background image
OrthO-rheumatO | VOL 12 | Nr 2 | 2014
48
INfLIXImaB ToEvoEgEN aaN
STaNdaardTHErapIE
BIj kaWaSakI?
Toevoegen van infliximab aan de primaire behandeling bij acute ziekte van Kawasaki heeft geen effect op de
therapieresistentie. Wel blijkt er een gunstig effect te zijn op de duur van de koorts, bepaalde markers voor inflam-
matie, de Z-score van de linker-anterior descendens en de reactiesnelheid op i.v. immunoglobuline. Dat schrijven
Amerikaanse onderzoekers in the Lancet.
Intraveneuze immunoglobulinetherapie bij patiënten met
acuut kawasakisyndroom vermindert de kans op aneu-
rysma van 25 tot 5 procent. Daartegenover staat dat 10-
20 procent van de patiënten met kawasaki persisterende
of recidiverende koorts ontwikkelt na de standaardthe-
rapie met één enkel infuus van i.v. immunoglobuline en
aspirine. Deze subgroep van immunoglobulineresistente
patiënten loopt het hoogste risico op een coronair aneu-
rysma en heeft behoefte aan bijkomende therapie om het
ontstekingsproces te onderbreken. Een intensifiëring van
de initiële therapie om deze resistentie en geassocieerde
aneurysmata te voorkomen, blijft een waardevolle bena-
dering.
Rekening houdend met het belang van TNF in de genese
en het persisteren van de inflammatie, lijkt een primaire
anti-TNF-behandeling een logische optie.
Amerikaanse onderzoekers gingen na of het toevoe-
gen van infliximab aan de standaardtherapie bij acute
ziekte van Kawasaki de weerstand tegen de behandeling
vermindert. Hiertoe voerden ze een gerandomiseerde,
placebogecontroleerde, dubbelblinde fase 3-studie uit. De
studie liep in twee kinderziekenhuizen in de VS. De deel-
nemers aan deze studie waren kinderen tussen 4 weken en
17 jaar oud met kawasaki en koorts ( 38,0°C) gedurende
3--10 dagen.
Na randomisatie kregen ze bovenop de klassieke behande-
ling ook i.v. infliximab (n = 98) of placebo (n = 98).
Het primaire eindpunt was het verschil in therapieresisten-
tie tussen de beide groepen, gedefinieerd als een lichaams-
temperatuur 38,0°C 36 uur - 7 dagen na het voltooien
van de infusietherapie met immunoglobulinen.
De studie leert dat het optreden van therapieresistentie
niet significant verschilde tussen de beide groepen. In ver-
gelijking met de placebogroep hadden de deelnemers uit
de infliximabgroep wel significant minder dagen koorts.
Bovendien bleek infliximab een invloed te hebben op ver-
schillende andere parameters. Zo toonde de infliximab-
groep na 24 uur een grotere gemiddelde afname van CRP
(p = 0,0003) en van het neutrofielenaantal (p = 0,024),
en na twee weken een grotere gemiddelde afname van de
erytrocytensedimentatie (p = 0,009) dan de placebogroep.
In week 5 verschilde geen enkele van de labwaarden nog
beduidend met de waarden bij de start. Er werden aan in-
fliximab geen direct ernstige bijwerkingen gelinkt.
De auteurs besluiten dat het toevoegen van infliximab
aan de primaire behandeling bij acute ziekte van Kawa-
saki geen effect heeft op de therapieresistentie. Wel had de
behandeling een gunstig effect op de duur van de koorts,
bepaalde markers voor inflammatie, en de reactiesnelheid
op i.v. immunoglobuline. Bovendien was de behandeling
veilig en werd ze goed verdragen.
Tremoulet ah, jain s, jaggi P, et al. infliximab for intensification of primary therapy for
kawasaki disease: a phase 3 randomised, double-blind, placebo-controlled trial. lancet, early
online Publication, 24 februari 2014.