voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. EN WIJZE VAN TOEDIENING: De behandeling moet worden gestart onder supervisie van een arts die ervaring heeft met de behandeling van multiple sclerose. Dosering: De aanbevolen dosis aubaGIO is 14 mg eenmaal per dag. bijzondere patiëntengroepen: Ouderen: voorzichtigheid is geboden bij toediening van aubaGIO bij patiënten van 65 jaar en ouder, omdat onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over veiligheid en werkzaamheid. Nierfunctiestoornis: De dosis hoeft niet te worden aangepast voor patiënten met een lichte, mat- ig-ernstige of ernstige nierfunctiestoornis die geen dialyse ondergaan. patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis die wel dialyse ondergaan, zijn niet geëvalueerd. Om die reden is teriflunomide gecontra-indiceerd bij deze patiënten (zie rubriek 4.3). Leverfunctiestoornis: De dosis hoeft niet te worden aangepast voor patiënten met een lichte of matig-ernstige leverfunctiestoornis. teriflunomide is gecontra-indiceerd bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis (zie rubriek 4.3). Pediatrische patiënten: De veiligheid en werkzaamheid van aubaGIO bij kinderen in de leeftijd van 10 tot 18 jaar zijn nog niet vastgesteld. het gebruik van teriflunomide voor de behandeling van multiple sclerose bij kinderen van 0 tot 10 jaar wordt niet relevant geacht. er zijn geen gegevens beschikbaar. wijze van toediening: De filmomhulde tabletten zijn bedoeld voor oraal gebruik. De tabletten dienen in hun geheel met wat water te worden doorgeslikt. aubaGIO kan met of zonder voedsel worden ingenomen. daarna zo lang de plasmaconcentraties hoger zijn dan 0,02 mg/l (zie rubriek 4.6). Zwangerschap moet worden uitgesloten voor het begin van de behandeling (zie rubriek 4.6). · Vrouwen die borstvoeding geven (zie rubriek 4.6). · Patiënten met een ernstige vorm van im- munodeficiëntie, zoals aids. · Patiënten met een significant verminderde beenmergfunctie of significante anemie, leukopenie, neutropenie of trombocytopenie. · Patiënten met een ernstige actieve infectie totdat deze is verdwenen (zie rubriek 4.4). · Patiënten met een ern- stige nierfunctiestoornis die dialyse ondergaan, omdat er onvoldoende klinische ervaring beschikbaar is in deze patiëntengroep. · Patiënten met ernstige hypoproteïnemie, bijvoorbeeld bij nefrotisch syndroom. patiënten voor teriflunomide 7 mg en 14 mg) en één onderzoek met vergelijkende actieve geneesmiddelen (110 patiënten in elke behandelingsgroep met teriflunomide) bij patiënten met recidiverende vormen van MS (relapsing multiple sclerose, RMS). teriflunomide is de hoofdmetaboliet van leflunomide. het veiligheidsprofiel van leflunomide bij patiënten met reumatoïde artritis of psoriatische artritis is mogelijk relevant bij het voorschrijven van teriflunomide bij MS-patiënten. De placebogecontroleerde gepoolde analyse was gebaseerd op 844 patiënten met een recidiverende vorm van multiple sclerose (RMS) die werden behandeld met teriflunomide eenmaal per dag. binnen deze veiligheidspopulatie waren de vaakst gemelde bijwerkingen bij de patiënten behandeld met teriflunomide: griep, bovenste luchtweginfectie, urineweginfectie, paresthesie, diarree, verhoogde aLat, nausea en alopecia. Over het algemeen waren diarree, nausea en alopecia licht tot matig-ernstig en van voorbijgaande aard en leidden deze soms tot het stopzetten van de behandeling. tabel met bijwerkingen: bijwerkingen gemeld voor aubaGIO in placebogecontroleerde onderzoeken worden hieronder weergegeven. De frequentie was als volgt gedefinieerd: zeer vaak ( luchtweg-infectie, urineweg-infectie / vaak: bronchitis, sinusitis, faryngitis, cystitis, virale gastro-enteritis, orale herpes, tandinfectie, laryngitis, tinea pedis / Soms: - / Zelden: - / Zeer zelden: - bloed- en lymfestelselaandoeningen: Zeer vaak: - / vaak: neutropenie (zie rubriek 4.4) / Soms: anemie, lichte trombo-cytopenie (bloedplaatjes <100 G/l) / Zelden: - / Zeer zelden: - Immuunsysteem-aandoeningen: Zeer vaak: - / vaak: Lichte allergische reacties / Soms: - / Zelden: - / Zeer zelden: - psychische stoornissen: Zeer vaak: - / vaak: angst / Soms: - / Zelden: - / Zeer zelden: - Zenuwstelselaandoeningen: Zeer vaak: paresthesie / vaak: Ischias, carpaletunnelsyndroom, hyperesthesie, neuralgie, perifere neuropathie / Soms: - / Zelden: - / Zeer zelden: - bloedvataandoeningen: Zeer vaak: - / vaak: hypertensie (zie rubriek 4.4) / Soms: - / Zelden: - / Zeer zelden: - ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinum-aandoeningen: Zeer vaak: - / vaak: - / Soms: - / Zelden: - / Zeer zelden: Interstitiële longziekte Maagdarmstelsel-aandoeningen: Zeer vaak: Diarree, nausea / vaak: braken, tandpijn / Soms: - / Zelden: - Zeer zelden: pancreatitis huid- en onderhuidaandoeningen: Zeer vaak: alopecia / vaak: Rash, acne / Soms: - / Zelden: - / Zeer zelden: - Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: Zeer vaak: - / vaak: