ziekten (OCZ) was één van de collaterale slachtoffers van de lange dan 500 dag lam legde. De wettelijke basis voor de oprichting van deze structuur dateert al van 2008. De feitelijke oprichting ervan, oorspronkelijk gepland in 2009, kadert in het "Programma voor de verbetering van de levenskwaliteit van personen met chronische ziekten 2009-2010". Het was wachten tot de lente van 2012 alvorens het effectief het levenslicht zag. Het Observatorium vervangt het Raadgevend Comité chronische ziekten van het Riziv. Volgens Jo De Cock, administrateur- Observatorium "zonder enige overdrijving een mijlpaal in de annalen van de verzekering voor geneeskundige verzorging en van het Riziv", omdat het de patiëntenorganisaties een meer prominente plaats geeft bij behandeling van chronische ziekten. de wetenschappelijke raad van het Riziv en bestaat uit een wetenschappelijke en een raadgevende afdeling. Huisartsen en specialisten, verpleegkundigen, van de rust- en verzorgingstehuizen, de verzekeringsinstellingen en vertegenwoordigers van de ministers van Sociale Zaken en Volksgezondheid zetelen hierin. De wetenschappelijke afdeling van het Observatorium, voorgezeten door dr. Jean-Pierre Baeyens, heeft als opdracht "het omschrijven van de tenlasteneming van geneeskundige verzorging verleend aan patiënten met een chronische ziekte". De opdracht van de raadgevende afdeling, samengesteld uit verzekeringsinstellingen, representatieve patiëntenverenigingen en vertegenwoordigers van het kabinet Onkelinx, bestaat er in de behoeften van chronische patiënten te evalueren. Micky Fierens (Ligue des Usagers des Services de Santé, LUSS) en Jacques Boly (CM), respectievelijk voorzitter en vicevoorzitter van de raadgevende afdeling, werken hiervoor samen met de vertegenwoordigers van de wetenschappelijke afdeling en de dienst juridische zaken en toegankelijkheid van de dienst voor geneeskundige verzorging van het Riziv. "Om een effectieve participatie van de patiënten te bereiken, moet het Observatorium in volle autonomie en volgens zijn eigen ritme kunnen werken, en dat in een goede samenwerking met andere instanties uit het domein van de chronische aandoeningen (CGD, WGV, enz.), die deze nieuwe stem moeten respecteren en aanhoren", zegt Ri De Ridder, directeur- generaal van het Riziv. "Participatie vergt tijd. Men moet zich de materie eigen maken en de behoeften evalueren." de twee groepen hun specifieke expertise delen. De verzekeringsinstellingen hun gegevens, hun expertise in het dagelijks beheer van de verzekering van gezondheidszorg en van de vertegenwoordiging van verzekerden; de patiënt zijn ervaringsdeskundigheid en zijn kennis van de specifieke behoeften van de patiënten. De promotoren van het Observatorium willen de studies en analyses van een reeks instanties (Vlaamse Liga tegen Kanker, KCE, Koning Boudewijnstichting,...) gebruiken om de bedenkingen en discussies te voeden. "De Koning Boudewijnstichting kan het Observatorium helpen bij de promotie van patiëntenparticipatie", gaat Ri De Ridder verder. De Koning Boudewijnstichting publiceerde in september 2011 reeds een interessant rapport over patiëntenparticipatie. Daarin wordt benadrukt dat "patiëntenorganisaties vooralsnog overwegend in de buitenrand van het besluitvormingsproces meedraaien. Dit is mede het gevolg van het historisch gegroeide, gesloten overlegmodel binnen de gezondheidszorg." (1) de wetenschappelijke afdeling, meent dat een patiënt die lijdt aan een chronische ziekte vooral nood heeft aan een goed opgeleide huisarts. Hij is ervan overtuigd dat men niet moet vertrekken vanuit de problemen van de zorgverstrekker of de verzorgingsinstelling, maar wel degelijk vanuit de reële noden van de patiënt. Het Observatorium wil een `evidence based' aanpak ontwikkelen en meetbare indicatoren gebruiken. rapport voor de regering en het parlement maken, waarin aangetoond wordt dat het zich om zijn vele missies bekommert. Ondertussen moet er eind 2012, begin 2013 een grote nationale conferentie over chronische ziekten georganiseerd worden. en financiering, Alain Denis en Michel Teller, KBS. patiëntenverengingen en de ziekenfondsen op 2 mei het Observatorium voor Chronische Ziekten in. Weer "iets" erbij? Het is te vroeg om daar al uitspraken over te doen. Binnen enkele maanden kunnen we de acties van het Observatorium evalueren. De ambities zijn in elk geval even groot als de verwachtingen van de patiënten. Observatorium herhaalde Laurette Onkelinx dat ze tegen 2013 graag een specifiek statuut voor chronisch zieken zou voorstellen. Het Riziv werkt momenteel de voordelen uit die aan dat statuut verbonden zullen zijn: automatisering van de maximumfactuur (Maf) voor chronisch zieken, automatische toepassing van de regeling derde betaler en een specifieke bescherming tegen ziekenhuissupplementen. "We werken tevens aan een `uniek loket' om de patiënten beter te informeren over de tenlasteneming van hun ziekte", voegt de minister van Volksgezondheid er aan toe. "Maar we moeten meer doen dan de patiënten informeren. We moeten zorgverstrekkers en het grote publiek bewust maken van sommige, nog te weinig of slecht gekende chronische ziekten. De patiënten moeten immers naast hun lijden ook nog eens afrekenen met het onbegrip van de medische wereld, van hun familie, vrienden en kennissen of van hun collega's. Ik denk in het bijzonder aan de patiënten die aan fibromyalgie of chronische vermoeidheid lijden..." Observatorium in volle autonomie en volgens zijn eigen ritme kunnen werken, en dat in een goede samenwerking met andere instanties uit het domein van de chronische aandoeningen (CGD, WGV, enz.), die deze nieuwe stem moeten respecteren en aanhoren", zegt Ri De Ridder, directeur-generaal van het Riziv. |