background image
OrthO-rheumatO | VOL 12 | Nr 2 | 2014
45
RICHTLIJNEN VOOR
DE AUTEURS
Reflexion Medical Network nv
Varenslaan 6,
1950 Kraainem
Tel: 02/785.07.20
Fax: 02/731.33.55
E-mail: redac@rmnet.be
Het insturen van een handschrift houdt in dat de auteur:
· verantwoordelijkblijftvoordeinhoud;
· aandeNVReflexionMedicalNetwork(RMN)hetrechttoezegtomde
teksttelatenverschijnenineenofmeerderedoorRMNuitgegeventijd-
schriften;
· akkoordgaatomhethandschriftvoorteleggenaandeledenvandere-
dactie en/of adviesraad; voorstellen voor eventuele wijzigingen worden
aandeauteurvoorgelegd;
· hethandschriftnietheeftingestuurdbijeenanderBelgischtijdschrift.
DehandschriftenwordeninhetNederlandsofinhetFransgeschreven.
1

|
De lengte van de tekst
zal, tenzij anders overeengekomen (b.v. State of theArt), maximaal 16.000 tekens (spaties
inbegrepen) bedragen (4 tot 6A4-bladen, enkele tussenregels).Teksten die deze grens overschrijden, kunnen door de
redactiewordeningekortofalstweeafzonderlijkedelengepubliceerdworden.
Iederetekstzalvergezeldzijnvaneenbeknoptesamenvatting (max. 2.000 tekens), van trefwoorden in het Engels
(3-10) en referenties (max. 30)
.
2

|
Titels
mogenvet,schuinen/ofonderlijndgetyptworden,maarnietinhoofdletters.
3

|
Allegebruikteafkortingenmoetenvoluitgeformuleerdwordenbijdeeerstevermeldingindetekst(tussenhaakjes).
Voorbeeld: SPECT (Single Photon Emission Computerized Tomography) of: Single Photon Emission Computerized Tomography (SPECT)
4

|
Indien mogelijk worden de teksten geïllustreerd (zwart/wit of kleur) met tabellen, grafieken, figuren, foto's, dia's,
radiografieën...Gekleurdeillustratieswordenaangemoedigd.
De illustratieswordengenummerdengerefereerd,enhebbeneenduidelijkelegende.Indetekstwordtnaardeillustraties
verwezendoorvermeldingvanhunaardennummer(tussenhaakjes).
Voorbeeld: ... (Figuur 1),... (Tabel 3).
5

|
De literatuurlijstmagnietmeerdan30referentiesbevatten.Deze worden genummerd in de volgorde waarin zij in de
tekst verschijnen
.Zijwordenopgesteldnaardenormvan
Index Medicus
.
Vermeldalleauteurswanneererzesofminderzijn;zijnerzevenofmeerauteurs,wordendeeerstedrievermeldgevolgd
door`etal'.Voordenaam van het tijdschriftwordtdeofficiëleinternationaleafkortinggebruikt.
Voorbeelden:
1. Rohr J, Kittner SJ, Feeser BR, et al. Traditional risk factors and stroke in young adults: the Baltimore-Washington Cooperative
Young Stroke Study. Arch Neurol 1996;53:603-7.
2. Brewer TG, Peggins JO, Grate SJ, et al. Neurotoxicity in animals due to arteether and artemether. Trans R Soc Trop Med Hyg 1994;88
(Suppl 1):S33-S36.
Indetekstzelfwordtnaar de literatuur verwezendoorhetvermeldenvanhetreferentienummer(tussenhaakjes).
Voorbeelden: ... (3),... (4, 7, 16),... (7-10).
6

|
Indien de auteursverbondenzijnaaneenziekenhuisofeeninstelling,zalvoorelkeauteur(naam+voornaamvolledig),de
naamvanhetziekenhuisofdeinstelling,alsookdezevandedienst,departement,eenheid,...vermeldworden.
7

|
· Dehandschriftenwordeningestuurdperpost(kopij+illustraties+CD)ofpere-mail.
· Illustratieszullenaandevolgendevereistenvoldoen:formaatJPEG­afmetingenminimaal8x8cm­resolutie
minimum300dpi.
OR_instr_auteur_2011.indd 2
18/11/11 13:55
OR0912N
N
I
E
u
W

