· aandeNVReflexionMedicalNetwork(RMN)hetrechttoezegtomde schriften; aandeauteurvoorgelegd; | redactiewordeningekortofalstweeafzonderlijkedelengepubliceerdworden. (3-10) en referenties (max. 30) | | | radiografieën...Gekleurdeillustratieswordenaangemoedigd. verwezendoorvermeldingvanhunaardennummer(tussenhaakjes). | tekst verschijnen door`etal'.Voordenaam van het tijdschriftwordtdeofficiëleinternationaleafkortinggebruikt. | naamvanhetziekenhuisofdeinstelling,alsookdezevandedienst,departement,eenheid,...vermeldworden. | minimum300dpi. E u I N r u m T o L o g I E af dan bij gezonde personen of personen met andere reumatische aandoeningen, zoals lupus of spondylitis anky- losans. Hoe ernstiger de ziekte, hoe hoger de CXCL4-titer. Dat maakt CXCL4 tot een interessante biomarker. Dat suggereert een internationale studie, waaraan ook Belgische onderzoekers deelnamen, in the New England Journal of Medicine. Utrecht) en zijn team vergeleken de activiteit van de plasmacytoïde dendritische cellen (pDC's) van personen met sclerodermie met die van gezonde personen en van personen met andere reumatische aandoeningen. Van pDC's is geweten dat ze tussenkomen in de pathogenese van systeemsclerose. Ze bestudeerden de secretie van het CXCL4-eiwit in de pDC's, correleerden plasmaspiegels van CXCL4 met karakteristieken van systeemsclerose en bestudeerden de directe effecten van CXCL4 in vitro en in vivo. Uit de bevindingen blijkt dat de pDC's veel meer van het CXCL4-eiwit afscheiden, zowel in het plasma als in de huid, bij personen met sclerodermie dan bij gezonde controlepersonen of personen met andere reumatische aandoeningen, zoals systeemlupus of spondylitis ankylo- sans. De gemiddelde waarde van CXCL4 bij patiënten met systeemsclerose was 25.624pg/ml. Dat is significant hoger dan de waarde bij gezonde controlepersonen (92,5pg/ml) of bij patiënten met lupus (1.346pg/ml), spondylitis anky- losans (1.368pg/ml), of leverfibrose (1.668pg/ml). Bovendien bleek CXCL4 niet alleen systeemsclerose, maar ook de ernst van de ziekte aantoonbaar te maken: hoe ernstiger de aandoening, hoe hoger de CXCL4-waarden. CXCL4-waarden correleerden namelijk met huid- en long- fibrose en met pulmonale arteriële hypertensie. alleen CXCL4 het risico op en de progressie van systeem- sclerose. Voor CCL2, CXCL10, CCL5, von Willebrandfactor, en CCL18 werden deze correlaties immers niet opgemerkt in vijf omvangrijke, onafhankelijke en klinisch goed geka- rakteriseerde patiëntencohortes. Deze bevindingen suggereren dat CXCL4 en pDC's een centrale rol spelen in de pathogenese van systeemsclerose. De CXCL4-waarden correleerden bovendien goed met de mate van fibrose en progressie van pulmonale arteriële hypertensie, twee klinische sleutelmanifestaties in deze aandoening. Dat maakt van CXCL4 een interessante bio- marker. De auteurs wijzen er tot slot op dat de CXCL4- waarden eveneens verhoogd waren in verschillende andere omstandigheden van fibrose of inflammatie, wat sugge- reert dat CXCL4 een rol speelt bij meerdere pathologische omstandigheden. systemic sclerosis. n engl j med 2014;370:433-43. |