background image
De Specialistenkrant
12-2
13 juni 2012
www.jds-sk.be/nl
I
27
tie in de lucht hoog is. Het risico is 3,3 keer
hoger bij kinderen die regelmatig bewegen
dan bij kinderen die geen enkele activiteit
beoefenen (6).
Hoe zit het met fijne deeltjes?
Hun samenstelling is zeer heterogeen en ze
zijn grotendeels afkomstig van diesel. Hoe
fijner de deeltjes, hoe langer ze in suspensie
in de lucht blijven: ze moeten een diameter
< 10 hebben om het luchtwegsysteem
binnen te dringen, waar ultrafijne deeltjes of
nanopartikels (diameter < 1µ) interageren
op fysisch-chemisch vlak, wat de biologische
toxiciteit bevordert. Zwevende deeltjes van
PM 2,5 kunnen binnendringen in de distale
zones van de longen.
Concreet verhoogt langdurige blootstelling
aan deeltjes van PM10 in het algemeen de
mortaliteit en het aantal gevallen van
chronische luchtwegaandoeningen. Bij
astmapatiënten verhoogt een stijging van
de concentratie met 10µg/m³ PM10 het
aantal astma-aanvallen met 3% en het aan-
tal bezoeken aan de spoeddienst met 3,4%
- het verergert bestaand astma dus. Fijne
stofdeeltjes van diesel kunnen aan hun op-
pervlak stuifmeel adsorberen, die zo nauwer
in contact komen met het epitheel van de
luchtwegen en als dusdanig verantwoordelijk
zouden zijn voor de aanmaak van IgE, ontste-
kingsmediatoren en de toestroom van neu-
trofielen, lymfocyten en mastocyten. Dit zou
een verklaring kunnen zijn voor de frequentie
van astma bij treinbestuurders. Bij sporters
versnelt de ademhaling en neemt de inade-
ming van fijn stof dus toe, vooral wanneer de
sporter door de mond ademt (de neus doet
dienst als filter: hij verwarmt en bevochtigt
de lucht).
Om de risico's te beperken, train je in de
zomer best `s morgens en tracht je best niet
meer dan 40 keer per minuut te ademen. In
de winter moeten vervuilende stoffen van
verwarmingsapparaten en de motor van
auto's worden vermeden en blijf je best weg
van drukke verkeersaders. En uiteraard, niet
roken en niet aarzelen om de omgeving van
stadions te verbeteren, vooral wanneer het
gaat om kinderen, voor wie elke vorm van
competitie verboden zou moeten zijn als de
alarmdrempel werd overschreden.
Referenties
1. Gauderman W, et al. N Engl J Med
2004;351(11):1057-67.
2. American Thoracic Society. Am J Respir Crit Care Med
2000;161(2 Pt 1):665-73.
3. Hammerman S, et al. Ann Allergy Asthma Immunol
2002;88(4):380-4.
4. Aït-Khaled N, et al. Allergy 2009;64(1):123-48.
5. Carlisle A, Sharp N. Br J Sports Med 2001;35(4):214-
22.
6. McConnell R, et al. Lancet 2002;359(9304):386-91.
Dominique-Jean Bouilliez
Vervuilende stoffen in de
lucht zijn irriterend voor
alle slijmvliezen van de
bovenste luchtwegen,
in het bijzonder voor de
bronchiën, en verhogen
zo de gevoeligheid voor
allergenen.
MEDISCH & WETENSCHAPPELIJK NIEUWS
Goedkoop en goed voor uw profi el
1.NAAM VAN HET GENEESMIDDEL :AMLOR 5 mg Capsules, hard;AMLOR 10 mg Capsules, hard;Amlodipinebesilaat.2.KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING:Het actieve
bestanddeel is amlodipine, in de vorm van amlodipinebesilaat (6,944 mg of 13,889 mg), overeenkomend met respectievelijk 5 of 10 mg amlodipine.Voor hulpstoffen, zie 6.1.
3.FARMACEUTISCHE
VORM:- Harde capsules à 5 mg:Geel-witte harde capsules met de vermeldingen "Pfi zer" en "AML 5" in zwart gedrukt.- Harde capsules à 10 mg:Grijze harde capsules met de vermeldingen "Pfi zer" en
"AML 10" in zwart gedrukt.
