die met DBS worden behandeld, een verbetering van de on-off-fenomenen (4). Dat concept van `activiteitsafhanke- lijke' stimulering werd aangetoond bij knaagdieren, met een versterking van de functionele connectiviteit, onder meer voor controle van de on-off-effecten in een parkinsonmodel. Volgens Nudo ver- snelt een processor die de motorische cortex stimuleert via sensitieve afferente banen, het motorische herstel en de functionele connectiviteit. Hij gaat daar- bij uit van de hypothese dat de moto- rische activiteit gebaseerd is op een goede sensorimotorische coördinatie. In dat verband is dystonie een frappant voorbeeld. rapeutische interventie zou moeten wor- den aangepast aan de aard van het func- tionele deficit. Bij een visueel deficit kan men resultaten boeken met aangepaste pris- ma's (significante effecten in enkele we- ken tijd). Bij een auditief deficit kan men stimuleren met geluiden met kwalitatieve modaliteiten van herkenning of lokalisa- tie, naargelang de noodzaak (5). Milaan) gaf een overzicht van de ver- schillende studies die het nut hebben aangetoond van revalidatie bij patiën- ten met afasie, waarbij logopedische tische stimulering (6-7). Kwattel (Amster- dam) tot slot besprak zijn ervaring met intensieve motorische revalidatie door taken die gericht zijn op een specifiek doel. In die context heeft hij vastgesteld dat de benen sneller recupereren dan de armen (gemiddeld 4 weken tegenover 10 weken voor de armen). Eerst moeten de tekorten goed worden omschreven en dan pas kan men intensief starten met specifieke oefeningen (8). met het volgende leitmotiv, dat alle spre- kers op hun manier hebben gevolgd: "More focused will be more functional". De resultaten zullen dus minder goed zijn met een te algemene revalidatie. recovers? nen, eventueel in een pathologische context van compensatie voor neuronen die verloren zijn gegaan. Regeneratie daarentegen, een proces dat bekend is geworden met de werken van Santiago Ramon y Cajal, een Spaanse histoloog (1852-1934), betreft beschadigde neuro- nen. Selzer (Philadelphia) zei dat rege- neratie van beschadigde axonen andere groei in het embryonale stadium. De embryonale groei wordt geleid door spe- cifieke signalen en wordt gemedieerd door actine-myosinemoleculen. De re- generatie verschilt ook naargelang het type neuron en wordt beïnvloed door farmacologische factoren, maar ook en vooral door extra- en intracellulaire fac- toren zoals myelinecomponenten en littekenweefsels. Zo remmen chondroï- tinesulfaatproteoglycanen het herstel van de axonen. Aan de hand van studies op het ruggenmerg van lampreien heeft Selzer aangetoond dat het enzym cas- pase-8 wordt geactiveerd binnen de eerste 2 uur na de experimentele bescha- diging van axonen en dat dat een retro- graad effect heeft tot in het cellichaam. Zo heeft hij kunnen aantonen dat som- mige endogene eiwitten dat caspase ac- tiveren, terwijl andere het afremmen. De balans tussen beide hangt af van de ge- netische expressie en die varieert naar- gelang van de min of meer actieve alle- len. Uiteindelijk krijgt men dan trage en snelle regeneratoren. Regeneratie door knopvorming van de vertakkingen zou echter enkel mogelijk zijn als het axon niet volledig onderbroken is. lunch: alles werd gedaan om de contacten tussen de congresbezoekers te bevorderen. |