background image
De Specialistenkrant
12-2
13 juni 2012
www.jds-sk.be/nl
12
I
S
amenwerking tussen artsen is
vandaag een vanzelfsprekendheid.
De manier waarop artsen die
samenwerking organiseren is heel wat
minder vanzelfsprekend, "in de eerste plaats
al omdat de samenwerking tussen artsen
sterk afhankelijk is van het ziekenhuis. In
de algemene regeling die ziekenhuizen en
artsen afsluiten, staan vaak ook bepalingen
in verband met de samenwerking tussen
artsen onderling. De verticale verhouding
met het ziekenhuis heeft zijn impact op de
horizontale verhouding tussen collega's
onderling
, zegt Raf Van Goethem. Dat
neemt niet weg dat er steeds verschillende
vormen van samenwerking mogelijk zijn en
blijven. Daarbij is het belangrijk het adagium
`
Structure follows strategy' in het achterhoofd
te houden. Men moet eerst een strategie
bepalen, daarna pas de structuur uitwerken.
Het mag zeker ook niet de boekhouder zijn
die bepaalt welke vorm van samenwerking er
komt
", grapt Van Goethem.
De minst ingrijpende vorm van samenwerking
is het dienstreglement: met als doel
praktische afspraken te maken wordt een
huishoudelijk reglement opgesteld. Het grote
voordeel van deze structuur is dat er weinig
rompslomp aan te pas komt, maar dat toch
alles wettelijk geregeld is. Meestal wordt het
van bovenaf (het ziekenhuis) opgelegd. Een
iets verdergaande vorm van samenwerking
is de zogenaamde middelensamenwerking.
Belangrijkste doel hiervan is het delen
van kosten met een schaalvoordeel bij de
aankoop als grootste pluspunt.
Professionele samenwerking
Naast deze vrij eenvoudige vormen van
samenwerking kan er ook gekozen worden
voor een meer verregaande, zeg maar
professionelere samenwerking. Binnen deze
groep van samenwerkingsverbanden zijn
er grosso modo drie mogelijkheden. De
eerste mogelijke vorm van samenwerking
is de associatie. "De kosten en de inkomsten
worden gedeeld, maar toch blijven de artsen
hun praktijk eigenlijk in eigen naam en voor
eigen rekening uitoefenen. Dit systeem heeft
als voordeel dat men samenwerkt en dat er
een vorm van solidariteit is, maar dat er toch
een grote mate van contractuele vrijheid blijft
bestaan.
"
Gaat men nog een stap verder dan komt men
bij de professionele vennootschap, die op
haar beurt twee vormen kan aannemen. "Bij
een maatschap worden kosten en inkomsten
gedeeld (zoals bij een associatie), maar
worden bovendien de praktijken ingebracht in
naam en voor rekening van de gemeenschap.
Dit gebeurt via een vennootschap
zonder rechtspersoon. Voordelen van
het systeem zijn het wettelijk kader en de
lagekostenstructuur.
" Kiest men voor een
bvba (besloten vennootschap met beperkte
aansprakelijkheid) of een cv (commanditaire
vennootschap) dan wordt aan de maatschap
eigenlijk een rechtspersoon toegevoegd.
Deze vennootschap met rechtspersoon
heeft enkele bijkomende voordelen:
groepsverzekering, beperkte aansprakelijkheid
en fiscale voordelen.
Doel bepalen
Eens een bepaalde vorm gekozen, is
het belangrijk om het doel van het
samenwerkingsverband te bepalen. "Wat
gaan we samen doen? Het is belangrijk in
de overeenkomst duidelijk de medische
activiteiten van de deelnemende collega's af te
bakenen. Erg belangrijk is tevens om van bij de
start contractueel vast te leggen welke regels
er voor de uitbreiding van de associatie worden
vastgelegd, en dat zowel procedureel als
inhoudelijk. Op procedureel vlak is unanimiteit
de regel, maar men kan daar van afwijken en
voor het meerderheidsprincipe kiezen. Hoe
groter de associatie, hoe moeilijker het is om
unanimiteit te krijgen. Ook inhoudelijk worden
de toetredingsvoorwaarden best vastgelegd.
"
Een belangrijk gegeven bij de intrede in een
associatie is het advies van de Nationale
Raad van de Orde van geneesheren van 28
mei 2011. Daarin zijn een aantal principes
opgenomen die voor alle artsen (specialisten
en huisartsen, intra- en extramuraal) gelden.
De Orde legt op dat de precieze modaliteiten
van in- en uittreding schriftelijk in een
contract tussen de partijen wordt vastgelegd
en voorafgaand ter goedkeuring aan de
bevoegde provinciale raad wordt voorgelegd.
In een associatie of vennootschap waarin
een progressieve ereloonverdeling bestaat
bij de intrede van nieuwe leden of waarin
nieuwe leden een intredevergoeding
betaalden, kan geen uittredingsvergoeding
meer worden toegekend aan de arts die
reeds het financiële voordeel genoten heeft,
volgend uit zo'n mindere verloning of van de
intredevergoeding van na hem ingetreden
collega's. Cumulatie van een progressieve
ereloonverdeling bij de intrede en een
intredevergoeding is niet toegelaten.
Intrede- en uitstapvergoeding
"Dat een intrede- en een uitstapvergoeding
niet meer samen kunnen, is het nieuwe aan
dit advies
, aldus Raf Van Goethem. Het
is opmerkelijk omdat het in tegenstrijd is
met eerdere contracten die de Orde wel
goedkeurde. Het advies miskent bovendien
de vennootschapswetgeving, waarbinnen
de intredevergoeding de pendant is van
de uittredevergoeding: wie over aandelen
beschikt en ervoor betaald heeft, moet die
ook kunnen verkopen. De Orde miskent
de noodzakelijke historiciteit en de
mathematica van de aandelenstructuur van
een artsenmaatschap. Het is niet tweemaal
ontvangen voor hetzelfde patiënteel, maar wel
hetzelfde patiënteel in schijven verkopen aan
de associés. Bovendien is het advies in strijd
met het mededingingsrecht.
"
Organisatorisch moeten er een aantal
onderwerpen duidelijk op papier gezet
worden. Hoe worden de medische dossiers
bewaard? En hoe zijn ze toegankelijk?
Hoeveel uren en dagen per week moet
een associé aanwezig zijn? Hoeveel dagen
vakantie kunnen er opgenomen worden? Is er
een speciale regeling voor studieverlof?
GV240N
Associatie, maatschappij, pooling. Er zijn verschillende manieren
voor artsen om samen te werken. Met allemaal hun voor- en
nadelen. Raf Van Goethem, vennoot bij Dewallens & Partners gaf op
de 17
de
VVOG-Colloquium Ethiek en Economie tekst en uitleg.
UW SOCIO-PROFESSIONELE ACTUALITEIT
Erg belangrijk is tevens om van bij de start contractueel
vast te leggen welke regels er voor de uitbreiding van de
associatie worden vastgelegd, en dat zowel procedureel
als inhoudelijk.
Collega en toch vriend:
geboorte, leven en dood van een
samenwerkingsverband
Hoe goed alles ook op papier gezet wordt, soms zijn conflicten tussen
associés onvermijdelijk.