background image
De Specialistenkrant
12-2
13 juni 2012
www.jds-sk.be/nl
8
I
D
it recente advies van het KCE (n° 176
a) (1) vervolledigt drie eerder door
het Kenniscentrum gepubliceerde
rapporten over borstkanker. Naar aanleiding
van de stijgende levensverwachting stelden
de experts van het KCE zich de vraag of een
uitbreiding van de screening in de leeftijds-
categorie van 70 tot 74 jaar aangewezen is.
Vier landen van de Europese Unie ­ Frankrijk,
Nederland, Spanje en Zweden ­ hakten de
knoop reeds door en kozen ervoor ook voor
hen deze screening te organiseren.
Glad ijs
"Keuzes maken in de zorg lijkt al snel op discri-
minatie, zeker wanneer de keuze gebeurt op
basis van leeftijd"
, zeggen Raf Mertens en Jean-
Pierre Closon, algemeen directeur en adjunct
algemeen directeur van het KCE. "Hoe kan
men bijvoorbeeld verantwoorden om aan een
oudere patiënt de terugbetaling voor een dure
hartingreep te ontzeggen, louter omwille van
een leeftijdscriterium, ook al heeft hij of zij voor
het overige nog een goede algemene gezond-
heid? Dergelijke denkpistes roepen steevast een
verhitte maatschappelijke discussie op, gevoed
vanuit soms diametraal tegenover elkaar staan-
de waardensystemen. Met deze studie over het
al dan niet aanbieden van een georganiseerde
borstkankerscreening aan vrouwen tussen de
70 en 74 jaar begeven we ons dus andermaal op
glad ijs. Maar ook om andere redenen moeten
we hier extra waakzaam zijn. Zoals bij elke geor-
ganiseerde opsporing richt men zich tot mensen
die a priori geen gezondheidsklachten hebben
en dus ook niet noodzakelijk om dit onderzoek
gevraagd hebben. Het adagium
primum non
nocere is hier dus des te belangrijker."
13 levensjaren per 1.000
gescreende vrouwen
In zijn vierde rapport over borstkanker stelt
het KCE vast dat de uitbreiding van de pre-
ventieve onderzoeken niet noodzakelijk
steeds meer voordelen dan nadelen oplevert.
Ongetwijfeld zullen er enkele levensjaren
winst geboekt worden, maar wel met het
risico dat de levenskwaliteit van de deelne-
mende vrouwen wordt aangetast door te
frequent `vals alarm' en door overdiagnose.
Voor de experts van het KCE, Françoise
Mambourg, Jo Robays en Sophie Gerkens, is
het van primordiaal belang dat de risico's en
de ongemakken verbonden aan een screening
tot het minimum beperkt blijven. "De globale
balans moet meer voordelen dan ongemakken
opleveren."
De onderzoekers toonden aan dat
de uitbreiding van de screening tot de leef-
tijdscategorie van 70 tot 74 jaar een winst
van 13 levensjaren opleverde per 1.000 ge-
screende vrouwen. "Bovendien neemt bij een
stijgende leeftijd het aandeel van sterfgevallen
ten gevolge van borstkanker af"
, vat het KCE
samen (lees kader hiernaast). "Borstkanker is
de doodsoorzaak van 13% van de sterfgeval-
len in de leeftijdsgroep van 60 tot 64 jaar en
van 6% in de groep van 70 tot 74 jaar. Op die
leeftijd zijn kanker en hart- en vaatziekten
ongeveer even belangrijk als doodsoorzaak. Ze
zijn elk goed voor ongeveer een derde van de
sterfgevallen."
Vals alarm
Screening leidt tot 3,5 à 10% vals-positieven.
"Pas na één of meerdere bijkomende onder-
zoeken (bijvoorbeeld een biopsie) kan men
bevestigen dat het om een "vals alarm" gaat.
Spijtig genoeg kan de patiënte pas na een
periode van ongeveer 45 dagen gerustgesteld
worden. Dat alles leidt tot veel angst en
ongerustheid en tot onnodige onderzoeken
en ingrepen"
, stelt het KCE.
