van de hand: kraakBeentumoren (deel 1) E E L d E N E N B E W g I N een kraakbeenmatrix. Men vindt ze in alle anatomische com- partimenten van de hand terug (1). Hun frequentie is lager dan 10% (2). Vaak worden ze toevallig ontdekt of naar aan- leiding van een pathologische fractuur. Het enchondroom is veruit het frequentste letsel. van differentiatie van die chondrocyten kan variëren. Ze produceren een extracellulaire substantie bestaande uit type II-collageen en proteoglycanen. Chondrocyten vormen graag nodulaire hoopjes en dat kraakbeenweefsel bestaat dan uit noduli met polycyclische contouren. De eilandjes van hyalien kraakbeen vormen lobjes die onder- ling gescheiden zijn door interlobulaire septa (Figuur 1). CT-scan te herkennen aan de verkalkingen (Figuur 2). Die verkalkingen zijn gerangschikt in de vorm van com- pacte noduli, ringen of een cirkelboog (popcornaspect). De mate van verkalking van de kraakbeenmatrix kan variëren. Bij een CT-scan zijn de nodulaire contouren van het kraak- beenweefsel te herkennen indien het letsel in een holte met vet beenmerg ligt (Figuur 3). posignaal op de T1-gewogen beelden dat sterk afsteekt te- gen het intense signaal van het omgevende vette beenmerg (3). De contouren zijn typisch gelobd en goed afgelijnd. Op de T2-gewogen beelden vertoont de kraakbeenmatrix, die veel water bevat, een duidelijk hypersignaal. De septa zijn te herkennen als een hyposignaal. De intratumorale is veruit het frequentste letsel. In dit artikel bestuderen we de belangrijkste letsels van de kraakbeenmatrix van de handen en de vingers en bespreken we vooral hun aspect bij beeldvormingsonderzoek. |