a) (1) vervolledigt drie eerder door het Kenniscentrum gepubliceerde van de stijgende levensverwachting stelden de experts van het KCE zich de vraag of een uitbreiding van de screening in de leeftijds- categorie van 70 tot 74 jaar aangewezen is. Vier landen van de Europese Unie Frankrijk, Nederland, Spanje en Zweden hakten de knoop reeds door en kozen ervoor ook voor hen deze screening te organiseren. minatie, zeker wanneer de keuze gebeurt op basis van leeftijd", zeggen Raf Mertens en Jean- Pierre Closon, algemeen directeur en adjunct algemeen directeur van het KCE. "Hoe kan men bijvoorbeeld verantwoorden om aan een oudere patiënt de terugbetaling voor een dure hartingreep te ontzeggen, louter omwille van een leeftijdscriterium, ook al heeft hij of zij voor het overige nog een goede algemene gezond- heid? Dergelijke denkpistes roepen steevast een verhitte maatschappelijke discussie op, gevoed vanuit soms diametraal tegenover elkaar staan- de waardensystemen. Met deze studie over het al dan niet aanbieden van een georganiseerde borstkankerscreening aan vrouwen tussen de 70 en 74 jaar begeven we ons dus andermaal op glad ijs. Maar ook om andere redenen moeten we hier extra waakzaam zijn. Zoals bij elke geor- ganiseerde opsporing richt men zich tot mensen die a priori geen gezondheidsklachten hebben en dus ook niet noodzakelijk om dit onderzoek gevraagd hebben. Het adagium primum non nocere is hier dus des te belangrijker." gescreende vrouwen het KCE vast dat de uitbreiding van de pre- ventieve onderzoeken niet noodzakelijk steeds meer voordelen dan nadelen oplevert. Ongetwijfeld zullen er enkele levensjaren winst geboekt worden, maar wel met het risico dat de levenskwaliteit van de deelne- mende vrouwen wordt aangetast door te frequent `vals alarm' en door overdiagnose. Voor de experts van het KCE, Françoise Mambourg, Jo Robays en Sophie Gerkens, is de ongemakken verbonden aan een screening tot het minimum beperkt blijven. "De globale balans moet meer voordelen dan ongemakken opleveren." De onderzoekers toonden aan dat de uitbreiding van de screening tot de leef- tijdscategorie van 70 tot 74 jaar een winst van 13 levensjaren opleverde per 1.000 ge- screende vrouwen. "Bovendien neemt bij een stijgende leeftijd het aandeel van sterfgevallen ten gevolge van borstkanker af", vat het KCE samen (lees kader hiernaast). "Borstkanker is de doodsoorzaak van 13% van de sterfgeval- len in de leeftijdsgroep van 60 tot 64 jaar en van 6% in de groep van 70 tot 74 jaar. Op die leeftijd zijn kanker en hart- en vaatziekten ongeveer even belangrijk als doodsoorzaak. Ze zijn elk goed voor ongeveer een derde van de sterfgevallen." "Pas na één of meerdere bijkomende onder- zoeken (bijvoorbeeld een biopsie) kan men bevestigen dat het om een "vals alarm" gaat. Spijtig genoeg kan de patiënte pas na een periode van ongeveer 45 dagen gerustgesteld worden. Dat alles leidt tot veel angst en ongerustheid en tot onnodige onderzoeken en ingrepen", stelt het KCE. Bovendien evolueren sommige kankers zo traag dat zelfs wanneer ze niet behandeld worden, ze geen kwaliteitsverlies van de gezondheid met zich brengen. "Het risico op overdiagnose en overbodige behandeling is veel groter bij vrouwen tussen 70 en 74 jaar bij wie de kanker veel trager evolueert. Hun levensverwachting is minder groot dan bij vrouwen tussen 50 en 69 jaar en daardoor vergroot de kans dat ze overlijden alvorens de kanker zich verder kan ontwikkelen. Zowel een vals-positief resultaat als overdiagnose kunnen de levenskwaliteit van de betrokken vrouw wel ernstig beïnvloeden." stander van de uitbreiding van de screening tot vrouwen van 70 tot 74 jaar. Wat moet men dan antwoorden op de vraag van een patiënte uit deze groep die toch gescreend wil worden? Het KCE raadt artsen aan deze patiënten goed te informeren over de voor- delen en de mogelijke nadelen van een desondanks een preventief onderzoek te on- dergaan, dan moet de arts haar sturen naar een instelling die voldoet aan de Europese voorwaarden inzake kwaliteitsmateriaal: regelmatige controle van de installatie, dubbele lezing, registratie..." op een efficiënte manier aan de patiënt over te brengen. Brumammo raadt in zijn laatste rapport (2) de medisch-wetenschappelijke verenigingen en autoriteiten aan tot een vergelijk te komen, om zo de zorgverstrekkers een duidelijke boodschap te geven in lijn met de laatst gepubliceerde wetenschappelijke artikels en de rapporten van het KCE. "Dat moet het mogelijk maken een objectieve data- base uit te bouwen voor de communicatie met vrouwen uit de doelgroep." KCE Reports 176 A, https://kce.fgov.be Hoofdstedelijk Gewest (200-2010), Observatorium voor Gezondheid en Welzijn Brussel, www.brumammo.be. antwoordt negatief op deze vraag ingegeven door de stijgende levensverwachting van vrouwen in België. "Er bestaat geen aangetoonde meerwaarde." er in 2008 10.849 gevallen van borstkanker werden gediagnosticeerd in België. Meer dan driekwart van deze kankers werd gediagnosticeerd na de leeftijd van 50 jaar. De gemiddelde leeftijd op het moment van de diagnose bedraagt 62 jaar. De incidentie van borstkanker ligt op 370,7 per 100.000 in de groep vrouwen tussen 70 en 75 jaar. Een andere vaststelling waarmee rekening gehouden moet worden in het debat over preventieve onderzoeken: het relatieve aandeel van de mortaliteit ten gevolge van kanker in de globale mortaliteit verschilt naargelang van de leeftijd. In 2006 was borstkanker verantwoordelijk voor 14% van de sterfgevallen bij vrouwen in de groep tussen 50 en 54 jaar, 12% bij de 60- tot 64-jarigen, 7% bij de groep van 70 tot 74 jaar en 5% in de leeftijdscategorie van 75 tot 79 jaar (rapport n° 11 van het KCE). |