Bovendien evolueren sommige kankers zo
traag dat zelfs wanneer ze niet behandeld
worden, ze geen kwaliteitsverlies van de
gezondheid met zich brengen. "Het risico op
overdiagnose en overbodige behandeling is
veel groter bij vrouwen tussen 70 en 74 jaar
bij wie de kanker veel trager evolueert. Hun
levensverwachting is minder groot dan bij
vrouwen tussen 50 en 69 jaar en daardoor
vergroot de kans dat ze overlijden alvorens de
kanker zich verder kan ontwikkelen. Zowel een
vals-positief resultaat als overdiagnose kunnen
de levenskwaliteit van de betrokken vrouw wel
ernstig beïnvloeden."
Het moge duidelijk zijn, het KCE is geen voor-
stander van de uitbreiding van de screening
tot vrouwen van 70 tot 74 jaar. Wat moet
men dan antwoorden op de vraag van een
patiënte uit deze groep die toch gescreend
wil worden? Het KCE raadt artsen aan deze
patiënten goed te informeren over de voor-
delen en de mogelijke nadelen van een
preventief onderzoek. "Beslist de patiënt
desondanks een preventief onderzoek te on-
dergaan, dan moet de arts haar sturen naar
een instelling die voldoet aan de Europese
voorwaarden inzake kwaliteitsmateriaal:
regelmatige controle van de installatie,
dubbele lezing, registratie..."
Blijft nog het probleem om deze boodschap
op een efficiënte manier aan de patiënt over
te brengen. Brumammo raadt in zijn laatste
rapport (2) de medisch-wetenschappelijke
verenigingen en autoriteiten aan tot een
vergelijk te komen, om zo de zorgverstrekkers
een duidelijke boodschap te geven in lijn met
de laatst gepubliceerde wetenschappelijke
artikels en de rapporten van het KCE. "Dat
moet het mogelijk maken een objectieve data-
base uit te bouwen voor de communicatie met
vrouwen uit de doelgroep."
1. Opsporing van borstkanker tussen 70 en 74 jaar,
Françoise Mambourg, Jo Robays en Sophie Gerkens,
KCE Reports 176 A, https://kce.fgov.be
2. Derde rapport over de evolutie van het
borstkankerscreeningsprogramma in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest (200-2010), Observatorium
voor Gezondheid en Welzijn Brussel,
www.brumammo.be.
Vincent Claes
JS0037N
BORSTKANKER
Moet
borstkankerscreening uitgebreid
worden tot vrouwen tussen 70 en 74 jaar?
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE)
antwoordt negatief op deze vraag ingegeven door de stijgende
levensverwachting van vrouwen in België. "Er bestaat geen
aangetoonde meerwaarde."
UW SOCIO-PROFESSIONELE ACTUALITEIT
7% sterfgevallen bij
70- tot 74-jarigen
Het KCE herinnert eraan dat
er in 2008 10.849 gevallen
van borstkanker werden
gediagnosticeerd in België. Meer
dan driekwart van deze kankers
werd gediagnosticeerd na de
leeftijd van 50 jaar. De gemiddelde
leeftijd op het moment van de
diagnose bedraagt 62 jaar. De
incidentie van borstkanker ligt op
370,7 per 100.000 in de groep
vrouwen tussen 70 en 75 jaar.
Een andere vaststelling waarmee
rekening gehouden moet worden
in het debat over preventieve
onderzoeken: het relatieve aandeel
van de mortaliteit ten gevolge van
kanker in de globale mortaliteit
verschilt naargelang van de
leeftijd. In 2006 was borstkanker
verantwoordelijk voor 14% van
de sterfgevallen bij vrouwen in de
groep tussen 50 en 54 jaar, 12%
bij de 60- tot 64-jarigen, 7% bij de
groep van 70 tot 74 jaar en 5% in
de leeftijdscategorie van 75 tot 79
jaar (rapport n° 11 van het KCE).