Institute). We hebben een lang en aangenaam gesprek met hem gehad, waarin hij ons heel wat bijgebracht heeft over de hersenschors en de evolutie ervan. hersenschors, van dier tot mens hersenschors. De hersenschors is enkele honderden miljoenen jaren geleden bij zoogdieren ontstaan. Ze is zich boven- dien sinds ongeveer 6 miljoen jaar nog steeds aan het ontwikkelen bij apen (vooral chimpansees, bonobo's...). De hersenen van de mens zijn groter, bevat- ten meer neuronen (hoewel weinig extra types van neuronen) en meer zones met een specifieke connectiviteit dan die van apen. De distributie van de neuronen in zes lagen is nooit veranderd, ook al ziet men een verdikking van de oppervlak- kige lagen (vooral de lagen 2 en 3) die instaan voor de ver-werking en de inte- gratie van informatie. Daarnaast is het specifiek bij de mens dat ook de plaat- sing van de neuronen bij de ontwikke- ling van de cortex wordt `gestuurd' door het genoom. Elk neuron draagt een spe- cifieke `code' zodat het wordt herkend en op zijn plaats wordt gezet in de hersenschors. Efrines, vooral type B- efrines, controleren de organisatie van de neuronen in kolommen en de topo- grafische ontwikkeling van de connec- ties tussen de corticale zones zoals de bekende homunculus. haeghen heeft onlangs interessante re- sultaten daaromtrent gepubliceerd (1). Ze hebben aangetoond dat het efrinesig- naal zeer vroeg in de embryonale ont- wikkeling meespeelt, meer bepaald op het moment dat de nieuw gevormde cor- ticale cellen naar de hersenschors migre- ren. De sterkte van dat efrinesignaal be- paalt hoe de cellen zich onderling gaan migreren de cellen `in gesloten forma- tie', waardoor de corticale kolommen dichter bij elkaar liggen. Als het signaal vermindert, vormen er zich kolommen die verder uit elkaar liggen. ontwikkeling ervan is nog heel beperkt. Op veel vragen moet er nog een ant- woord worden gezocht (bijvoorbeeld over de aard van de oorzakelijke genen). Om die reden is het duidelijk dat verder onderzoek van belang is. Een beter in- zicht in de werking van deze genetische mechanismen zou immers kunnen uit- monden in een betere aanpak van be- paalde aandoeningen zoals autisme, misvormingen van de hersenen, mentale retardatie, bepaalde vormen van epilep- sie die in de hersenschors ontstaan... onderzocht? spelen bij de ontwikkeling van de hersenschors gebeurt het best op hersenweefsel van residuele humane embryo's. Dat is mogelijk dankzij een goede samenwerking met de dienst Gy- naecologie-verloskunde en de dienst Pa- thologische ontleedkunde van het Eras- musziekenhuis, ULB, Brussel. Daarbij moeten echter ethische procedures ge- respecteerd worden. Het wordt steeds moeilijker om het hersenweefsel van apen te verkrijgen, aangezien apen meer en meer wettelijk worden beschermd. Het is gemakkelijker om onderzoek en genetische manipulaties uit te voeren op muizen, maar de cortex van muizen is vrij klein, zelfs de motorische cortex (die slechts gedeeltelijk onder vrijwillige controle staat). haeghen voert onderzoek uit op het weefsel van muizen en van de mens met het volgende experimentele model: mul- tipotente embryonale stamcellen afge- dagen van het embryo) worden in cultuur gebracht om ze multipotent te houden. Ze kunnen zich dan gedurende lange tijd vermenigvuldigen. De technologie werd speciaal in dat laboratorium ont- wikkeld en aangepast aan de cellen van de hersenschors. De onderzoeken worden uitgevoerd in samenwerking met onder meer het Allen Institute for Brain Science in Seattle (staat Washington), dat veel beter is uitgerust voor sequencing van het genoom. Dit ins- tituut, dat wordt gesteund door een fonds van Microsoft, heeft veel onder zoek ui- tgevoerd op de hersenen van muizen. Op die manier is het instituut er onder meer in geslaagd een gedetailleerde atlas van de neuronale verbindingen in de herse- nen van muizen en een atlas van genex- pressie tijdens de ontwikkeling van de hersenen van muizen op te stellen (2). afkomstig van muizen: intrinsieke corticogenese aan enig signaal worden muriene stamcellen corticale cellen. Men zou dus kunnen spreken van een `standaardevolutie', een primair me- chanisme (wat toch verrassend is voor zo'n complexe functie). In de kweekdoos kunnen de corticale cellen die zo verkregen werden, zich organiseren in zes diepe en oppervlakkige lagen van verschillende cellen en dat nog steeds via genetische informatie zonder andere extrinsieke signalen. Men mag dus spreken van intrinsieke corticogenese. Bij de transplantatie van neuronen in de cortex van pasgeboren muizen integreren die neuronen zich in de cortex en worden ze functioneel met een connectieprofiel dat verschilt naarge echter vooral kenmerken van visuele `standaardproces'. Dat herinnert ons er aan dat de eerste zoogdieren, die |