aan de Borstkas 2. afdeling radiologie, aZ Sint-maarten, Duffel-mechelen; 3. afdeling radiologie, uZ antwerpen, ua; 4. afdeling radiologie en medische Beeldvorming, uZ Gent E E L d E N E W g I N parasternale zwelling rechts. De massa is niet pijnlijk, niet beweeglijk, heeft een vaste consistentie en neemt niet toe in volume. De huid is niet rood. De huisarts verwijst de patiënt voor een computer- tomografie (CT) zonder contrast (Figuur 1a) (Figuur 1b). Dit onderzoek bevestigt de wekedelenstructuur aan de rechterrand van het sternum. De structuur is isodens met spierweefsel. Het aanvullende echografische onderzoek (US) toont een vaste massa met dezelfde reflectiviteit en echostructuur als de m. pectoralis major ernaast (Figuur 2a) (Figuur 2b). van de locatie, het verloop en de spierdensiteit op CT en reflectiviteit op US. ventrale thoraxwand (2). De spier verloopt in de lengte- richting, mediaal en oppervlakkig van de m. pectoralis major (1). De spier heeft haar oorsprong infraclaviculair of op het craniale deel van het sternum en verloopt meestal parasternaal (1, 2). Ze is door vetweefsel gescheiden van de onderliggende m. pectoralis major-spier (3). De insertie is ook variabel en bevindt zich caudaal van het sternum, de ribben, het cartilago costalis bezenuwd door de nervus thoracicis internus of externus, in 43% van de gevallen door de intercostale zenuwen en in 2% van de gevallen door beide (2). De functie van de m. sternalis is nog onbekend (2). Indien de m. pectora- lis major afwezig is, dan kan ze de functie van deze spier overnemen (3). sternalis is meestal asymptomatisch, doch sommige patiënten presenteren zich met een pijnloze zwelling aan de borstkas. Het is belangrijk deze variant niet te verwarren met een weekweefseltumor. Op basis van de typische locatie, de oorsprong en de insertie kan men aan de hand van beeldvorming de correcte diagnose stellen. Biopsie, en zeker heelkunde, moeten vermeden worden. |