4.1.Therapeutische indicaties:AMLOR kan gebruikt worden als initiële behandeling van hypertensie en kan in de meeste gevallen alleen worden toegediend. De patiënten die
niet voldoende op een behandeling met één enkel antihypertensivum reageren, kunnen baat vinden bij de toevoeging van AMLOR aan deze behandeling. AMLOR werd gebruikt in combinatie met een
thiazidediureticum, alfablokkers, een bètablokker of een inhibitor van het angiotensine converterend enzym.AMLOR kan gebruikt worden als initiële behandeling van angina pectoris, alleen indien deze
veroorzaakt is door een vaste obstructie (stabiele angor) en/of door een spasme van de kransvaten (Prinzmetal-angina). AMLOR kan alleen, als monotherapie, gebruikt worden, maar ook in combinatie
met andere antiangineuze medicaties bij patiënten van wie de angina resistent is tegen nitroverbindingen en/of adequate dosissen van bètablokkers.
4.2.Dosering en wijze van toediening:De
gebruikelijke aanvangsdosis, zowel bij hypertensie als bij angina, bedraagt 5 mg AMLOR eenmaal per dag. Naargelang van de individuele reactie van de patiënt kan deze dosis verhoogd worden tot
maximum 10 mg per dag.AMLOR kan worden toegediend vóór of na de maaltijden, aangezien in beide gevallen de absorptie dezelfde is.Geen enkele wijziging van de dosering is vereist bij gelijktijdige
toediening van AMLOR en thiazidediuretica, bètablokkers of inhibitoren van het angiotensine converterend enzym.
Gebruik bij bejaarde patiënten en in geval van nier- of leverinsuffi ciëntie:Zie
rubriek 4.4 "Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik" hieronder.
Gebruik bij kinderen:Aangezien de klinische ervaring totnogtoe geen patiënten jonger dan 18 jaar betreft, is het gebruik
bij kinderen op dit ogenblik niet aanbevolen.
4.3.Contra-indicaties:Amlodipine is gecontra-indiceerd bij patiënten met een overgevoeligheid voor de dihydropyridinen, voor amlodipine of voor één van
zijn bestanddelen.Amlodipine is eveneens gecontra-indiceerd bij instabiele angina pectoris en gedurende 8 dagen na een myocardinfarct.
4.4.Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik:De
dihydropyridinen kunnen acute hypotensie veroorzaken die kan leiden tot hypoperfusie en refl ectoire tachycardie (paradoxe angina pectoris). Beide effecten zijn met amlodipine tot op heden niet
gemeld.
Gebruik bij bejaarden:De plasmapieken van amlodipine worden met dezelfde snelheid bereikt bij bejaarde patiënten en jonge subjecten. De eliminatie van amlodipine heeft bij bejaarde
patiënten de neiging om te vertragen, met als gevolg een toename van de oppervlakte onder de curve en van de halfwaardetijd van het geneesmiddel. De toename van de oppervlakte onder de curve
en van de eliminatiehalfwaardetijd bij patiënten lijdend aan hartdecompensatie met oedeem stemt overeen met de voor de bestudeerde leeftijdsgroepen verwachte waarden. Bij gelijke dosissen
wordt amlodipine even goed getolereerd door bejaarde en jonge patiënten. Geen enkele wijziging van de doseringsschema's is bijgevolg aanbevolen.
Gebruik bij nierinsuffi ciëntie:Amlodipine wordt in
ruime mate door de lever gebiotransformeerd tot inactieve metabolieten: slechts 10% van de toegediende dosis wordt in ongewijzigde vorm met de urine uitgescheiden. De waargenomen wijzigingen
in de plasmaspiegels van amlodipine correleren niet met de ernst van een eventuele nierinsuffi ciëntie en amlodipine mag bij deze categorie van patiënten in de normale dosissen gebruikt worden.
Amlodipine is niet dialyseerbaar.
Gebruik bij leverinsuffi ciëntie:Zoals geldt voor alle calciumantagonisten, is de halfwaardetijd van amlodipine verlengd bij patiënten met leverinsuffi ciëntie, en er zijn
geen doseringsaanbevelingen vastgelegd. Het geneesmiddel moet bij deze patiënten met voorzichtigheid worden toegediend.
Gebruik bij hartinsuffi ciëntie:In een langdurige placebogecontroleerde
studie (PRAISE-2) ter evaluatie van amlodipine bij patiënten met hartinsuffi ciëntie van NYHA klasse III/IV van niet-ischemische oorsprong, signaleerde men meer gevallen van longoedeem onder
amlodipine dan onder placebo; ofschoon longoedeem geassocieerd kan zijn met toenemende hartinsuffi ciëntie, werd geen enkel signifi cant verschil waargenomen in de incidentie van toenemende
hartinsuffi ciëntie in vergelijking met de placebo (zie rubriek 5.1 "Farmacodynamische eigenschappen").
