen zoals `boiling water', hypertone fysio logische oplossing, salicylaten, cyclofosfamide, natrium morrhuaat, bleomycine en picibanil (ok 432). toch is deze sclerotherapie nog vrij experimenteel. bovendien zijn lymfangioma's een zeldzame entiteit en is het praktisch onmogelijk om een groot aantal patiënten te verzame len om voldoende informatie en ervaring te verkrijgen omtrent nieuwe behandelingsopties (8). stof die bestaat uit bacteriële antigenen (Streptococcus pyogenes). picibanil veroorzaakt een inflammatoire reactie in de cyste zonder peri cystische inflammatie of fibrose, in tegenstelling tot andere agentia. op die manier wordt latere heelkunde bij onsuccesvolle sclerotherapie niet gecompromitteerd. de sclerotherapie wordt best onder echogeleiding uitgevoerd zodat eerst een maximale hoeveelheid cystevocht gepunc teerd kan worden. tevens kan met echografie worden gecontroleerd of de geïnjecteerde stof correct de cyste infiltreert zonder extracystische lekkage. de slaagkansen bedragen globaal 66% (11). bij uni en paucilo culaire cysten is de kans op een succesvolle sclerotherapie tot 90%. bij uitgebreide lymfangioma's dient men de sclerotherapie herhaaldelijk uit te voeren. Mogelijke nevenwerkingen van picibanil ok 432 zijn koorts, gelokaliseerde pijn en odynofagie. deze klachten verdwijnen meestal spontaan binnen enkele dagen (12). het effect van de sclerotherapie is gemiddeld binnen de 6 tot 8 weken te verwachten. indien het cystisch lymfangioma geïsoleerd voorkomt en geen algemene foetale weerslag heeft. een tweewekelijkse echografische followup en aanvullende beeldvorming met Mri zijn noodzakelijk om luchtweg obstructie uit te sluiten. sclerotherapie met picibanil ok 432 is te over wegen, waarbij na gefaalde sclerotherapie een heelkundige resectie in een tweede tijd kan worden uitgevoerd. 1. 44(6):481-90. in children. eur arch otorhinolaryngol 2002;259:274-8. cases and literature review. eur j obst gynecol reprod biol 1997;71:3-10. cystic lymphangioma detected by prenatal ultrasonography: a case report. j Korean med sci 2002;17:400-2. |