background image
Skin
Vol 15
Nr 2
2012
7
Skin
Vol 15
Nr 2
2012
7
met krabletsels is significant hoger dan
in NC/Nga-muizen zonder krabletsels
(16). IL31 bindt aan een receptorcom-
plex bestaande uit IL31-receptor alfa en
oncostatin-M-receptor. Deze receptoren
worden teruggevonden op de C-vezels,
op een subpopulatie van de neuronen
van de dorsale ganglia en op keratinocy-
ten. IL31 is meer aanwezig in de huid van
atopici dan in de huid van psoriasispati-
enten zonder jeuk. (17) De hoeveelheid
IL31 houdt verband met de ernst van de
atopische dermatitis.(18) Het staphy-
lokokken-superantigen (SEB) induceert
IL31-expressie bij atopici (17). IL31 is
een nieuw veelbelovend doelwit ter be-
handeling van jeuk bij personen met ato-
pische dermatitis.
TRPV1 OF CAPSAÏCINERECEPTOR
De TRPV1-receptoren zijn aanwezig op
de sensorische C-vezels in de huid (19).
Deze worden door verschillende stimuli
geactiveerd, zoals cannabinoïd ananda-
mide, leukotrieen B4, exogeen capsaï-
cine, met een verhoogd aantal ionen in
de zenuwvezels en een depolarisatie tot
gevolg. Door deze depolarisatie van de
zenuw zal de jeuksensatie worden door-
gegeven naar de dorsale ganglia van het
ruggenmerg. C-vezels zullen bij een de-
polarisatie ook neuropeptiden vrijzetten.
Deze neuropeptiden zullen een neuroge-
ne inflammatie induceren. Na repetitieve
stimulatie van de TRPV1-receptor zal
door een feedbackinhibitie een toxische
hoeveelheid calcium in de cel voorko-
men worden. Deze inhibitie zorgt ervoor
dat herhaald aanbrengen van capsaïcine
een jeukstillend effect heeft (20).
Er werd aangetoond dat de topische
calcineurine-inhibitoren eveneens de
TRPV1-receptoren onderdrukken via de-
fosforilatie (20, 21).
DE KOUDERECEPTOREN: TRPM8,
TRPA1
De TRPM8-receptor komt tot expres-
sie op de ongemyeliniseerde C-vezels
en A-delta (koudegevoelige)-vezels. De
TRPM8-receptor wordt geactiveerd tus-
sen 8° en 28°C, bijvoorbeeld door appli-
catie van menthol of icilin (22, 23). Men-
thol en icilin kunnen op die manier jeuk
onderdrukken (24). De TRPA1-receptor
wordt geactiveerd onder 17°C, bijvoor-
beeld door applicatie van wasabi, mos-
terd, bradykinine en tetrahydrocanabinol
(25-27). Men vermoedt een centraal in-
hiberend effect van de geactiveerde kou-
degevoelige A-delta-vezels op jeuk. Er
werd aangetoond dat zowel na afkoelen
van de huid als na applicatie van menthol
de jeuk vermindert (28).
NEUROPEPTIDEN
Substance P, vasoactieve intestinale pep-
tiden (VIP), somatostatine en neuroten-
sine veroorzaken jeuk, roodheid en urti-
caria. Dit zijn tevens alle doelwitten voor
nieuwe therapieën.
CLASSIFICATIE VAN JEUK
EERST ENKELE DEFINITIES
- Acute jeuk is minder dan 6 weken aan-
wezig en chronische jeuk is meer dan
6 weken aanwezig.
- Pruritus
sine materia bevat veel verschil-
lende vormen van jeuk zonder huidlet-
sels, zoals jeuk in systemische ziekten,...
en daarom verkiezen we hier beter de
term pruritus van ongekende oorzaak.
- Somatoforme jeuk: jeuk van psycho-
somatische oorzaak.
- Seniele pruritus beschrijft jeuk bij de
oudere populatie.
- Uremische pruritus: pruritus of chro-
nic kidney disease, renale pruritus,
nefrogene pruritus.
KLINISCHE CLASSIFICATIE (29)
Verschillende classificaties werden reeds
gepubliceerd. In 2007 heeft IFSI een in-
ternationaal aanvaarde klinische classi-
ficatie opgesteld op basis van de kliniek
en de mogelijke etiologische verklaringen
van jeuk. In het eerste deel van de clas-
sificatie wordt gefocust op de klinische
aspecten van jeuk. We verdelen de pati-
enten in 3 groepen op basis van de aan-
wezigheid van primaire en/of secundaire
huidletsels:
Groep I: Pruritus met klinische huidafwij-
kingen
Groep II: Pruritus zonder klinische huidaf-
wijkingen
Groep III: Chronische krabletsels
De aanwezigheid van krabletsels zegt
niets over de origine van de jeuk. Er werd
daarom een 2
de
stap aan de classificatie
toegevoegd om een etiologische oorzaak
te onderscheiden. Vanuit de drie klinische
groepen werd de jeuk verder in verschil-
lende oorzakelijke categorieën verdeeld.
Dit 2-stappenmodel (Figuur 1) is belang-
rijk om overbodige technische onderzoe-
ken te voorkomen. Zo moet men bij pa-
tiënten met huidafwijkingen niet steeds
laboratoriumonderzoeken aanvragen.
Categorieën van onderliggende ziekten
- Dermatologische oorzaak: huidziek-
ten zoals atopisch eczeem, psoriasis,
scabies, xerosis cutis en urticaria
- Systemische oorzaak: de oorzaak ligt
bij een ander orgaan dan de huid, bv.
1. Step ­ clinical picture only
2. Step
The patient can be readily
assigned to one group
Histological, laboratory and
radiological investigation
Group of patients
Categories of diseases
Group I: pruritus on diseased skin
Group II: pruritus on non-diseased skin
Group III: chronic scratch lesions
Dermatologic
Systemic
Neurologic
Psychogenic
Mixed
Other
Figuur 1: 2-stappenmodel (3).