4.8.Bijwerkingen:De gemelde ongewenste effecten zijn opgenomen in de onderstaande tabel,
per systeem en frequentie De frequenties zijn als volgt gedefi nieerd: zeer vaak ( 1/10), vaak ( 1/100,<1/10), soms ( 1/1000, <1/100), zelden ( 1/10000, <1/1000) en zeer zelden (< 1/10000).
Effecten op het bloed- en lymfevatenstelsel: Zeer zelden: Leukopenie, thrombocytopenie. Effecten op het immuunsysteem: Zeer zelden: Allergische reacties. Effecten op de stofwisseling en de voeding: Zeer
zelden: Hyperglykemie.
Psychische effecten: Soms: Slapeloosheid, stemmingswijziging (met inbegrip van angst). Effecten op het zenuwstelsel: Vaak: Slaperigheid, gevoel van duizeligheid, hoofdpijn;
Soms: Beven, dysgeusie, syncope, hypo-esthesie, paresthesie; Zeer zelden: Hypertonie, perifere neuropathie.
Effecten op het oog: Soms:Visusstoornissen (met inbegrip van diplopie). Effecten op het
gehoor- en evenwichtsorgaan: Soms: Tinnitus. Effecten op het hart- en vaatstelsel: Vaak: Palpitaties; Zeer zelden: Myocardinfarct, aritmie (met inbegrip van bradycardie, ventriculaire tachycardie en
atriumfi brilleren).
Effecten op het vaatstelsel: Vaak: Aangezichtsroodheid; Soms: Hypotensie; Zeer zelden: Vasculitis. Effecten op het ademhalingstelsel: Soms: Dyspnoe, rinitis; Zeer zelden: Hoest. Effecten
op het maagdarmstelsel: Vaak: Buikpijn, misselijkheid; Soms: Braken, dyspepsie, darmtransitstoornissen (met inbegrip van diarree en constipatie), droge mond; Zeer zelden: Pancreatitis, gastritis,
tandvleeshyperplasie.
Effecten op lever en gal: Zeer zelden: Hepatitis, icterus en gestegen leverenzymen (over het algemeen geassocieerd met cholestase). Enkele gevallen die voldoende ernstig waren voor
een hospitalisatie zijn tijdens gebruik van amlodipine gemeld. In een aantal gevallen werd het oorzakelijk verband niet vastgesteld.
Effecten op huid of onderhuid: Soms: Alopecie, purpura, huidverkleuring,
overmatig zweten, pruritus, huiduitslag; Zeer zelden: Angioneurotisch oedeem, erythema multiforme, urticaria, exfoliatieve dermatitis, syndroom van Stevens-Johnson.
Effecten op de skeletspieren:
Soms: Artralgie, myalgie, spierkrampen, dorsalgie.
Effecten op de urinewegen: Soms: Mictiestoornis, nycturie, toename van de mictiefrequentie. Effecten op de geslachtsorganen: Soms: Impotentie,
gynaecomastie.
Algemene effecten op de plaats van toediening: Vaak: Oedeem, vermoeidheid; Soms: Pijn op de borst, asthenie, malaise, pijn. Onderzoeken: Soms: Gewichtstoename, gewichtsverlies
7.
REGISTRATIEHOUDER:PFIZER NV, Pleinlaan 17, 1050 BRUSSEL.8.REGISTRATIENUMMERS:Harde capsules à 5 mg:241 IS 101 F5;Harde capsules à 10 mg:241 IS 102 F5.9.AFLEVERINGSWIJZE:Op
medisch voorschrift.
10.DATUM VAN EERSTE VERGUNNING / HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING:A.Datum van eerste vergunning: 07/07/1989;B.Datum van hernieuwing van de vergunning:
08/12/2003.
11.DATUM VAN DE LAATSTE HERZIENING VAN DE TEKST / GOEDKEURING VAN DE SKP:A.Datum van de laatste herziening van de samenvatting van de kenmerken van het product:
06/2011;B.Datum van de goedkeuring van de samenvatting van de kenmerken van het product: 16/01/2006.
5 mg x 28 capsules
12,00
5 mg x 56 capsules
16,63
10 mg x 30 capsules
17,51
10 mg x 100 capsules
37,74
L
OEX12N0013808-04/2012