background image
OrthO-rheumatO | VOL 12 | Nr 2 | 2014
36
apofyseavulsie optreden en zal de atleet zich presenteren
met een hevige pijn aan de zitknobbel (hamstringavulsie
bij bv. een spurt of een eccentrische contractie zoals bij het
trappen), de oppervlakkige voorzijde van de heup (sarto-
rius- en spina-iliaca-anterior-superioravulsie bij bv. een
trap op de bal), de diepe voorzijde van de heup (inferieure
spina-avulsie t.g.v. rectus-femoristractie bij spurt of trap
op bal of zelfs pijn aan de bekkenkam (avulsie van de ileu-
mapofyse t.g.v. de abdominale spieren bij bv. tennisops-
lag). Een radiografie geeft meestal uitsluitsel en de meeste
van deze letsels kunnen behandeld worden met rust voor
4-8 weken, gevolgd door intensieve stretching van de
bovenbeenspieren. Dergelijke apofysitisklachten kunnen
ook chronisch optreden en worden dan het best in beeld
gebracht via MRI, die een oedemateuze apofyse zal aanto-
nen (Figuur 4). Dit laat ook de differentieeldiagnose toe
met tendinitis, een verrekking of een spierscheur. Rust en
stretching zijn opnieuw de behandelingsmodaliteiten. Ten
slotte kan de jonge adolescente atleet zich ook presenteren
met een al dan niet pijnlijk klikkend gevoel aan de voor-
zijde of laterale zijde van de heup. Het zijn meestal vrouwe-
lijke atleten met een hyperlaxiteit die zich presenteren met
deze klachten. In dergelijke gevallen is het belangrijk de
atleet gerust te stellen dat dit de psoaspees is die over de
eminentia pubica verspringt en dat goede stabilisatiekine
van het bekken en de romp meestal voldoende beterschap
brengt (8, 9). Vergelijkbare klachten van een versprin-
gende fascia lata over de grote trochanter kunnen worden
veroorzaakt door een wanverhouding in kracht tussen de
tensor fascia lata en de gluteus maximus. Tonificatieoefe-
ningen zijn meestal afdoende.
Adductortendinitis komt typisch voor bij zwemmers,
hockeyspelers en voetballers (10, 11). Een specifiek, maar
moeilijk te behandelen probleem, is de atletische pubalgie
(12, 13). Dit zien we typisch bij atleten die veel accelera-
tie- en trapbewegingen doen zoals tennissers, voetballers
en volleyballers. De abdominale spieren en de adductoren
hebben een gezamenlijke aanhechting op de symphysis
pubis
en door een wanverhouding in kracht kan deze geza-
menlijke aanhechting loskomen of chronisch ontsteken. Er
zal een lokale liespijn aanwezig zijn bij adductie of `sit-up'
tegen weerstand. Een MRI kan de diagnose bevestigen.
Differentieeldiagnostisch moet een liesbreuk en osteitis
pubis
uitgesloten worden. Osteitis pubis of een stressfrac-
tuur van het os pubis komt vooral voor bij voetballers en
hockeyspelers. Ten slotte zijn vrouwelijke atleten van 11
tot 15 jaar met een verstoord eetpatroon, amenorroe en
osteoporose een risicopopulatie voor stressfracturen, zeker
indien ze op hoog niveau turnen of langeafstandlopen (14-
16). MRI kan dan een belangrijk diagnostisch hulpmiddel
zijn. Een multidisciplinaire evaluatie van deze atleten is
dan ook aangewezen (17, 18).
"Ik HEB vooraaN op mIjN kNIE pIjN"
De knie is een gewricht waarop heel wat krachten plaats-
grijpen tijdens het sporten. Vooral het extensorapparaat
wordt onder druk gezet en atleten kunnen zich tijdens de
groei dan ook presenteren met anterieure kniepijn.
Patellofemorale klachten kunnen het gevolg zijn van een
verkort extensorapparaat, een valgusalignement, een
verkort lateraal retinaculum of een te zwakke vastus-
medialisspier. In al deze gevallen wordt de patella naar
lateraal getrokken en zal het lateraal facet van de patella
zeer gevoelig zijn. Dit kan ook het geval zijn bij een patella
bipartita. Atleten klagen dan van anterieure kniepijn, voor-
al bij het afdalen van trappen. Intensieve fysiotherapie die
het desbetreffende onderlinge probleem aanpakt, is mees-
tal afdoend. Onvoldoende stretching van de quadriceps en
hamstrings tijdens de sportactiviteiten van de groeiende
figuur 4: (a) deze 14-jarige voetballer presenteerde zich met een
acute, stekende pijn ter hoogte van de rechterlies die ontstond
tijdens een trap op de bal. de radiografie toont vooral op de valse
profielopname een wijde apofyse van de spine iliaca anterior
inferior. daar hecht de directe kop van de rectus-femorisspier op
vast en deze heeft een avulsie veroorzaakt die op zijn beurt op de
mrI zal tekenen met oedeem ter hoogte van de apofyse (b).
Conservatief beleid is in het merendeel van de gevallen succesvol.
b
a