background image
OrthO-rheumatO | VOL 12 | Nr 2 | 2014
40
OR0881N
redenen om glucosamine
en chondroïtinesulFaat
te geBruiken Bij de Behandeling
van artrose
Yves Henrotin
eenheid voor bot-en-kraakbeenonderzoek, uLg, Instituut voor pathologie, +5, Chu Sart-tilman, Liège;
Dienst kinesitherapie en functionele revalidatie, hôpital Princesse Paola, marche-en-Famenne
r
H
E
u
m
a
T
o
INLEIdINg
Artrose werd lange tijd beschouwd als een degeneratieve
aandoening van de gewrichten die wordt gekenmerkt door
een geleidelijk verlies van gewrichtskraakbeen. Daarna
werd gesteld dat alle articulaire en periarticulaire weefsels
een rol spelen bij de pathofysiologie van artrose. Het is
inderdaad bewezen dat synovitis en subchondrale sclerose
een rol spelen. Onlangs heeft artrose het etiket van `meta-
bole ziekte' gekregen (1, 2). Er werd inderdaad een correla-
tie aangetoond tussen de klinische ernst van artrose van de
handen en obesitas. Het vetweefsel van zwaarlijvige patiën-
ten scheidt pro-inflammatoire cytokines af zoals TNF-alfa
en IL-6 en adipokines zoals leptine, adiponectine en visfa-
tine. Die cytokines oefenen een schadelijk effect uit op de
gewrichtsweefsels. Bij zwaarlijvigen hangt artrose samen
met het metaboolsyndroom en de verschillende compo-
nenten ervan (hypertensie, dyslipidemie, type 2-diabetes).
De mogelijke link tussen het metaboolsyndroom en artrose
is een chronische systemische ontsteking die gekenmerkt
wordt door abnormale bloedspiegels van reactieve zuur-
stofspecies, geoxideerde LDL-partikels, lipidenmediatoren
en adipokines.
Artrose is een groot probleem voor de volksgezondheid
bij ouderen. Men kan er helaas niet van genezen en vaak
moet een gewrichtsprothese worden geplaatst. De symp-
tomen van artrose worden behandeld met een combinatie
van geneesmiddelen en niet-farmacologische parameters
(vooral vermageren en fysieke oefeningen om de spier-
functie op peil te houden en de vetmassa te verminde-
ren). De medicamenteuze behandeling bestaat vooral
MO01
De behandeling van artrose heeft tot doel de symptomen (pijn en gewrichts-
stijfheid) te verminderen, de levenskwaliteit op peil te houden en de structuur en de func-
tie van de gewrichtsweefsels te vrijwaren. Glucosamine en chondroïtinesulfaat worden
al dan niet in combinatie op grote schaal gebruikt bij de behandeling van gonartrose en
coxartrose. De werkingsmechanismen van die geneesmiddelen zijn bekend. Meerdere kli-
nische studies hebben aangetoond dat ze een gunstig effect hebben op de symptomen
en de gewrichtsspleetvernauwing bij röntgenonderzoek. Desondanks zijn de experts en
de voorschrijvende artsen sceptisch. Dat scepticisme kan toegeschreven worden aan een
slechte kennis van de geneesmiddelen, aan het hoge percentage mislukking van de be-
handeling als gevolg van een veralgemeend gebruik, aan de commercialisering van niet-
gecontroleerde formules en aan tegenstrijdige klinische resultaten. In dit artikel halen we
een reeks argumenten aan die pleiten voor het gebruik van deze geneesmiddelen bij de
behandeling van bepaalde vormen van artrose.