background image
OrthO-rheumatO | VOL 12 | Nr 2 | 2014
11
CaLCIumSuppLEmENTEN
EN CardIovaSCuLaIr rISICo
Pierre Bergmann (CHU Brugmann, ULB) stelde dat calcium-
supplementen nog steeds een plaats hebben bij postmeno-
pauzale vrouwen die onvoldoende calcium uit voeding
halen. Het cardiovasculaire risico van calciumsuppletie
blijft controversieel.
Pierre Bergmann wees in zijn uiteenzetting op de huidige
controverse rond calciuminname voor reductie van het
fractuurrisico. De resultaten van studies naar het voordeel
ervan zijn heterogeen. Poolen van de resultaten van ver-
schillende studies met suppletie van calcium of de com-
binatie van calcium en vitamine D wijst erop dat dit de
fractuurkans met 10 tot 20 procent vermindert. Het effect
van suppletie lijkt het meest uitgesproken bij geïnstitutio-
naliseerde personen met een geringe calciuminname (1).
De risico's van calciumsuppletie werden als minimaal be-
schouwd, tot een Nieuw-Zeelandse, gerandomiseerde, pla-
cebogecontroleerde studie uitgevoerd bij oudere vrouwen,
een trend tot stijging van cardiovasculaire aandoeningen
vaststelde in de groep die 1g calciumcitraat kreeg ten op-
zichte van de placebogroep (2).
Op basis van deze bevinding is nauwkeuriger onderzoek
gebeurd naar de resultaten van de WHI-studie (Women's
Health Initiative
), waarin gedurende zeven jaar suppletie
met 1g calcium en 400IE vitamine D met placebo werd
vergeleken bij postmenopauzale vrouwen.
In die nieuwe analyse van die studie werd ook rekening
gehouden met voorafgaand gebruik van calcium. Het car-
diovasculaire risico nam er niet toe wanneer de vrouwen
voordien reeds calcium gebruikten, maar wel wanneer die
startte bij aanvang van de studie. In een meta-analyse van
tien studies, met de nieuwe analyse van de WHI-data in-
begrepen, bleek dat het relatieve risico op myocardinfarct
dan significant hoger was (RR: 1,24; p = 0,004), net als
het relatieve risico op de combinatie van myocardinfarct
en beroerte (RR: 1,15; p = 0,0009) (3).
Er kwam kritiek op deze studies. Zo was het cardiovascu-
laire risico geen primair eindpunt en waren er tegelijk ook
verstorende factoren aanwezig. De bijwerkingen werden
verkregen door zelfrapportering, wat verkeerd classifice-
ren in de hand kon werken. De totale inname van calcium
was ook hoger dan aanbevolen (1.850mg in plaats van
1.200mg). Verder kon er geen of een inconsistent verband
tussen de dosis en de tijd gevonden worden. Multipele tests
verhogen ook de kans op alfa-fouten. Ten slotte ontbreekt
er ook een duidelijke biologische verklaring.
Calcium heeft verschillende invloeden op het lichaam.
Enerzijds heeft het een gunstig effect op het lipidenprofiel
en zou het de bloeddruk wat kunnen doen dalen. Anderzijds
bestaat de mogelijkheid dat pieken van calcium in het
serum de plaquevorming versterken en dat hoge calcium-
concentraties atherosclerose in de hand werken. Een aan-
getaste nierfunctie kan eveneens een ongunstige invloed
hebben. Misschien is er een effect van calciumsuppletie op
eiwitten die vasculaire calcificatie bevorderen.
Resultaten van een Finse prospectieve studie uitgevoerd
bij postmenopauzale vrouwen die suppletie kregen met
calcium of calcium plus vitamine D, suggereerden een wat
hogere kans op aandoeningen van de coronairen, op basis
van analyse van medische databases (HR: 1,26; 95%-BI:
1,01 ­ 1,57) (4).
Analyse van de placebogecontroleerde en dubbelblinde
CAIFOS-studie, waarin gedurende vijf jaar calciumcarbo-
naat of placebo gegeven werd, leverde echter overtuigende
evidentie dat dagelijkse suppletie van 1.200mg calcium
het risico op atherosclerotische vaatziekten bij oudere
vrouwen niet verhoogt (5).
Alles samen genomen is er volgens Pierre Bergmann nog
geen overtuigend bewijs dat calciumsuppletie het cardio-
vasculaire risico verhoogt. Voor een definitief antwoord
zou een prospectieve, gerandomiseerde studie bij meer
dan tienduizend vrouwen nodig zijn die vijf jaar loopt. Dit
is echter weinig realistisch. De observaties kunnen echter
niet genegeerd worden.
Pierre Bergmann gaf afsluitend volgende richtlijnen mee:
- De aanbevolen aanvoer van calcium uit de voeding
voor een postmenopauzale vrouw bedraagt ongeveer
1.200mg per dag.
- Daarvan komt zowat 300 tot 400mg uit andere pro-
ducten dan zuivel.
- Eén melkconsumptie levert 200 tot 250mg calcium,
dus zijn er drie tot vier consumpties per dag nodig om
voldoende calcium binnen te krijgen.
- Calciumsupplementen zouden aanbevolen moeten
worden voor de (talrijke) personen die niet deze aanbe-
volen hoeveelheden uit hun voeding halen.
- Het mag aangeraden worden om die supplementen
samen met maaltijden in te nemen, om het risico op
het bereiken van de grenswaarde voor hypercalcemie
te minimaliseren.
- Hogere innames zijn niet nodig en mogelijk schadelijk,
maar de evidentie is niet overtuigend.
WaT IS dE Na TE STrEvEN
vITamINE d-CoNCENTraTIE?
De dagelijkse aanvoer van vitamine D uit de voeding en
blootstelling aan uvb-straling ligt in België duidelijk onder