background image
OrthO-rheumatO | VOL 12 | Nr 2 | 2014
33
New
DOeLTReFFeNDHeID
CARDIOVASCULAIRe VeILIGHeID
ComplianCe
1 SliK-table
t/d.
Calcium
+ Vit.D
UNIEKE VERHOUDING
500
mg
Ca
++
+
citraa
t,
800
ie
Vit.D3
60 table
tten = 2 maanden = 12
,90
CALCIUM +
VITAMINe D
WELKE SUPPLEMENTATIE VANDAAG?
Calcium is ongetwijfeld de hoeksteen van een goede
botstevigheid.
Bij gemenopauseerde vrouwen blijft de inname van
calcium via de voeding, ongeveer 600 ā 700 mg, lager
dan de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid, 1.200 mg.
De consumptie van de belangrijkste bron van calcium,
nl zuivelproducten, verhogen is geen simpele opgave
(hypercholesterolemie, lactose intolerantie...).
Het innemen van een Calcium-supplement is dus
meestal noodzakelijk.
DE VEILIGHEID
Er zijn aanwijzingen dat hoge dosissen calcium echter
voor een verhoging van het cardiovasculair risico kunnen
zorgen.
(Pentti et al, Maturitas 2009; Bolland et al, BMJ, 2010, 2011; Li
et al, Heart, 2012)
. Het is dus opletten geblazen!
DE DOELTREFFENDHEID
Ook voor het bot zijn hoge dosissen niet beter. Een re-
cente, zeer uitgebreide studie (opvolging van 61.000
vrouwen gedurende 19 jaar) heeft voor het eerst aan-
getoond dat de verhouding tussen calcium-inname en
botgezondheid niet lineair is. Daar waar een totale in-
name lager dan 750 mg per dag, duidelijk te laag is,
blijkt een totale calcium-inname van 1.100 ā 1.200 mg
optimaal voor de botgezondheid terwijl een hogere
inname daarentegen geen bijkomend voordeel biedt,
wel integendeel.
(Warensjö et al, BMJ, 2011).
OP WEG NAAR EEN CONSENSUS
Vandaag zijn veel specialisten overtuigd dat het calcium-
tekort best aangevuld wordt via de voeding maar dan wel
gecombineerd met een supplement van 500 mg calcium.
(J.E. Manson, Harvard Medical School)
.
VITAMINE D, NIET ALLEEN VOOR
HET BOT ONMISBAAR !
Vitamine D bevordert ook de spierfunctie en vermind-
ert signifikant het risico op vallen.
(Bischoff-Ferrari et al, BMJ,
2009; Houston et al, Am Geriatr Soc, 2011; Sohl et al, Clin Endocrinol
Metab, 2013)
LAST BUT NOT LEAST: COMPLIANCE !
Alle studies die de therapietrouw voor calcium-supple-
menten bestudeerd hebben, komen tot dezelfde conclu-
sie: slechts 1 vrouw op 2 blijft haar calcium voortnemen.
(Prince et al, Arch Intern Med, 2006; Sanfelix-Genovčs et al, Drug Aging
2009; Diez et al, Menopause, 2012)
Continue ondersteuning van de motivatie en eenvoud van
de supplementatie (zonder smaak, zonder bereiding) zijn
uiterst belangrijke factoren om de compliance en de doel-
treffendheid van calcium-supplementatie te vrijwaren.
OR0779N
chronische sportletsels
van het onderste lidmaat
Bij kinderen en adolescenten
Kristoff Corten
1,4
, Johan Bellemans
2
, Jean-Pierre Simon
1
, Pierre Moens
3,4
1. hip unit, dienst Orthopedie, uZ Leuven;
2. Ziekenhuis Oost-Limburg, Genk;
3. Kinderorthopedie, dienst Orthopedie, uZ Leuven;
4. multi-disciplinaire kindersportteam, dienst Orthopedie, uZ Leuven
o
r
T
H
o
INTroduCTIE
Steeds meer kinderen beoefenen competitieve sporten
die soms het uiterste van het lichaam vergen. Het gevolg
hiervan is dat artsen vaker geconfronteerd worden met
acute of chronische sportspecifieke letsels die al dan niet
interfereren met de groei van het kind. Het probleem met
kinderen is dat ze zich ook kunnen presenteren met een
specifiek kinder-orthopedisch probleem dat al dan niet
verergerd wordt door de sportactiviteiten. We trachten in
dit artikel aan de hand van frequent voorkomende klach-
ten een summier maar praktisch hanteerbaar overzicht te
geven van de verschillende sport- en niet-sportspecifieke
orthopedische aandoeningen waarmee het sportende kind
zich kan presenteren.
"mIjN kINd maNkT"
Het sportende kind dat zich presenteert met een mankend
gangpatroon zonder dat er een direct trauma of een andere
duidelijk aantoonbare reden is geweest, moet steeds bena-
derd worden vanuit het standpunt dat er een intra-articu-
lair probleem van het heupgewricht is. Belangrijk hierbij
is te vermelden dat kinderen met heupproblemen zich
kunnen presenteren met kniepijn die echter een gerefereer-
de pijn is vanuit het heupgewricht. Om die reden is het
vaak interessant om bij elk klinisch onderzoek van de knie
ook het heupgewricht te laten onderzoeken.
Dit geldt zeer specifiek voor het 11- tot 15-jarig kind in de
groeispurt dat zich kan presenteren met een epifysiolyse
van de femurkop. Typisch zijn dit zwaarlijvige en hypo-
gonadale jongens waarbij door de soms doorgedreven
sport activiteiten een (subacute) slip van de epifyse van het
femur kan optreden. In dit geval zal de heup een vermin-
derde interne rotatie hebben en zal een goede RX van het
bekken aangevuld met een Lauensteinopname meer dui-
delijkheid kunnen brengen (Figuur 1). Dergelijke epifysio-
lyses vereisen een onmiddellijke doorverwijzing met stabi-
lisatie van de slip zo snel mogelijk of op de eerste operatiedag
na de verwijzing.
MO07
Sportletsels bij kinderen kunnen een differentieeldiagnostisch moeilijk probleem
vormen vermits frequent sportende kinderen ook problemen kunnen hebben die niet
rechtstreeks gerelateerd zijn aan de sportactiviteiten. Daarom moet de behandelende
geneesheer zich er in de eerste plaats steeds van vergewissen of het `mankende' kind
geen intra-articulair of pediatrisch orthopedisch probleem heeft dat niet direct veroorzaakt
wordt door de sportactiviteiten. Om deze redenen is het belangrijk een strikt differentieel-
diagnostisch algoritme te hanteren waarbij ook rekening gehouden wordt met de leeftijd
van het kind.