background image
De Specialistenkrant
12-2
13 juni 2012
www.jds-sk.be/nl
4
I
P
rof. Jadoul baseert zich op zijn
terreinervaring om te stellen
dat de zorgtrajecten chronische
nierinsufficiëntie geleidelijk gezorgd
hebben voor een bewustwording van de
problematiek van nierziektes in de eerste
lijn. "De zorgtrajecten zijn zeer nuttig",
constateert Michel Jadoul. "De zorg voor
patiënten met chronische nierinsufficiëntie
is zo complex en veelzijdig dat specialisten
en huisartsen elkaar geen concurrentie
aandoen. We hebben ongelijk hierover
te kibbelen terwijl we, elk in onze eigen
specialiteit, al onvoldoende tijd hebben om
al onze dagelijkse taken te vervullen."
Langzame start
Met een blik in de achteruitkijkspiegel stelt
prof. Jadoul vast dat de zorgtrajecten erg
langzaam van start gingen in het zuiden
van het land. "De informatie moest eerst bij
de patiënt terechtkomen. Vandaag lijken de
Franstalige patiënten meer geïnteresseerd dan
in 2009."
De cijfers van het Riziv bevestigen
deze geleidelijke evolutie. In 2009 schreven
366 Waalse en 108 Brusselse patiënten zich
in een zorgtraject in. In 2011 waren er dat
respectievelijk 576 en 334.
Voor prof. Jadoul is het broodnodig de
toelatingscriteria voor de zorgtrajecten aan
te passen. Ze moeten rekening houden met
de laatste wetenschappelijke vooruitgang
in de nefrologie. Samen met de dokters
G. Van Pottelbergh (1,2), N. Demoulin (3),
K. Claes (4) en J. Degryse (1, 2) schreef hij
hierover een artikel in Louvain Médical. De
auteurs stellen zowel de wetenschappelijke
basis als de huidige toelatingscriteria voor
de zorgtrajecten in vraag. "De huidige
criteria (een berekende GFR (Glomerular
filtration rate) lager dan 45ml/min/1,73m²
en/of een proteïnurie hoger dan 1g/24
uur) impliceren dat een aanzienlijk aantal
oudere mensen in aanmerking komt voor
een zorgtraject, terwijl het risico op het
ontwikkelen van chronische nierinsufficiëntie
voor een groot aantal onder hen erg gering
is"
, vat prof. Jadoul samen. De auteurs
stellen nieuwe toelatingscriteria voor
gebaseerd op langetermijnstudies. "Deze
criteria zijn gebaseerd op de volgende
parameters: de GFR en zijn evolutie, de
leeftijd van de patiënt, de albuminurie en
de eventuele metabolische complicaties
van de nierinsufficiëntie.
We raden u het
interessante artikel gepubliceerd in Louvain
Médical
(6) aan om kennis te maken met de
alternatieve toelatingscriteria, gebaseerd
op gegevens uit de wetenschappelijke
literatuur en de terreinervaring van
de auteurs. "Deze criteria, gebaseerd
op de risico-inschatting van een
langetermijncohorte en de voorhanden
zijnde wetenschappelijke gegevens, staan
toe voornamelijk die patiënten toe te
laten die een relatief risico lopen om een
terminale nierinsufficiëntie te ontwikkelen"
,
onderstreept prof. Jadoul.
1. Academische Centrum voor Huisartsgeneeskunde, KU
Leuven.
2. Institut de Recherche et Société, UCL.
3. UCL, Universitaire Ziekenhuizen Saint-Luc,
departement nefrologie, Brussel.
4. UZ Gasthuisberg, departement nefrologie, Leuven.
5. G. Van Pottelbergh, N. Demoulin, M. Jadoul, K. Claes
en J. Degryse. Des critères d'inclusion plus adéquats
pour le trajet de soins insuffisance rénale chronique.
Une note critique concernant le trajet de soins.
Louvain Médical 2011;130:333-8.
6. Dit artikel verscheen eveneens in het Tijdschrift voor
Geneeskunde.
Vincent Claes
Naar aanleiding van de derde verjaardag van de in juni 2009
gelanceerde zorgtrajecten chronische nierinsufficiëntie, vroeg de
Specialistenkrant aan prof. Michel Jadoul (diensthoofd van de dienst
nefrologie van de Universitaire Ziekenhuizen Saint-Luc) om een
balans op te maken van het systeem. Samen met de dokters G. Van
Pottelbergh, N. Demoulin, K. Claes en J. Degryse pleit hij voor een
herziening van de toelatingscriteria.
JS0032N
DRIE JAAR ZORGTRAJECTEN CHRONISCHE NIERINSUFFICIËNTIE
"De tijd is
aangebroken om de
toelatingscriteria te herzien
"
In drie jaar tijd is het aantal zorgtrajecten chronische nierinsufficiëntie gestegen
van 5.543 in 2009 tot 16.607 eind 2011. Van bij hun lancering konden de
zorgtrajecten op beduidend meer succes rekenen in Vlaanderen (14.404) dan
in Wallonië (1.531) en in Brussel (672).
Eind 2011 telde het Riziv 22.125 zorgtrajecten diabetes type 2, waarvan 17.893 in
Vlaanderen, 3.123 in Wallonië en 1.109 in Brussel.
De statistieken van het Riziv onthullen tevens dat in drie jaar tijd bijna zes miljoen
euro besteed werd aan de forfaitaire honoraria voor specialisten en huisartsen
(zowel voor huisarts als specialist 80 euro per jaar, per arts, per in een zorgtraject
ingeschreven patiënt). Telt men alle uitgaven op (glucosemeters, opleiding van de
patiënt, honoraria, gehomologeerde bloeddrukmeters...) samen, dan komt men uit
op een bedrag van 18,5 miljoen euro dat van bij de lancering van de zorgtrajecten
tot eind 2011 gespendeerd werd.
V.C.
16.609 zorgtrajecten chronische nierinsufficiëntie
UW SOCIO-PROFESSIONNELE ACTUALITEIT
Totaal aantal zorgtrajecten chronische nierinsu ciëntie
Bron: Riziv
Wallonië 1.531
Vlaanderen 14.404
Brussel 672
Totaal aantal zorgtrajecten diabetes type 2
Bron Riziv
Wallonië 3.123
Vlaanderen 17.893
Brussel 1.109
De toelatingscriteria voor
de zorgtrajecten moeten
rekening houden met de
laatste wetenschappelijke
vooruitgang in de
nefrologie.