Federaal kenniscentrum (KCE) een rap- port waaruit bleek dat de uitgaven voor lokte de persverantwoordelijke van het KCE de opmerking dat de "stijging van de kosten van zuurstoftherapie het budget van gezond- heidszorg naar adem doet happen". Dr. Jan Lamont, voorzitter van de Beroepsvereniging voor Belgische Longartsen, ontkent niet dat er een probleem was en dat de uitgaven sterk stegen. "Het probleem situeerde zich echter niet bij de longartsen. Met de zuurstof die wij onze patiënten binnen de conventie voorschrij- ven, was er geen probleem. De patiënt is er mee geholpen en leeft langer. En dat alles binnen de budgettaire perken." Ook het KCE wijst er in zijn rapport op dat het probleem niet bij de longartsen ligt. "In België wordt zuurstoftherapie volledig te- rugbetaald door de ziekteverzekering. Deze terugbetaling wordt op twee verschillende manieren geregeld. Enerzijds zijn er een aantal overeenkomsten tussen het Riziv en individuele revalidatiecentra. Anderzijds is er het globaal akkoord tussen apothekers en ziekenfondsen. Bij de overeenkomsten met de revalidatiecen- tra gelden bepaalde voorwaarden voor de te- rugbetaling, en deze hebben alleen betrekking op langdurige behandelingen. De regeling via de apothekers is veel soepeler en maakt dit on- derscheid niet. Er is dus geen eenvormig beleid, en het uiteindelijke resultaat is dat de therapie in België kan worden voorgeschreven door elke arts, voor elke aandoening, en dat ze aan elke patiënt wordt terugbetaald, zonder remgeld", stelde het Federaal Kenniscentrum vast. rugbetaling van medicatiezuurstof grondig te herbekijken. "In een eerste voorstel werd zo- wat alles overboord gegooid", stelt dr. Lamont vast. "De ontsporingen, maar ook de goede za- ken. Dankzij intensieve onderhandelingen met het Riziv en de ziekenfondsen kon een geza- menlijke werkgroep van de Beroepsvereniging en de Wetenschappelijke vereniging verkrijgen dat de conventie met de longartsen behouden bleef. Ze wordt wel gemoderniseerd. Het akkoord dat we bereikten, is ondertussen goedgekeurd door het Verzekeringscomité." van het Koninklijk Besluit van 17 mei 2012 eerstdaags in het Belgisch Staatsblad zal verschijnen. Daarmee komt een einde aan de onduidelijkheid over de datum waarop de regeling in voege treedt. Eerder waren als streefdata 1 mei en 1 juni vooropgesteld, maar daarop volgde er steeds uitstel. Dat de periode van onduidelijkheid voorbij is, stemt dr. Lamont tevreden. "De longartsen werden de laatste weken overrompeld door patiënten uit het thuiscircuit die uit de boot zullen vallen met de nieuwe regeling omdat zuurstoftherapie bij hen niet geïndiceerd is. Dat is geen prettige boodschap, die steeds veel tijd in beslag nam." eerste plaats wordt er een onderscheid ge- maakt tussen kortetermijnbehandelingen en op korte termijn kan opgestart worden door een huisarts of een specialist en dat via een officina-apotheker. De chronische behande- ling is voorbehouden aan de diensten pneu- mologie of pediatrie van een ziekenhuis. De terugbetaling van gasvormige zuurstof wordt opgenomen in hoofdstuk IV. Er is een voorafgaande machtiging van de adviserend arts van het ziekenfonds nodig voor de kort- durende behandeling van acute hypoxemie en bij clusterhoofdpijn. Bij palliatieve patiënten moet de derdebetalersregeling vermeld worden. Voor de terugbetaling van een oxyconcentrator moet bij een kort- durende behandeling eveneens een vooraf- gaande machtiging verkregen worden bij de adviserend arts. Ook hier moet de regeling derde betaler vermeld worden bij palliatieve tevreden over nieuwe conventie terugbetaling van zuurstoftherapie in werking. Dat wordt bevestigd door het Riziv. De longartsen, die hun centrale plaats als voorschrijver en begeleider versterken, zijn alvast globaal tevreden met de nieuwe regeling. Het bruto-inkomen van de ziekenhuisarts stemt overeen met de som van de in rekening gebrachte honoraria voor verleende diensten, op basis van de Riziv- nomenclatuur of van een pseudo-nomenclatuur eigen aan het ziekenhuis; op basis van de permanentie-, beschikbaarheids- en wachthonoraria; van het aandeel van de artsen in vergoedingen toegekend aan het ziekenhuis voor Riziv-conventies; van de forfaits toegestaan in de medische beeldvorming en de klinische biologie en op basis van alle andere inkomsten, met inbegrip van de honorariumsupplementen. versterken hun rol als voor- schrijver en begeleider." vereniging verkrijgen dat de conventie met de longartsen behouden bleef'. |