doeltreffendheid en veiligheid vertoont als de originele molecule tijdens de eerste weken na het opstarten van de behandeling na een recente fractuur. PLOS ONE publiceert de resultaten. rische alendronaat- en ook risedronaatformules op de markt. Op basis van bio-equivalentiestudies die het farma- cokinetisch profiel (urine-excretie) van de originele mole- cule vergeleken met dat van het referentiegenerisch pro- duct in een groep van gezonde vrijwilligers, nemen we aan dat beide dezelfde doeltreffendheid en veiligheid bieden. Toch blijft de klinische informatie over botdensiteit en fractuurreductie, neveneffecten en therapietrouw voor de generische vormen van alendronaat schaars. Bovendien werd het effect van een generisch versus een origineel alendronaat niet bestudeerd bij patiënten die deze the- rapie kregen kort nadat ze een fractuur opgelopen had- den. Een Nederlands onderzoeksteam, waarvan ook onze landgenoot prof. Piet Geussens (Universiteit Hasselt en Universiteit Maastricht) deel uitmaakt, nam het initiatief om een vergelijkende studie op poten te zetten. Het werd een gerandomiseerde, dubbelblinde cross-overstudie met de bedoeling een beter zicht te krijgen op de potentiële verschillen in efficaciteit en veiligheid tussen origineel en generisch alendronaat bij postmenopauzale vrouwen met een recente voorgeschiedenis van een fractuur. De onderzoekers includeerden 37 postmenopauzale vrouwen (gemiddelde leeftijd 65,4 jaar) met osteoporose die alleen in één centrum opgevolgd werden. Ze kregen generisch en origineel alendronaat toegediend gedurende 24 (2 x 12) weken. De onderzoekers evalueerden de tolerantie aan de hand van de Gastrointestinal Symptom Rating Scale (GSRS) en zelfgerapporteerde neveneffecten. Om de doeltreffendheid te meten, bepaalden ze in het serum twee markers voor botombouw: C-terminal telopeptide (CTX) en procollagen type I N-terminal propeptide (PINP). De analyse toonde geen significante verschillen in glo- bale tolerantie (Gastrointestinal Symptom Rating Scale, GSRS) tussen beide groepen. Voor abdominale pijn echter hadden patiënten die het generische middel gebruikten, een beduidend hogere gemiddelde GSRS-score in week 4 (p = 0,024). De waarde van de botombouwmarkers daalde significant over 12 weken follow-up voor zowel het generisch als het origineel alendronaat (p < 0,001). De gemiddelde CTX-waarde was significant lager onder origineel alendronaat in week 4, maar niet tijdens week 12. Voor PINP werden daarentegen geen betekenisvolle week 4, noch in week 12. De onderzoekers vatten samen dat de botmarkers signi- ficant gedaald waren onder zowel generisch als origineel alendronaat bij patiënten met een recente fractuur, dat de CTX-waarden significant lager waren in de groep die de originele formule kreeg, in week 4 maar niet in week 12, en dat generisch alendronaat beduidend meer abdominale pijn veroorzaakte in de eerste weken van de behandeling. Of dat verschil klinisch relevant is, kunnen ze op basis van deze studie niet besluiten. Dat alles laat de onderzoekers concluderen dat generisch alendronaat mogelijk niet het- zelfde tolerantie- en doeltreffendheidsprofiel heeft als het originele middel tijdens de eerste weken na het opstarten van de behandeling bij patiënten met een recente fractuur. Ze benadrukken evenwel dat verder onderzoek nodig is, bij voorkeur in een grotere gerandomiseerde gecontroleerde studie om de omvang van deze potentiële verschillen en hun klinische implicaties beter te kunnen bestuderen. versus brand alendronate: a randomized clinical study in postmenopausal women with a recent fracture. Plos one 8(10): e78153. doi:10.1371/journal.pone.0078153 |