background image
Skin
Vol 15
Nr 2
2012
16
Skin
Vol 15
Nr 2
2012
16
EOSINOFIEL EN MASTCEL
Jeuk is nu niet onmiddellijk de klinische
informatie die de dermatopatholoog
naar een eenduidig morfologisch beeld
leidt. Toch voelen we soms bij het bekij-
ken van de coupe als het ware de jeuk
doorheen de oculairs van onze micro-
scoop binnen dringen. De meest in het
oog springende en dus herkenbare acto-
ren van jeuk zijn ongetwijfeld de eosino-
fiel en de mastcel. Zij zijn vaak duidelijk
aanwezig bij inflammatoire types van
jeuk zoals atopische dermatitis, urtica-
ria en insectenbeten. Ook bij infectieuze
oorzaken van jeuk zoals mycose, virale
infecties, scabiës, pediculose zien we de
intrede van eosinofielen en mastcellen.
De typische insectbitereactie met zijn
fors oedeem, wigvormige organisatie,
diepreikende ontsteking en overspoe-
ling door eosinofielen en degranulerende
mastcellen vormt meestal een voldoen-
de herkenbaar patroon dat toelaat om
met een zekere overtuiging aan de der-
matoloog `insect bite' als oorzaak van
de jeukende dermatose te suggereren
(Figuur 1).
Bij inflammatoire dermatosen gaat de
dermatopatholoog eerst en vooral op
zoek naar het reactiepatroon dat in de
coupe aanwezig is. Onze huid heeft ech-
ter een vrij beperkt aantal type huidre-
acties. Een van deze reactiepatronen, de
allergische urticariële reactie die bij een
`insect bite' gezien wordt, kan echter
ook voorkomen bij andere oorzaken van
cutane allergie. Zo zal bv. een fel jeu-
kende drugreactie eveneens een derge-
lijke `oppervlakkige en diepe allergische
urticariële perivasculaire en interstitiële
dermatitis met eosinofilie' veroorzaken.
Een prebulleuze fase van bulleus pem-
phigoïd
toont ook dit niet-specifiek al-
lergisch urticarieel patroon. Soms kun-
nen kleine details ons echter op het
spoor van de juiste oorzaak brengen:
de wigvormige structuur van het letsel
bij insectenbeten, of de subtiele aan-
wezigheid van interfasebeschadiging of
vacuolopathie langs de basale laag kun-
nen een clue zijn dat het om een toxisch
medicamenteuze reactie gaat. Concen-
tratie van enkele eosinofielen langsheen
de basale laag of eosinofiele spongiose
vragen om de uitsluiting van een pre-
bulleuze fase van bulleus pemphigoïd.
Bij een heel hevige allergische reactie
met dense, pseudolymfomateuze infil-
traten moet steeds in de hoornlaag naar
scabiësresten gezocht worden. Jeukende
schimmelinfecties tonen histologisch
meestal ook een dergelijk begeleidend
allergisch reactiepatroon met eosino-
fielen. Een PAS-kleuring moet hier de
oplossing brengen. De morfologisch be-
langrijkste actoren van dit jeukverhaal
zijn ongetwijfeld de eosinofiel en de
mastcel. Deze laatste is echter voor de
dermatopatholoog geen evidente bevin-
ding. Mastcellen zijn op routinehistolo-
DOSSIER: JEUK
Morfologisch substraat van
jeuk, een blik doorheen de
microscoop
Marc Haspeslagh
Labo Dermpat, Ardooie
Consulent Dermatologie, UZ Gent, UG
Keywords:
pruritus ­ eosinophil ­ mast cell
J
euk is een belangrijk symptoom dat zowel bij primaire cutane inflammatoire of
infectieuze dermatosen als secundair in het kader van systemische, metabole,
paraneoplastische als neuropathische aandoeningen kan voorkomen. Naast de
mastcel en de eosinofiel spelen nog veel andere cellen en neurobiologische factoren
een rol in de pathogenese. Deze zijn vaak niet zichtbaar op routinehistologie.
Niettemin zijn er toch enkele huidpatronen die vrijwel steeds met jeuk
geassocieerd zijn. Een goede clinicopathologische correlatie en aandacht voor
subtiele clues kunnen de dermatopatholoog naar een correcte diagnose leiden.
S0948N