background image
De Specialistenkrant
12-2
13 juni 2012
www.jds-sk.be/nl
I
17
S
inds enkele jaren ­ en zeker sinds Sa-
bine Laruelle, toenmalig minister van
KMO's en Zelfstandigen, op 1 januari
2010 het Familieplan invoerde ­ probeert de
overheid het bestaande verschil in sociale
bescherming tussen zelfstandigen en loon-
trekkenden te verkleinen; een positieve evo-
lutie voor de zelfstandigen, die in België toch
goed zijn voor 900.000 professioneel actieve
mensen.
Het ontwerp van Koninklijk Besluit dat minis-
ter van Sociale Zaken Laurette Onkelinx en
staatssecretaris voor Sociale Zaken Philippe
Courard aan de ministerraad voorstelden,
schaft twee nog steeds bestaande discrimi-
naties af bij de terugbetaling van gezond-
heidszorg. Vandaag bestaat er een verschil
tussen gepensioneerde zelfstandigen die hun
activiteiten hebben stopgezet en zij die ze
hebben voortgezet. Zij die blijven werken,
moeten nu immers nog steeds bijdragen be-
talen om een terugbetaling van hun gezond-
heidszorg te kunnen genieten, en dat hoewel
ze al gepensioneerd zijn. "Voortaan bestaat er
geen onderscheid meer tussen gepensioneerde
rechthebbenden, of ze nog aan het werk zijn of
niet. Het RSVZ zal nog maar één attest geven
voor alle gepensioneerde zelfstandigen. Met
dat attest krijgen ze of behouden ze hun recht
op gezondheidszorg"
, delen Onkelinx en
Courard mee.
De ministers namen nog een andere beslis-
sing die zich al enige tijd opdrong. Zelfstandi-
gen behouden het recht op gezondheidszorg
wanneer ze hun professionele activiteit
onderbreken om zich te bekommeren om een
zwaar zieke naaste. "Zelfstandigen die nu hun
beroepsactiviteit onderbreken om, in het kader
van het Familieplan voor een zwaar ziek kind of
zwaar zieke partner te zorgen, ontvangen geen
bijdragebon meer (het bewijs van hun sociale
bijdrage). Daardoor is hun hoedanigheid als
zelfstandige rechthebbende niet vastgesteld,
wat betekent dat ze hun recht op gezondheids-
zorg verliezen
, legt men uit op het kabinet
Onkelinx. De periode waarin de zelfstandige
activiteit wordt onderbroken, wordt voortaan
beschouwd als gedekt door voldoende sociale
bijdragen. De betrokken zelfstandigen behou-
den dus hun recht op gezondheidszorg."
Dit Koninklijk Besluit, dat het Koninklijk Be-
sluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de
gecoördineerde wet betreffende de verplichte
verzekering voor geneeskundige verzorging
en uitkeringen wijzigt, treedt met terugwer-
kende kracht in op 1 januari 2010. Op het
moment dat dit blad naar de drukker ging,
moest de tekst nog in het Belgisch Staatsblad
gepubliceerd worden.
V.C.
JS0041N
TERUGBETALING VAN DE GEZONDHEIDSZORG
Zelfstandigen
krijgen een betere
bescherming
Voortaan behouden zelfstandigen hun recht op gezondheidszorg
wanneer ze tijdelijk hun professionele activiteiten stopzetten om
zich over een zwaar zieke naaste te bekommeren. De ministerraad
van 11 mei keurde een ontwerp van Koninklijk Besluit goed dat de
bescherming van (gepensioneerde) zelfstandigen verbetert.
Onwettige afwezigheid op school en verlies van kinderbijslag
Elke student die niet langer onderworpen is aan de schoolplicht, maar toch
kinderbijslag wil blijven genieten, moet op regelmatige basis lessen bijwonen.