Skeletspierstelselpijn, myalgie / Soms: - / Zelden: - / Zeer zelden: - nier- en urinewegaandoeningen: Zeer vaak: - / vaak: pollakisurie / Soms: - / Zelden: - / Zeer zelden: - voortplantings-stelsel- en borstaandoeningen: Zeer vaak: - / vaak: Menorragie / Soms: - / Zelden: - / Zeer zelden: - algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: Zeer vaak: - / vaak: pijn / Soms: - / Zelden: - / Zeer zelden: - Onderzoeken: Zeer vaak: Stijging alanineamino-transferase (aLat) (zie rubriek 4.4) / vaak: Stijging gamma-glutamyltransferase (GGt) (zie rubriek 4.4), stijging aspartaataminotrans- ferase (aSat) (zie rubriek 4.4), gewichtsafname, neutrofielentelling verlaagd (zie rubriek 4.4), leukocytentelling verlaagd (zie rubriek 4.4) / Soms: - / Zelden: - / Zeer zelden: - Letsels, intoxicaties en verrichtings-complicaties: Zeer vaak: - / vaak: posttraumatische pijn / Soms: - / Zelden: - / Zeer zelden: - Uitsluitend op basis van gegevens over leflunomide. beschrijving van geselecteerde bijwerkingen: Alopecia: alopecia werd gemeld als het dunner worden van het haar, verminderde haardichtheid, haaruitval, al dan niet geassocieerd met ve- randering van de haarstructuur bij 15,2% van de patiënten behandeld met 14 mg teriflunomide, versus 4,3% bij patiënten behandeld met placebo. De meeste gevallen werden beschreven als diffuus of algemeen verspreid over het hoofd (geen volledige haaruitval gemeld) en traden het vaakst op tijdens de eerste 6 maanden, waarbij de klachten bij 57 van de 63 (90%) patiënten spontaan verdwenen tijdens de behandeling met teriflunomide 14 mg. Stopzetting vanwege alopecia was 1,4% in de groep met teriflunomide 14 mg, versus 0% in de placebogroep. Hepatische effecten: tijdens placebogecontroleerde onderzoeken is het volgende aangetoond: waargenomen in de groepen behandeld met teriflunomide dan in de placebogroep. De frequentie van verhoogde waarden boven 3 x uLn en hoger was gelijk verdeeld over de behandelingsgroepen. Deze verhoogde transaminasewaarden traden het vaakst op in de eerste 6 maanden van de behandeling en verdwenen spontaan na beëindiging van de behandeling. De hersteltijd varieerde tussen maanden en jaren. Effecten op de bloeddruk: In placebogecontroleerde onderzoeken is het volgende vastgesteld: - systolische bloeddruk was >140 mmhg bij 18,6% van de patiënten die 14 mg/dag teriflunomide kregen toegediend, in vergelijking met 17,8% van de patiënten die een placebo kregen toegediend; - systolische bloeddruk was >160 mmhg bij 4,1% van de patiënten die 14 mg/dag teriflunomide kregen toegediend, in vergelijking met 2,6% van de patiënten die een placebo kregen toegediend; - diastolische bloeddruk was >90 mmhg bij 20,3% van de patiënten die 14 mg/dag teriflunomide kregen toegediend, in vergelijking met 17,1% van de patiënten die een placebo kregen toegediend. Infecties: In placebogecontroleerde onderzoeken is geen toename van ernstige infecties waargenomen bij teriflunomide 14 mg (2,2%) in vergelijking met de placebo (2,1%). er traden ernstige opportunistische infecties op in 0,2% van elke groep. He- matologische effecten: Een gemiddelde daling van de leukocytentelling (WBC) (<15% ten opzichte van baseline, voornamelijk daling van neutrofielen en lymfocyten) werd waargenomen in placebogecontroleerde onderzoeken met AUBAGIO, hoewel bij sommige patiënten een grotere daling werd waargenomen. De daling in de gemiddelde telling ten opzichte van baseline trad op gedurende de eerste 6 weken en stabiliseerde vervolgens na verloop van tijd tijdens de behandeling, maar in mindere mate (daling van minder dan 15% ten opzichte van baseline). Het effect op de erytrocytentelling (RBC) (<2%) en trombocytentelling (<10%) was minder uitgesproken. perifere neuropahtie: In placebogecontroleerede onderzoeken, inclusief zowel polyneuropathie als mononeuropatie (vb. carpaletunnelsyndroom), werd perifere neuropatie vaker gerapporteerd bij patiënten die teriflunomide kregen dan bij patiënten die placebo kregen. In de pivotale placebogecontroleerde onderzoeken was de incidentie van perifere neuropathie, bevestigd aan de hand van zenuwgeleidingsonderzoek, 2,2 % (15 patiënten op 685) bij patiënten op 14 mg teriflunomide, vergeleken met 0,6 % (4 patiënten op 708) bij patiënten op placebo. De behandeling werd stopgezet bij 7 patiënten met perifere neuropathie, waarvan 4 patiënten op 14 mg teriflunomide. herstel na stopzetting van de behandeling werd gerapporteerd bij 2 van deze patiënten. benigne, maligne en niet-gespecificeerde neoplasmata (incl. cysten en poliepen) hoewel er geen verhoogd risico op maligniteit bij teriflunomide lijkt te zijn in de klinische onderzoeken, is het risico op malig- niteit, vooral lymfoproliferatieve aandoeningen, verhoogd bij een aantal andere geneesmiddelen die net als teriflunomide het immuunsysteem beïnvloeden (klasse-effect). Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het europees Geneesmiddelenbureau (http://www.ema.europa.eu). elgium / L. |