spieren. Bijgevolg zal meestal het extensorapparaat hier- door onder spanning komen met alle gevolgen van dien. Stretching is dan ook cruciaal. 13 tot 15 jaar ook apofysitis optreden van de tuberositas tibiae (ziekte van Osgood-Schlatter) en de onderpool van de patella (ziekte van Sinding-Larsen-Johansson). Deze aandoeningen worden behandeld met modificatie van de activiteiten naargelang de klachten, alsook met behulp van intensieve stretchings van de quads en hamstrings. dient te worden overwogen, is een osteochondritis dis- secans van de (meestal) mediale femurcondyl. Dergelijke osteochondritis presenteert zich meestal als een mediale kniepijn, maar kan ook aanleiding geven tot een ante- rieure kniepijn, al dan niet met blokkade. Het betreft een subchondrale stressfractuur die meestal zichtbaar is op een laterale radiografie van de knie. Doorverwijzing naar een orthopedisch specialist is noodzakelijk, maar meestal wordt initieel een sportstop voorgesteld voor 6 tot 8 weken indien de groeischijven nog open zijn. Heelkunde wordt sneller voorgesteld vanaf het ogenblik dat de groeischijven gesloten zijn. vaN mIjN kNIE" veroorzaakt worden door het ili-tibiale band (ITB)-frictie- syndroom. Dit treedt op bij duursporters (lopers en fiets- ers) die dikwijls hetzelfde parcours afleggen aan dezelfde zijde van de weg. Hierdoor kan de laterale epicondyl van het femur een frictie veroorzaken van het distale uiteinde van de ITB. Dit zien we vooral ook bij atleten met een varus- alignement of een beenlengteverschil van het onderste lidmaat. Bij het klinisch onderzoek zal in extensie de ITB anterieur van de laterale epicondyl meestal niet pijnlijk zijn, terwijl de pijn bij 30° tot 60° flexie het ergste is om dan weer te verminderen of zelfs te verdwijnen bij 90° flexie (test van Noble). Stretching, eventueel een hielopho- ging aan de contralaterale zijde, trainingsmodificatie en soms een steroïde-injectie zijn meestal voldoende. vaN mIjN kNIE" diale zijde van het kniegewricht moet er ook gedacht wor- den aan typische sportgerelateerde klachten. seling leggen in hun trainingsschema kunnen zich pre- senteren met een zeer gevoelige femorale insertie van het mediaal collateraal ligament. Dit ligament kan aan deze insertie ossificaties vertonen die lokaal een inflammatie- reactie veroorzaken of juist zelf veroorzaakt worden door inflammatiereactie (ziekte van Pellegrini-Stieda). Op de radiografie zal deze ossificatie duidelijk zijn. Rust gevolgd door trainingsmodificatie en een steroïde-infiltratie zijn meestal afdoende. van de medialehamstringgroep. Deze pes-anserinustendi- nitis wordt klinisch vastgesteld als een gevoelige zwelling van de pes anserinus die een 3-4cm distaal van de mediale gewrichtsspleet gelegen is. IN mIjN oNdErBEEN" kunnen pijn ontwikkelen aan de voorzijde van het onder- been. Differentieeldiagnostisch moet er dan gedacht wor- den aan shin splints of een chronisch compartimentsyn- droom van de anterieure of laterale compartimenten van de onderbeenmusculatuur. trainen op niet-optimaal schoeisel en een harde onder- grond. Ook balletdansers kunnen hiervan last hebben. Deze problemen kunnen typisch ook optreden bij atle- ten die geen graduele opbouw van hun sportactiviteiten hebben doorgevoerd en daardoor een acute overbelas- ting krijgen. De anteromediale tibiavoorvlakte is meestal bilateraal pijnlijk. De radiografie blijft inconclusief en een botscan laat dan meestal toe de juiste diagnose te stellen. Meestal is de behandeling ontgoochelend en duurt ze te lang. Voldoende rust en het langdurig vermijden van repe- titieve impact op het onderbeen, zijn het belangrijkst om een stressfractuur te voorkomen. Opnieuw zijn stretchings en schokabsorberend schoeisel essentieel. patroon waarbij krampachtige klachten pas optreden na een bepaalde afstand of inspanning. Een hernia van de fascia van (meestal) het peroneale compartiment kan gelijkaardige klachten veroorzaken of kan samengaan met het chronische compartimentsyndroom. De diagnose van beide problemen kan gesteld worden aan de hand van een inspanningstest waarbij de druk in het desbetreffende compartiment geme- ten wordt. Echografie van het desbetreffende compartiment kan een eventuele hernia aan het licht brengen. Meestal is chirurgische behandeling de enige oplossing. |