afdeling anatomie van de universiteit te Oslo. HIRSUTISME voor dan haarvrouwen. De hertogin van de Nederlanden, Margaretha van Par- ma (1522-1586) zou baardgroei gehad hebben, doch dit wordt op de meeste afbeeldingen verdoezeld (Figuur 7). Er werden honderden gevallen van vrouwen met baarden beschreven. We stellen hier slechts enkele van de meest bekende ge- vallen voor. met baard bevindt zich in de verzame- ling van de hertogin van Lerne te Toledo in Spanje. Het is een olieverfschilderij door Jusepe De Ribera (1591-1652), bijgenaamd "Il Spagnoletto"(Figuur 8). Op het stenen voetstuk rechts staat de geschiedenis ervan geschreven. Op ditzelfde voetstuk ligt een spinklos die naar de huiselijke taken van de vrouw verwijst en ook een slak, symbool van hermafrodisme. De Latijnse tekst begint met de woorden En magnu naturae mi- raculum (ziedaar een groot mirakel van de natuur). De vrouw, Magdalena Ven- tusa, werd geboren in de stad Accumola in de Abruzzen, in het koninkrijk Napels zelf. Op de leeftijd van 37 jaar kreeg ze een baard en een snor. Ze had 7 kinde- ren, drie ervan waren geboren vóór haar baard begon te groeien en vier erna. Ze was tweemaal gehuwd. Haar tweede man, Felix, staat links achter haar op het schilderij. kind, geboren toen ze 52 jaar was. Ze zoogt het kind aan de rechterborst met een grote tepel. Ze vertoont ook een kaal voorhoofd. van Napels, de derde hertog van Alcala, de indruk van haar voorkomen dat hij Ribera in 1631 opdroeg een portret van haar te schilderen om dit buitengewone geval ter kennis te brengen van koning Philips III. Heden kunnen we stellen dat deze vrouw bijna zeker een endocriene stoornis vertoonde, waarschijnlijk ver- oorzaakt door een bijnieraandoening met overvloedige secretie van androge- nen (viriliserende adrenale hyperplasie). ling bevindt zich ook een tekening door Francisco Goya uit 1815 van een zeer mannelijke figuur met lange baard die een kind zoogt (Figuur 9). In het Musée de la Pharmacie te Montpellier bevindt manuel Ryhiner, student in de farma- cie (Figuur 10). De dame hierop afge- beeld, Une Damoiselle de Sainct Guilien à Montpelier, is modieus gekleed doch heeft een duidelijke snor en een sikje. derlandse dame die in 1829 door haar manager Ellenberg in Amsterdam werd tentoongesteld. De belangrijke baardige dame, welker wederga nimmer hier te lande is gezien, en zoo om hare zeldzame haarwasch als om hare lieftalligheid en zonderlinge eigenschappen met bijval en bewondering bezocht wordt. Ze ver- toonde een nummer met slangen en een krokodil (1) (Figuur 11). Haar geslacht werd fel bediscussieerd en om een attest te krijgen over haar vrouwelijk geslacht werd haar geval op 16 februari 1815 aan de medische faculteit te Parijs voorge- steld waar ze door verscheidene profes- soren werd onderzocht. Na een zorgvul- dige beschrijving van haar beharing en uitwendige genitaliën, besluit prof. Bé- clard op basis van haar menstruatie sinds haar 8 une belle palatine! volgen van een pneumonie op 65-jarige leeftijd. Een autopsie bevestigde haar vrouwelijke status. sephine Boischêne (of Boisdechene) in Versoix bij Genève geboren en ging vanaf 1829 met haar vader op tournee. In 1849 leerde zij de schilder Fortune Clofullia kennen die haar ook les gaf waarna een huwelijk volgde. In 1851 werd ze in Londen door dr. Chowne in het Charing Cross Hospital onderzocht: Her breasts are large and fair, and strictly characteristic of the female. Ze beviel van een baby, die eveneens baardgroei vertoonde maar vroegtijdig stierf. Later baarde ze een tweede zoon Ezau (naar de behaarde zoon van Isaac en Rebecca in de bijbel) die eveneens baardgroei vertoonde en later met zijn moeder op- trad. In 1853 werd ze geëngageerd door Barnum. In 1861 trad ze ook op in Am- sterdam. In 1863 verscheen haar uitge- breide biografie (5) (Figuur 12). |