background image
OrthO-rheumatO | VOL 12 | Nr 2 | 2014
35
stabiliteit is en het gewrichtsvocht het kraakbeen beter
van voedingsfactoren kan voorzien. Indien er een scheurtje
in het labrum is, zal dit pijn doen bij bepaalde pivotbewe-
gingen, maar zal ook de sealingfunctie minder goed ver-
vuld worden. Femoroacetabulalir impingement op jonge
leeftijd is ongewoon, maar komt vooral voor bij jonge
adolescente sporters vanaf de leeftijd van 13-14 jaar. Men
schat dat ongeveer 20% van de atleten met liespijn FAI
met een labrumscheur heeft (3-5). Het klinisch onde-
rzoek zal wijzen op een pijnlijke en verminderde interne
rotatie bij 90° flexie, omdat dan FAI wordt uitgelokt en
het pijnlijk labrum bewogen wordt. Het radiografisch on-
derzoek kan wijzen op een diep acetabulum (Figuur 2a),
een beenderige aangroei op het femur (Figuur 2b) of
helemaal geen afwijking. In de eerste plaats is een conser-
vatief beleid aangewezen met o.a. bekken- en rompsta-
bilisatieoefeningen. Een operatief ingrijpen zoals een
artroscopische behandeling kan noodzakelijk zijn indien
fysiotherapie onvoldoende beterschap brengt. Ten slotte
kan chronische heuppijn ook te wijten zijn aan een gebrek
van goede acetabulaire overdekking van het femur, i.e.
heupdysplasie. Hierdoor komt er lokale overdruk op het
kraakbeen en zal de atleet vooral op het einde van sport-
activiteiten een diepe, zeurende liespijn hebben die mecha-
nische klachten geeft. Radiografie van het bekken zal aan-
tonen dat de overdekking van het acetabulum < 25° is en
dit noopt dan verdere investigatie door een heupspecialist
waarna een periacetabulaire osteomie noodzakelijk kan
zijn (Figuur 3).
Adolescente sporters met een leeftijd van 11-15 jaar kunnen
zich ook presenteren met extra-articulaire problemen die
direct gerelateerd zijn aan het groeiproces. Tijdens de
groeispurt is de apofyse ­ de aanhechtingsplaats van de
pees op het bot ­ zwakker dan het bot of het peesweefsel.
Het gevolg is dat overbelastingsletsels zich kunnen presen-
teren als apofysitisklachten aangezien door de groeispurt
de spieren relatief korter zijn dan het bot. Dit is zeker het
geval indien de spieren onvoldoende gestretcht worden
zoals wel vaker gezien wordt bij voetballers (6, 7). Bijge-
volg kan de apofyse onder chronische tractie komen en
daardoor gaan ontsteken of soms zelfs gaan avulseren.
Dit laatste is typisch het geval bij explosiviteitssporten
zoals spurten, voetballen en tennissen. Dan kan een acute
a
b
b
a
figuur 2: (a) deze 14-jarige hockeyspeler heeft last bij het spelen in
de beide liesstreken. deze last wordt bij hem veroorzaakt doordat zijn
acetabulum een te diepe overdekking heeft van 45° terwijl dit maximaal
39° zou mogen zijn. dit gecombineerd met de extreme bewegingen die
hij doet tijdens het spelen, veroorzaakt dat het femur (dikke zwarte pijl)
botst tegen de rand van het acetabulum (dunne pijl). Hierdoor zal het
labrum uiteindelijk scheurtjes vertonen en zal hij pijn krijgen.
(b) deze 15-jarige jongen die veel gevechtssporten doet, heeft een
afwijking op zijn femurhals (dikke pijl) die bij extremere bewegingen
botst tegen het acetabulum. Hierdoor kan een labrumscheur en een
kraakbeenletsel ontstaan dat last geeft. Een artroscopische verwijdering
van deze botaangroei (dunne pijl) kan dan noodzakelijk zijn.
figuur 3: (a) deze 14-jarige atlete begint last te krijgen in haar
rechterlies op het einde van de tennistrainingen. op het eerste gezicht
lijkt de acetabulaire overdekking goed, maar bij het nameten blijkt toch
duidelijk dat de overdekking in plaats van 25° slechts 17° is. ook aan
de voorzijde is haar heup slechts 10° overdekt.
(b) Een periacetabulaire osteotomie is dan de enige oplossing om de
overdekking van het femurkop te verbeteren tot > 25°. Het sporten kan
dan de uitlokkende factor zijn waardoor deze heupen symptomen gaan
vertonen. Indien een conservatief beleid geen voldoende verbetering
geeft, zal een ingreep noodzakelijk zijn.