klinisch: aanwezigheid van een hoest, een piepende ademhaling, beklem- die meestal 5 tot 30 minuten (en doorgaans 6 tot 8 minuten) na een inspanning optreden en continu en intens zijn. Maar het klinisch beeld is niet altijd zo typisch: bij jongeren stellen we vaker hoestaanvallen vast of on- duidelijk beschreven ademhalingsproblemen, een langere recuperatie na inspanning, sla- peloosheid na inspanning en soms zelfs geen klachten maar wel een verminderde licha- melijke activiteit. "Dit vertaalt zich op klinisch vlak in een toename van het aantal jongeren dat in september-oktober consulteert voor ademnood bij inspanning zonder dat de diag- nose astma ooit is gesteld of vermoed. In dat geval moet een onderscheid worden gemaakt met een slechte lichamelijke conditie (maar de dyspneu treedt eerder op tijdens de inspanning en verdwijnt zodra de inspanning wordt ge- staakt) of een hyperventilatiesyndroom", stelt Jacques Lecomte vast. problemen van het begin van dit millennium: de prevalentie van luchtwegaandoeningen is gecorreleerd aan de gemiddelde graad van vervuiling (1). En Charleroi is zeker geen ide- ale stad op het vlak van risico, met recordpol- lutiepieken in 2006-2007, de periode waarin de toegelaten niveaus gemiddeld 1 dag op 2 werden overschreden. In de litera- tuur blijft de rol van externe vervuilende stof- fen echter betwist (2). Wel is vastgesteld dat kinderen die in een vervuilde omgeving wo- nen een afname van de ademhalingsfunctie vertonen (1). Het verband tussen afname van de ademhalingsfunctie en de ontwikkeling van astma is niet bekend (1). In deze context wilde het team van het CHU Charleroi na- gaan in welke mate de confrontatie met ver- vuiling in bepaalde zones de prevalentie van astma bij schoolgaande kinderen verhoogt. Screening Test' als meetinstru- ment bij de schoolgaande populatie in de regio Charleroi (FRAST) is een terreintest die voor dit onder- zoek het meest geschikt leek. De test wordt frequent gebruikt in epidemiologische studies en kan buiten worden uitgevoerd, zonder speciale apparatuur. Hij is ook perfect aange- past aan kinderen (3). De test bestaat uit 6 minuten vrij lopen: het kind loopt de eerste minuut traag en de volgende vijf minuten op het maximum van zijn mogelijkheden. Idealiter moet de hartfrequentie bij onmid- dellijke staking van de inspanning > 80% van de maximale theoretische waarde bedragen. "Deze test heeft een goede specificiteit (93%) maar een geringe sensitiviteit (43%) en een positieve voorspellende waarde van 40%", aldus Jacques Lecomte. om de ESW te meten, konden de resultaten worden geïnterpreteerd in functie van de meest gebruikte criteria voor positiviteit (afname van het piekdebiet met 15% en/ of gelijktijdige afname met > 9% of > 15% van de ESW). Dankzij vijf scholen in Charleroi en omgeving (in de stad en in een zone die wordt blootgesteld aan de overheersende windrichtingen afkomstig van de fabrieken) en op het platteland konden 2.484 scholieren worden geëvalueerd. deelnemers aan de test een daling van de ESW > 9% vertoonde en 10,14% een daling > 15%. 17% vertoonde een afname > 15% van het piekdebiet, cijfers die veel hoger lig- gen dan die in de literatuur maar die moeten worden geïnterpreteerd in functie van de zone waar de school zich bevond (14% en meer in de blootgestelde zones tegenover werden ook uitgedrukt in functie van de woonomgeving, met dezelfde resultaten. "In onze populatie bedroeg de prevalentie van astma bij de anamnese 11,31%, een cijfer dat ook in de literatuur terug te vinden is", preci- seert Jacques Lecomte. Een meer gedetailleerde analyse van de re- sultaten in functie van de anamnese wees overigens uit dat 29,27% van de bevestigde astmapatiënten een daling van de ESW > 15% vertoonde. Het aantal astmapatiënten dat deze afname van de ESW vertoonde, be- droeg bijna 75%. Omgekeerd vertoonde een aanzienlijk aantal proefpersonen zonder be- vestigd astmaverleden (16,5%) een afname van de ESW > 9%, een cijfer dat dus aansluit bij de resultaten van de ISAAC-studie (4). "Dit bevestigt nogmaals dat de anamnese niet nauwkeurig genoeg is om de diagnose inspan- ningsastma te stellen", concludeert hij. factoren en hun gevolgen voor de gezondheid? moet ook rekening worden gehouden met de weersomstandigheden, want daarvan hangt het af of vervuilende stoffen worden verspreid door de wind, met de regen op de grond terechtkomen of stagneren bij een sta- biele atmosfeer. De voornaamste vervuilende stoffen in onze omgeving zijn zwaveldioxide, stikstofdioxide, koolmonoxide, maar vooral ozon en fijne deeltjes, die oogirritatie, een kriebel in de keel en rinorroe, een irritatie- hoest... veroorzaken. Vervuilende stoffen in de lucht zijn irriterend voor alle slijmvliezen van de bovenste luchtwegen, in het bijzonder voor de bronchiën, en verhogen zo de gevoe- ligheid voor allergenen. toxische stof die wordt gevormd door hevige zonnestraling, zijn maximale concentratie bereikt op heel warme dagen en gek genoeg vooral in landelijke gebieden. Het kan scha- delijk zijn voor atleten (5) maar ook voor de algemene bevolking: collectieve sportbeoe- fening in openlucht is geassocieerd met een verhoogd risico op astma bij kinderen die wonen in de zone waar de ozonconcentra- luchtvervuiling astma? prevalentie van astma in onze streken de voorbije decennia, en dit ondanks de grotere kennis van de fysiopathologische mechanismen van de ziekte en beschikbaarheid van steeds performantere geneesmiddelen", aldus dr. Jacques Lecomte (CHU Charleroi). "De reden? Onze sedentaire levensstijl, de toename van zwaarlijvigheid en een agressieve omgeving." Daarom besloot zijn team om een studie uit te voeren gericht op de omgevingsfactoren in de streek rond Charleroi. Implicaties en resultaten. |