background image
Skin
Vol 15
Nr 2
2012
12
Skin
Vol 15
Nr 2
2012
12
PUVA-geïnduceerde jeuk of huidpijn werd
voor het eerst in detail beschreven door
Eva Tegner in 1979 (1) en nadien nog
door verschillende andere auteurs (2-4).
Deze nevenwerking komt voor bij onge-
veer 1 op 20 PUVA-patiënten (5) en komt
steeds voor op een huid die er verder vol-
ledig normaal uit ziet. Het gaat hier dus
helemaal niet om een soort verbranding,
alhoewel patiënten het gevoel soms be-
schrijven als een verbranding. De neven-
werking werd nochtans ook beschreven
bij patiënten die een overdosis uv A had-
den gekregen met een uitgesproken rood-
heid als gevolg. Bij de meerderheid van de
patiënten is er evenwel zelfs niet de min-
ste roodheid waar te nemen.
KENMERKEN VAN DE JEUK OF
HUIDPIJN
Het gaat om een van de meest verve-
lende nevenwerkingen van foto- of fo-
tochemotherapie (PUVA-therapie). De
meeste patiënten beschrijven de pijn
als een soort naaldenprikken die opko-
men in aanvallen en meest uitgespro-
ken zijn 's avonds of 's nachts. Het ge-
voel dat ze hebben, is meestal iets wat
ze moeilijk kunnen omschrijven en wat
ze nooit eerder hebben meegemaakt. De
pijn kan zo hevig zijn dat de patiënt niet
kan slapen of er zelfs wakker van wordt.
Elke aanval duurt gewoonlijk enkele mi-
nuten tot eventueel een half uur of zelfs
langer. Het klachtenpatroon kan waar-
schijnlijk best vergeleken worden met
de klachten van patiënten met erythro-
poëtische protoporfyrie, solaire pruritus,
brachioradiale pruritus of notalgia pares-
thetica. Vele patiënten kunnen trouwens
moeilijk zeggen of het veeleer gaat om
jeuk of om pijn, omdat beide klachten in
elkaar kunnen overlopen.
In vele gevallen zijn de jeuk of pijnklach-
ten niet erg uitgesproken of zelfs afwezig
wanneer de patiënt druk bezig is en begin-
nen ze gewoonlijk wanneer de patiënt ge-
daan heeft met werken en in de zetel gaat
zitten om naar TV te kijken. Door koud
water van een douche of van een bad kan
de pijn tijdelijk verminderen of verdwij-
nen, terwijl warmte een tegenovergesteld
effect kan hebben. De aanvallen worden
uitgelokt door wrijven (kleding kan al
voldoende zijn), door warmte en door
uitrekken van de huid. Dikwijls treden de
aanvallen ook op zonder duidelijke uitlok-
kende factoren. Een belangrijk kenmerk is
dat de pijn verspringt van de ene plaats
naar de andere, met frequent ook een in-
terscapulaire lokalisatie. Op de plaatsen
van de jeuk of pijn vertoont de huid een
hyperesthesie (6).
Antihistaminica, analgetica of zelfs hoge
dosissen corticoïden peroraal hebben
over het algemeen weinig effect op de
jeuk of pijnklachten (2). Een gunstig ef-
fect werd beschreven bij lokaal gebruik
van capsaïcine (7, 8) en bij oraal gebruik
van gabapentine (9). Het optreden van
deze nevenwerking is volledig onvoor-
spelbaar en heeft helemaal niets te ma-
ken met het aantal belichtingen, de ge-
geven uv A-dosis, de dosis psoraleen, het
type psoraleen, de lokalisatie of de uitge-
breidheid van de psoriasis of de leeftijd
van de patiënt. Ze kan zowel optreden bij
de eerste belichting als eventueel op het
einde van een behandeling. De jeuk en
pijnklachten kunnen niet alleen voorko-
men bij PUVA-therapie maar eveneens
bij uv B-fototherapie, alhoewel minder
frequent. Zelfs zonder PUVA-therapie of
uv B-fototherapie kunnen ze ook voorko-
men na gebruik van solaria (10).
VERDER VERLOOP VAN DE JEUK
OF PIJNKLACHTEN
Zeer vervelend is dat deze klachten niet
altijd verdwijnen bij het stoppen van
de behandeling en in sommige gevallen
DOSSIER: JEUK
Pruritus en pijnklachten
bij fototherapie
Rik Roelandts
Photodermatology Unit, UZ Leuven
Keywords:
PUVA treatment ­ UVB phototherapy ­ skin pain ­ severe itch
E
en van de meest vervelende nevenwerkingen van PUVA-therapie en, in min-
dere mate, van uv B-fototherapie zijn uitgesproken jeuk of pijnklachten. Deze
jeuk of pijnklachten hebben zeer typische kenmerken en hebben niets te maken
met een overdosis of een verbranding. Ze zijn volledig onvoorspelbaar en kun-
nen zowel in het begin als op het einde van een behandelingscyclus voorkomen.
Opvallend is dat ze vooral voorkomen bij patiënten die tevens gewrichtsklachten
vertonen, wat kan verklaren waarom de meeste patiënten met deze klachten
psoriasispatiënten zijn.
S0949N