zoek uit als gelobd kraakbeenweefsel met enkele kleine, onregelmatige, puntvormige verkalkingen en af en toe zones van enchondrale ossificatie vanuit het onderliggende corticale bot. Bij een asymptomatisch, klein, stabiel periosteaal chon- droom is een afwachtende houding aangewezen (9). In an- dere gevallen moet een oncologische resectiebiopsie wor- den uitgevoerd. Sommige auteurs (8) voeren principieel een resectiebiopsie uit omdat het moeilijk is het onder- scheid te maken met een laaggradig chondrosarcoom van het periost. of oSTEoCHoNdroom bottumoren. Het is de frequentste goedaardige bottumor. De tumor zit in de metafyse of de metafyse-diafyse dicht bij het groeikraakbeen. In 10% van de gevallen worden de extremiteiten aangetast. Een exostose kan sessiel of gesteeld zijn. Er is altijd een continuïteit tussen het corticale en het spongieuze botweefsel van de exostose en dat van het eigenlijke bot (Figuur 11). De belangrijkste complicatie is degeneratie naar een chondrosarcoom. Dat gebeurt echter zelden (< 1%), hoewel het meer voorkomt in geval van een proximale of axiale ligging. proliferatie hoofdzakelijk van de (middelste en proximale) vingerkootjes van de handen en de voeten. Het is een letsel dat met de tijd toeneemt: eerst ondervindt men een zwel- ling van de weke delen en daarna een floride periostreactie. Het bot vertoont geen afwijkingen. De cortex tegenover de zwelling is goed te herkennen. Tot slot kan een osteocar- tilagineuze massa herkend worden. Er is geen continuïteit tussen het letsel en het nabijliggende spongieuze bot (in tegenstelling tot wat gezien wordt bij een exostose). Het is alsof het letsel op het bot ligt (Figuur 12). die per definitie ontstaat uit de weke weefsels en geen ver- band houdt met het bot. In 96% van de gevallen bevindt het chondroom zich in de extremiteiten. Doorgaans komt de patiënt op spreekuur wegens een pijnloze zwelling die lange tijd asymptomatisch is gebleven (18). Een chon- droom komt vooral voor bij volwassenen van 30-60 jaar en uit zich als een traag groeiende nodulus. Röntgenon- derzoek toont geen botaantasting, maar wel vaak boog- of ringvormige verkalkingen in de weke delen. De zekerheidsdiagnose wordt gesteld met een histologisch onderzoek. Het is een goedaardig letsel, ook al vertoont het wat atypieën. Niet zelden (15-20%) treedt er echter een reci- dief op na resectie en soms betreft het meerdere recidieven. |