van voedingsfactoren kan voorzien. Indien er een scheurtje in het labrum is, zal dit pijn doen bij bepaalde pivotbewe- gingen, maar zal ook de sealingfunctie minder goed ver- vuld worden. Femoroacetabulalir impingement op jonge leeftijd is ongewoon, maar komt vooral voor bij jonge adolescente sporters vanaf de leeftijd van 13-14 jaar. Men schat dat ongeveer 20% van de atleten met liespijn FAI met een labrumscheur heeft (3-5). Het klinisch onde- rzoek zal wijzen op een pijnlijke en verminderde interne rotatie bij 90° flexie, omdat dan FAI wordt uitgelokt en het pijnlijk labrum bewogen wordt. Het radiografisch on- derzoek kan wijzen op een diep acetabulum (Figuur 2a), een beenderige aangroei op het femur (Figuur 2b) of helemaal geen afwijking. In de eerste plaats is een conser- vatief beleid aangewezen met o.a. bekken- en rompsta- bilisatieoefeningen. Een operatief ingrijpen zoals een artroscopische behandeling kan noodzakelijk zijn indien fysiotherapie onvoldoende beterschap brengt. Ten slotte kan chronische heuppijn ook te wijten zijn aan een gebrek van goede acetabulaire overdekking van het femur, i.e. heupdysplasie. Hierdoor komt er lokale overdruk op het activiteiten een diepe, zeurende liespijn hebben die mecha- nische klachten geeft. Radiografie van het bekken zal aan- tonen dat de overdekking van het acetabulum < 25° is en dit noopt dan verdere investigatie door een heupspecialist waarna een periacetabulaire osteomie noodzakelijk kan zijn (Figuur 3). zich ook presenteren met extra-articulaire problemen die direct gerelateerd zijn aan het groeiproces. Tijdens de groeispurt is de apofyse de aanhechtingsplaats van de pees op het bot zwakker dan het bot of het peesweefsel. Het gevolg is dat overbelastingsletsels zich kunnen presen- teren als apofysitisklachten aangezien door de groeispurt de spieren relatief korter zijn dan het bot. Dit is zeker het geval indien de spieren onvoldoende gestretcht worden zoals wel vaker gezien wordt bij voetballers (6, 7). Bijge- volg kan de apofyse onder chronische tractie komen en daardoor gaan ontsteken of soms zelfs gaan avulseren. Dit laatste is typisch het geval bij explosiviteitssporten zoals spurten, voetballen en tennissen. Dan kan een acute |