terreinervaring om te stellen dat de zorgtrajecten chronische hebben voor een bewustwording van de problematiek van nierziektes in de eerste lijn. "De zorgtrajecten zijn zeer nuttig", constateert Michel Jadoul. "De zorg voor patiënten met chronische nierinsufficiëntie is zo complex en veelzijdig dat specialisten en huisartsen elkaar geen concurrentie aandoen. We hebben ongelijk hierover te kibbelen terwijl we, elk in onze eigen specialiteit, al onvoldoende tijd hebben om al onze dagelijkse taken te vervullen." prof. Jadoul vast dat de zorgtrajecten erg langzaam van start gingen in het zuiden van het land. "De informatie moest eerst bij de patiënt terechtkomen. Vandaag lijken de Franstalige patiënten meer geïnteresseerd dan in 2009." De cijfers van het Riziv bevestigen deze geleidelijke evolutie. In 2009 schreven 366 Waalse en 108 Brusselse patiënten zich in een zorgtraject in. In 2011 waren er dat respectievelijk 576 en 334. toelatingscriteria voor de zorgtrajecten aan te passen. Ze moeten rekening houden met de laatste wetenschappelijke vooruitgang in de nefrologie. Samen met de dokters K. Claes (4) en J. Degryse (1, 2) schreef hij hierover een artikel in Louvain Médical. De auteurs stellen zowel de wetenschappelijke basis als de huidige toelatingscriteria voor de zorgtrajecten in vraag. "De huidige criteria (een berekende GFR (Glomerular filtration rate) lager dan 45ml/min/1,73m² en/of een proteïnurie hoger dan 1g/24 uur) impliceren dat een aanzienlijk aantal oudere mensen in aanmerking komt voor een zorgtraject, terwijl het risico op het ontwikkelen van chronische nierinsufficiëntie voor een groot aantal onder hen erg gering is", vat prof. Jadoul samen. De auteurs stellen nieuwe toelatingscriteria voor gebaseerd op langetermijnstudies. "Deze criteria zijn gebaseerd op de volgende parameters: de GFR en zijn evolutie, de leeftijd van de patiënt, de albuminurie en de eventuele metabolische complicaties van de nierinsufficiëntie. We raden u het interessante artikel gepubliceerd in Louvain Médical (6) aan om kennis te maken met de alternatieve toelatingscriteria, gebaseerd op gegevens uit de wetenschappelijke literatuur en de terreinervaring van de auteurs. "Deze criteria, gebaseerd op de risico-inschatting van een langetermijncohorte en de voorhanden zijnde wetenschappelijke gegevens, staan toe voornamelijk die patiënten toe te laten die een relatief risico lopen om een terminale nierinsufficiëntie te ontwikkelen", onderstreept prof. Jadoul. 3. UCL, Universitaire Ziekenhuizen Saint-Luc, 5. G. Van Pottelbergh, N. Demoulin, M. Jadoul, K. Claes pour le trajet de soins insuffisance rénale chronique. Une note critique concernant le trajet de soins. Louvain Médical 2011;130:333-8. gelanceerde zorgtrajecten chronische nierinsufficiëntie, vroeg de Specialistenkrant aan prof. Michel Jadoul (diensthoofd van de dienst nefrologie van de Universitaire Ziekenhuizen Saint-Luc) om een balans op te maken van het systeem. Samen met de dokters G. Van Pottelbergh, N. Demoulin, K. Claes en J. Degryse pleit hij voor een herziening van de toelatingscriteria. van 5.543 in 2009 tot 16.607 eind 2011. Van bij hun lancering konden de zorgtrajecten op beduidend meer succes rekenen in Vlaanderen (14.404) dan in Wallonië (1.531) en in Brussel (672). Vlaanderen, 3.123 in Wallonië en 1.109 in Brussel. De statistieken van het Riziv onthullen tevens dat in drie jaar tijd bijna zes miljoen euro besteed werd aan de forfaitaire honoraria voor specialisten en huisartsen (zowel voor huisarts als specialist 80 euro per jaar, per arts, per in een zorgtraject ingeschreven patiënt). Telt men alle uitgaven op (glucosemeters, opleiding van de patiënt, honoraria, gehomologeerde bloeddrukmeters...) samen, dan komt men uit op een bedrag van 18,5 miljoen euro dat van bij de lancering van de zorgtrajecten tot eind 2011 gespendeerd werd. de zorgtrajecten moeten rekening houden met de laatste wetenschappelijke vooruitgang in de nefrologie. |