I
N
d
E
r
E
u
m
a
T
o
L
o
g
I
E
uit de literatuur
Heidi Van de Keere
CXCL4: EEN BIomarkEr
voor SySTEEmSCLEroSE?
Plasmacytoïde dendritische cellen scheiden bij personen met sclerodermie duidelijk meer van het CXCL4-eiwit
af dan bij gezonde personen of personen met andere reumatische aandoeningen, zoals lupus of spondylitis anky-
losans. Hoe ernstiger de ziekte, hoe hoger de CXCL4-titer. Dat maakt CXCL4 tot een interessante biomarker.
Dat suggereert een internationale studie, waaraan ook Belgische onderzoekers deelnamen, in the New England
Journal of Medicine
.
De Nederlandse onderzoeker, Timothy Radstake (UMC
Utrecht) en zijn team vergeleken de activiteit van de
plasmacytoïde dendritische cellen (pDC's) van personen
met sclerodermie met die van gezonde personen en van
personen met andere reumatische aandoeningen. Van
pDC's is geweten dat ze tussenkomen in de pathogenese
van systeemsclerose. Ze bestudeerden de secretie van het
CXCL4-eiwit in de pDC's, correleerden plasmaspiegels
van CXCL4 met karakteristieken van systeemsclerose en
bestudeerden de directe effecten van CXCL4 in vitro en in
vivo.
Uit de bevindingen blijkt dat de pDC's veel meer van
het CXCL4-eiwit afscheiden, zowel in het plasma als in
de huid, bij personen met sclerodermie dan bij gezonde
controlepersonen of personen met andere reumatische
aandoeningen, zoals systeemlupus of spondylitis ankylo-
sans. De gemiddelde waarde van CXCL4 bij patiënten met
systeemsclerose was 25.624pg/ml. Dat is significant hoger
dan de waarde bij gezonde controlepersonen (92,5pg/ml)
of bij patiënten met lupus (1.346pg/ml), spondylitis anky-
losans (1.368pg/ml), of leverfibrose (1.668pg/ml).
Bovendien bleek CXCL4 niet alleen systeemsclerose, maar
ook de ernst van de ziekte aantoonbaar te maken: hoe
ernstiger de aandoening, hoe hoger de CXCL4-waarden.
CXCL4-waarden correleerden namelijk met huid- en long-
fibrose en met pulmonale arteriële hypertensie.
Van de verschillende bestudeerde chemokines voorspelde
alleen CXCL4 het risico op en de progressie van systeem-
sclerose. Voor CCL2, CXCL10, CCL5, von Willebrandfactor,
en CCL18 werden deze correlaties immers niet opgemerkt
in vijf omvangrijke, onafhankelijke en klinisch goed geka-
rakteriseerde patiëntencohortes.
Deze bevindingen suggereren dat CXCL4 en pDC's een
centrale rol spelen in de pathogenese van systeemsclerose.
De CXCL4-waarden correleerden bovendien goed met de
mate van fibrose en progressie van pulmonale arteriële
hypertensie, twee klinische sleutelmanifestaties in deze
aandoening. Dat maakt van CXCL4 een interessante bio-
marker. De auteurs wijzen er tot slot op dat de CXCL4-
waarden eveneens verhoogd waren in verschillende andere
omstandigheden van fibrose of inflammatie, wat sugge-
reert dat CXCL4 een rol speelt bij meerdere pathologische
omstandigheden.
van Bon l, affandi aj, Broen j, et al. Proteome-wide analysis and CXCl4 as a biomarker in
systemic sclerosis. n engl j med 2014;370:433-43.