"Wanneer de directie van een onderwijsinstelling van oordeel is dat een leerling
ongerechtvaardigd afwezig blijft, vervalt de kinderbijslag vanaf de eerste dag van
de ongewettigde afwezigheid"
, maakt kamerlid Miranda (N-VA) zich zorgen in de
commissie Sociale Zaken van de Kamer. Staatssecretaris voor Sociale Zaken, Familie
en Personen met een Handicap Philippe Courard stelt haar gerust. "Artikel 5 van
het Koninklijk Besluit van 10 augustus 2005 is alleen van toepassing op kinderen die
hoger onderwijs volgen. Kinderen van 0 tot 18 jaar hebben onvoorwaardelijk recht op
kinderbijslag. Het Koninklijk Besluit vestigt een recht op kinderbijslag voor kinderen die
hoger onderwijs volgen, op voorwaarde dat ze zijn ingeschreven. Voor deze kinderen is
er echter geen verplichting meer om de lessen te volgen. De link met schoolverzuim lijkt
me dan ook weinig pertinent."
Bovendien vindt Philippe Courard het niet opportuun
om kinderbijslag te gebruiken om schoolverzuim te bestrijden. "Preventie lijkt me
meer aangewezen."
V.C.
MANAGEMENT
Op welke leeftijd
kan ik met vervroegd
pensioen gaan?
De hervorming van de pensioenen, waarover in de pers veel te doen
was, treedt in werking vanaf 1 januari 2013. Ze wordt in twee fases
ingevoerd: van 2013 tot 2015 en vanaf 2016.
H
et RSVZ (Rijksinstituut voor de Sociale
Verzekeringen der Zelfstandigen)
stelde onlangs een interessante
samenvattende tabel (zie hieronder) voor
waarin duidelijk gemaakt wordt hoe de
minimumleeftijd en de loopbaanvoorwaarden
progressief vergroten alvorens men met
vervroegd pensioen kan gaan.
Het is belangrijk te noteren dat vanaf
2013 de malus (nvdr: vermindering van
het pensioen) wordt afgeschaft voor de
zelfstandige die vanaf 63 jaar vervroegd met
pensioen gaat en voor de zelfstandige die
vervroegd met pensioen gaat, minder dan 63
jaar oud is, maar die wel een beroepscarrière
van minstens 41 jaar kan aantonen.
Vanaf 2013 versoepelt de malus in twee
situaties. Een vervroegd rustpensioen op 60
en een half jaar in 2013 of 2014 zal leiden
tot een vermindering van het pensioen met
21,5%. In 2015 wordt voor een vervroegd
rustpensioen op 61 en een half jaar het
verminderingspercentage op 15% gebracht.
De hervorming voorziet in een systeem van
verworven rechten: van zodra de zelfstandige
op een bepaald moment de voorwaarden
voor een vervroegd rustpensioen vervult,
behoudt hij dit recht, zelfs als de nieuwe
wettelijke voorwaarden niet vervuld zijn. Een
voorbeeld. Arts X is in 2012 60 jaar en heeft
er een carrière van 35 jaar opzitten. Hij gaat
echter niet met vervroegd pensioen, hoewel
hij dat wel had kunnen doen. In 2014 kan
arts X alsnog met pensioen gaan, hoewel de
nieuwe voorwaarde van minstens 39 jaar
loopbaan niet vervuld is.
Datum
Minimale leeftijd
L
oopbaan-
voorwaarde
Uitzondering lange
loopbaan
Huidige situatie
2012
60 jaar
35 jaar
/
Overgangsstelsel (van 2013 tot 2015)
2013
60,5 jaar
38 jaar
60 jaar, bij loopbaan van 40 jaar
2014
61 jaar
39 jaar
60 jaar, bij loopbaan van 40 jaar
2015
61,5 jaar
40 jaar
60 jaar, bij loopbaan van 41 jaar
Definitief stelsel (vanaf 2016)
2016
62 jaar
40 jaar
60 jaar, bij loopbaan van 42 jaar
61 jaar, bij loopbaan van 41 jaar
Bron: RSVZ
Tabel: Minimumleeftijd en voorwaarden om met vervroegd pensioen te gaan.