background image
OrthO-rheumatO | VOL 12 | Nr 2 | 2014
37
atleet leidt tot een wanverhouding in kracht tussen deze
spieren. Bijgevolg zal meestal het extensorapparaat hier-
door onder spanning komen met alle gevolgen van dien.
Stretching is dan ook cruciaal.
Net als rond het heupgewricht kan er op de leeftijd van
13 tot 15 jaar ook apofysitis optreden van de tuberositas
tibiae
(ziekte van Osgood-Schlatter) en de onderpool van
de patella (ziekte van Sinding-Larsen-Johansson). Deze
aandoeningen worden behandeld met modificatie van de
activiteiten naargelang de klachten, alsook met behulp van
intensieve stretchings van de quads en hamstrings.
Een laatste probleem van het kniegewricht dat toch steeds
dient te worden overwogen, is een osteochondritis dis-
secans
van de (meestal) mediale femurcondyl. Dergelijke
osteochondritis presenteert zich meestal als een mediale
kniepijn, maar kan ook aanleiding geven tot een ante-
rieure kniepijn, al dan niet met blokkade. Het betreft een
subchondrale stressfractuur die meestal zichtbaar is op
een laterale radiografie van de knie. Doorverwijzing naar
een orthopedisch specialist is noodzakelijk, maar meestal
wordt initieel een sportstop voorgesteld voor 6 tot 8 weken
indien de groeischijven nog open zijn. Heelkunde wordt
sneller voorgesteld vanaf het ogenblik dat de groeischijven
gesloten zijn.
"Ik HEB LaST aaN dE BuITENzIjdE
vaN mIjN kNIE"
Pijn aan de laterale tot anterolaterale zijde van de knie kan
veroorzaakt worden door het ili-tibiale band (ITB)-frictie-
syndroom. Dit treedt op bij duursporters (lopers en fiets-
ers) die dikwijls hetzelfde parcours afleggen aan dezelfde
zijde van de weg. Hierdoor kan de laterale epicondyl van
het femur een frictie veroorzaken van het distale uiteinde
van de ITB. Dit zien we vooral ook bij atleten met een varus-
alignement of een beenlengteverschil van het onderste
lidmaat. Bij het klinisch onderzoek zal in extensie de ITB
anterieur van de laterale epicondyl meestal niet pijnlijk
zijn, terwijl de pijn bij 30° tot 60° flexie het ergste is om
dan weer te verminderen of zelfs te verdwijnen bij 90°
flexie (test van Noble). Stretching, eventueel een hielopho-
ging aan de contralaterale zijde, trainingsmodificatie en
soms een steroïde-injectie zijn meestal voldoende.
"Ik HEB LaST aaN dE BINNENzIjdE
vaN mIjN kNIE"
Naast de klassieke intra-articulaire problemen aan de me-
diale zijde van het kniegewricht moet er ook gedacht wor-
den aan typische sportgerelateerde klachten.
Zwemmers die veel schoolslag zwemmen en weinig afwis-
seling leggen in hun trainingsschema kunnen zich pre-
senteren met een zeer gevoelige femorale insertie van het
mediaal collateraal ligament. Dit ligament kan aan deze
insertie ossificaties vertonen die lokaal een inflammatie-
reactie veroorzaken of juist zelf veroorzaakt worden door
inflammatiereactie (ziekte van Pellegrini-Stieda). Op de
radiografie zal deze ossificatie duidelijk zijn. Rust gevolgd
door trainingsmodificatie en een steroïde-infiltratie zijn
meestal afdoende.
Zwemmers en fietsers kunnen een tendinitis ontwikkelen
van de medialehamstringgroep. Deze pes-anserinustendi-
nitis wordt klinisch vastgesteld als een gevoelige zwelling
van de pes anserinus die een 3-4cm distaal van de mediale
gewrichtsspleet gelegen is.
"Ik HEB TIjdENS HET LopEN pIjN
IN mIjN oNdErBEEN"
Atleten die duursporten doen zoals langeafstandlopers,
kunnen pijn ontwikkelen aan de voorzijde van het onder-
been. Differentieeldiagnostisch moet er dan gedacht wor-
den aan shin splints of een chronisch compartimentsyn-
droom van de anterieure of laterale compartimenten van
de onderbeenmusculatuur.
Shin splints zijn een typisch probleem voor lopers die veel
trainen op niet-optimaal schoeisel en een harde onder-
grond. Ook balletdansers kunnen hiervan last hebben.
Deze problemen kunnen typisch ook optreden bij atle-
ten die geen graduele opbouw van hun sportactiviteiten
hebben doorgevoerd en daardoor een acute overbelas-
ting krijgen. De anteromediale tibiavoorvlakte is meestal
bilateraal pijnlijk. De radiografie blijft inconclusief en een
botscan laat dan meestal toe de juiste diagnose te stellen.
Meestal is de behandeling ontgoochelend en duurt ze te
lang. Voldoende rust en het langdurig vermijden van repe-
titieve impact op het onderbeen, zijn het belangrijkst om
een stressfractuur te voorkomen. Opnieuw zijn stretchings
en schokabsorberend schoeisel essentieel.
Het chronische compartimentsyndroom heeft een typisch
patroon waarbij krampachtige klachten pas optreden na een
bepaalde afstand of inspanning. Een hernia van de fascia
van (meestal) het peroneale compartiment kan gelijkaardige
klachten veroorzaken of kan samengaan met het chronische
compartimentsyndroom. De diagnose van beide problemen
kan gesteld worden aan de hand van een inspanningstest
waarbij de druk in het desbetreffende compartiment geme-
ten wordt. Echografie van het desbetreffende compartiment
kan een eventuele hernia aan het licht brengen. Meestal is
chirurgische behandeling de enige oplossing.