voor het eerst in detail beschreven door Eva Tegner in 1979 (1) en nadien nog door verschillende andere auteurs (2-4). Deze nevenwerking komt voor bij onge- veer 1 op 20 PUVA-patiënten (5) en komt steeds voor op een huid die er verder vol- ledig normaal uit ziet. Het gaat hier dus helemaal niet om een soort verbranding, alhoewel patiënten het gevoel soms be- schrijven als een verbranding. De neven- werking werd nochtans ook beschreven bij patiënten die een overdosis uv A had- den gekregen met een uitgesproken rood- heid als gevolg. Bij de meerderheid van de patiënten is er evenwel zelfs niet de min- ste roodheid waar te nemen. HUIDPIJN lende nevenwerkingen van foto- of fo- tochemotherapie (PUVA-therapie). De meeste patiënten beschrijven de pijn als een soort naaldenprikken die opko- men in aanvallen en meest uitgespro- ken zijn 's avonds of 's nachts. Het ge- voel dat ze hebben, is meestal iets wat ze moeilijk kunnen omschrijven en wat ze nooit eerder hebben meegemaakt. De kan slapen of er zelfs wakker van wordt. Elke aanval duurt gewoonlijk enkele mi- nuten tot eventueel een half uur of zelfs langer. Het klachtenpatroon kan waar- schijnlijk best vergeleken worden met de klachten van patiënten met erythro- poëtische protoporfyrie, solaire pruritus, brachioradiale pruritus of notalgia pares- thetica. Vele patiënten kunnen trouwens moeilijk zeggen of het veeleer gaat om jeuk of om pijn, omdat beide klachten in elkaar kunnen overlopen. In vele gevallen zijn de jeuk of pijnklach- ten niet erg uitgesproken of zelfs afwezig wanneer de patiënt druk bezig is en begin- nen ze gewoonlijk wanneer de patiënt ge- daan heeft met werken en in de zetel gaat zitten om naar TV te kijken. Door koud water van een douche of van een bad kan de pijn tijdelijk verminderen of verdwij- nen, terwijl warmte een tegenovergesteld effect kan hebben. De aanvallen worden uitgelokt door wrijven (kleding kan al voldoende zijn), door warmte en door uitrekken van de huid. Dikwijls treden de aanvallen ook op zonder duidelijke uitlok- kende factoren. Een belangrijk kenmerk is dat de pijn verspringt van de ene plaats naar de andere, met frequent ook een in- terscapulaire lokalisatie. Op de plaatsen hyperesthesie (6). Antihistaminica, analgetica of zelfs hoge dosissen corticoïden peroraal hebben over het algemeen weinig effect op de jeuk of pijnklachten (2). Een gunstig ef- fect werd beschreven bij lokaal gebruik van capsaïcine (7, 8) en bij oraal gebruik van gabapentine (9). Het optreden van deze nevenwerking is volledig onvoor- spelbaar en heeft helemaal niets te ma- ken met het aantal belichtingen, de ge- geven uv A-dosis, de dosis psoraleen, het type psoraleen, de lokalisatie of de uitge- breidheid van de psoriasis of de leeftijd van de patiënt. Ze kan zowel optreden bij de eerste belichting als eventueel op het einde van een behandeling. De jeuk en pijnklachten kunnen niet alleen voorko- men bij PUVA-therapie maar eveneens bij uv B-fototherapie, alhoewel minder frequent. Zelfs zonder PUVA-therapie of uv B-fototherapie kunnen ze ook voorko- men na gebruik van solaria (10). OF PIJNKLACHTEN altijd verdwijnen bij het stoppen van de behandeling en in sommige gevallen dere mate, van uv B-fototherapie zijn uitgesproken jeuk of pijnklachten. Deze met een overdosis of een verbranding. Ze zijn volledig onvoorspelbaar en kun- nen zowel in het begin als op het einde van een behandelingscyclus voorkomen. Opvallend is dat ze vooral voorkomen bij patiënten die tevens gewrichtsklachten vertonen, wat kan verklaren waarom de meeste patiënten met deze klachten psoriasispatiënten zijn. |