in het Kinderziekenhuis Koningin Fabiola (UKZKF), specialist in neu- psychologie aan de VUB. Hij werd geboren in Elsene en behaalde in 1992 zijn diploma. In 1997 werd hij specialist in de neurologie. Een deel van zijn opleiding volgde hij in het Great Ormond Street Hospital in Londen, een wereldwijd bekend ziekenhuis dat op het vlak van kindergeneeskunde het beste in Engeland is. Hij is medeauteur van het boek `Handicaps et déficiences de l'enfant' (De Boeck, 2001) en auteur van het boek `Angelman Syndrome' (Wiley, 2008). In 2008 kreeg hij de Socratesprijs. personage in het boek, Jean-Paul Rakover, beoefent dit beroep. Jean-Paul zit vast op de luchthaven Frédéric Chopin in Warschau en gebruikt die lange, gedwongen rust om na te denken over zijn wortels en afkomst. Daar weet hij immers bijzonder weinig van af: zijn vader heeft hij nooit gekend en zijn moeder heeft door een CVA afasie gekregen. "Ik wilde niet dat het hoofdpersonage in mijn roman een rechtstreeks verband met mijn job in de neuro- pediatrie had. Ik wilde afstand bewaren en me niet in het emotionele en ethische aspect ver- diepen", vertelt Bernard Dan. "Door die afstand kan ik ook gemakkelijker humor in het verhaal leggen. Het geeft me de kans om onrechtstreeks naar de dingen te kijken. Tandheelkunde gaat verder ook met heel wat metaforen gepaard: de ene associeert tanden met een enge tandarts, terwijl de andere daarbij net aan lachen of bijten denkt. En dan is er natuurlijk nog de metafoor van de wortel (Rakover gaat naar een congres over tandwortels)." lacht hem toe als een kind dat met een stra- lende glimlach van het leven geniet. "Ik ben geen schrijver. Dit is een totaal onverwacht, heerlijk avontuur. Ze vragen me om een nieu- we roman te schrijven terwijl ik nu alweer met eentje bezig ben." Op het moment dat wij contact met hem opnamen, stond Bernard Dan op het punt om naar Australië te vliegen. Hij zal er de John Stobo Prichard Award van de International Child Neurology Association in ontvangst nemen. De prijs beloont een jonge kinderarts in de neurologie die zich door klinisch of zuiver wetenschappelijk onderzoek heeft onderscheiden. door dr. Linda De Meirleir van het UZ Brussel. Het is niet moeilijk te raden hoe hij zijn lange andere vorm van vrijheid. Fictie schrijven is de werkelijkheid op een andere manier beleven, met afstand en soms meer controle. Er zitten typische romankenmerken in mijn boek, maar op sommige vlakken doet het verhaal ook aan een essay denken. Zo bevat het biografische en autobiografische elementen. Wat me echter vooral aantrok, is het vertellen. In mijn beroep als arts, en kinderarts in de neurologie in het bijzonder, moet je dat goed kunnen. De men- sen moeten ons begrijpen. Kinderen en ouders moeten zich dankzij ons een nieuw leven krijgt. Ik vertel in mijn boek een verhaal, al is het soms iets minder serieus dan in mijn gesprek met patiënten of familie." zwaar verleden aan te kaarten bevat het boek ook heel wat humor. Het hoofdpersonage gaat met een lach en een traan op zoek naar zijn identiteit en wordt daarbij letterlijk ondergedompeld in het fi- uit Warschau, Yosl Rakover. Jean-Paul beeldt zich tot in de horror van de nazibeweging in dat hij een bloedband met die soldaat heeft. "Dat was voor mij de enige manier om een zwaar verleden aan te kaarten. Soms overstijgt wat we willen uitdrukken ons inlevingsvermo- gen. In dat geval hebben we een persoonlijke dimensie en een soort verschuiving nodig om onze boodschap duidelijk te maken." terug aangehaald. Wat dat betreft, maakt hij zich zorgen over de ontkenning van de ge- schiedenis. We ontkennen bepaalde zaken die de identiteit van de Joodse samenleving, de geschiedenis van de mensheid en het vol- strekt menselijke hebben gevormd. "Menselijk zijn moet een actieve en persoonlijke keuze blijven. Het is een verantwoordelijkheid die we allemaal moeten opnemen. Identiteit wordt gebouwd op een verleden dat je soms niet vol- ledig kent. Dan ga je `compenseren'. Sommige aspecten strijk je glad of smuk je op terwijl je andere net erger maakt... Onze band met de geschiedenis is heel belangrijk. We moeten ons realiseren dat er veel subjectiviteit in onze zogenaamde identiteit zit. Identiteit is niet iets dat ons is gegeven. Het is niet iets absoluuts, maar iets dat we fundamenteel nodig hebben. We leven immers in een samenleving waar iedereen zijn eigen identiteit heeft." Om een menselijke wereld te behouden, moeten we ons uiterste best doen om dat verleden te redden en te blijven onderwijzen. Het is van het grootste belang dat we de ver- antwoordelijkheid die dat verleden ons geeft, doorgeven aan nieuwe generaties. Zoals we verantwoordelijk zijn voor de toekomst, zijn we dat ook voor het verleden. Hij hoopt dat dat niet tot de tweede en derde generatie beperkt blijft. "Het begrip getuigenis is heel belangrijk. Het bevat subjectiviteit. We zijn te vaak geneigd bepaalde zaken weg te laten of te elimineren om ze objectief te maken. Zo kunnen we ze namelijk anders en veel sneller verwerken. Een van de moeilijkheden in het onderwijzen van het verleden is dat de men- sen van nu zich niet meer betrokken voelen. Mijn verteller ervaart dat en eigent zich dat verleden dat hij op zo een overdreven manier beleeft, weer toe." een schot in de roos. De schrijver van het boek, Bernard Dan, is ook kinderarts in de neurologie in het Kinderziekenhuis Koningin Fabiola (UKZKF). Samen met negentien andere Franse debuutschrijvers dingt hij mee naar de Prix de la Première (RTBF radio). De Prix Eugène Schmits 2011 van de Académie Royale de Langue et de Littérature Françaises de Belgique heeft hij alvast in de wacht gesleept. Een gesprek. In mijn beroep als arts, en kinderarts in de neurologie in het bijzonder, moet je dat goed kunnen. De mensen moeten ons begrijpen. Kinderen en ouders moeten zich dankzij ons een nieuw leven kunnen voorstellen, een leven dat weer zin krijgt." |