background image
4. Switch (hypo)manie of gemengde toestanden en snelle cyclus:
·
Bipolaire patiënten die een behandeling met een antidepressivum
starten, zouden van zeer dichtbij moeten worden begeleid om te-
kenen van hypomanie, manie of psychomotorische agitatie op te
sporen. In voorkomend geval moet het antidepressivum worden
gestaakt.
·
Het is beter geen antidepressivum te gebruiken in geval van een
voorgeschiedenis van manie, hypomanie of gemengde episoden
tijdens een behandeling met antidepressiva.
·
Antidepressiva zouden moeten worden vermeden bij bipolaire
patiënten met een erg instabiele gemoedsstemming (hoog aantal
episoden) of een voorgeschiedenis van snelle cycli.
5. Gebruik bij gemengde toestanden:
·
Antidepressiva zouden moeten worden vermeden tijdens mani-
sche episoden en depressieve episoden met een gemengde com-
ponent.
·
Antidepressiva zouden moeten worden vermeden bij bipolaire pa-
tiënten met een overwegend gemengd syndroom.
·
Antidepressiva moeten worden stopgezet als de patiënt evolueert
naar een gemengde fase.
Tegen die achtergrond zou een antipsychoticum met een zo neutraal mo-
gelijke polariteit grote diensten kunnen bewijzen. Quetiapine vertoont die
karakteristiek (14).
De keuze van het `juiste' antipsychoticum
Men moet niet enkel rekening houden met het risico op depressie, maar
ook met de cognitieve functies, want die bepalen de prognose (16). Het
is evenwel moeilijk een behandeling te starten in het prodromale stadium
omdat de symptomen dan vaak licht of aspecifiek zijn. Zodra de diagnose
is gesteld, moet men de juiste behandeling geven. "We weten dat de
meeste antipsychotica doeltreffend zijn bij de preventie van manische
episoden", zei prof. Guy Goodwin (Londen). "We weten ook dat quetia-
pine zowel een relaps van manie als een relaps van depressie voorkomt
indien het wordt gecombineerd met lithium of valproaat, en dat ongeacht
de polariteit van de episode waarvoor de onderhoudsbehandeling werd
gegeven (16). Dat is niet onbelangrijk, wetende dat het in meer dan 50%
van de gevallen zal gaan om een gemengde episode (17) en dat de pa-
tiënt meestal depressieve symptomen zal vertonen (
Figuur 1) (18). Re-
siduele depressieve symptomen verhogen het risico op sociale, profes-
sionele en familiale stoornissen (19). Het is dan ook van het allergrootste
belang om deze op te sporen en goed te behandelen", stelt Guy Goodwin.
Circadiaanse stoornissen (vooral slaapstoornissen) bijvoorbeeld moeten
tussen de episoden de aandacht trekken en moeten worden behandeld
om een relaps te voorkomen (20).
Tot besluit
Een relaps is te voorkomen indien men rekening houdt met alle gegevens:
affectieve, emotionele, cognitieve en depressieve symptomen, ongeacht
de polariteit van de eerste episode en op voorwaarde dat de medica-
menteuze behandeling wordt gecombineerd met psycho-educatie (21).
Bij de keuze van de behandeling moet er rekening worden gehouden met
het gemengde karakter van de episoden en met de psychiatrische en
systemische comorbiditeit.
Referenties
1.
McIntyre R, et al. Hum Psychopharmacol 2004;19(6):369-86.
2.
Polednak A. Soc Psychiatry Psychiatr Epidemiol 2013 Jul;48(7):1153-60.
3.
McIntyre R, et al. J Affect Disord. 2010;126(3):366-87.
4.
www.dsm5.org
5.
Khan A, et al. JAMA Psychiatry 2013;70(10):1091-9.
6.
Leckman J, March J. J Child Psychol Psychiatry;52(4):333-8.
7.
Berk M, et al. Bipolar Disord 2007;9(7):671-8.
8.
Wahlqvist M, et al. BMC Med 2012;10:150.
9.
Angst J, et al. Eur Arch Psychiatry Clin Neurosci 2012;262(1):3-11.
10.
Altamura A, et al. Int Clin Psychopharmacol 2010;25(3):172-9.
11.
Kessing L, et al. Acta Psychiatr Scand 2004;109(5):339-44.
12.
Vieta E, et al. Int J Neuropsychopharmacol 2013;16(8):1719-32.
13.
Pacchiarotti I, et al. Am J Psychiatry 2013. doi: 10.1176/appi.ajp.2013.13020185. [Epub
ahead of print].
14.
Popovic D, et al. Eur Neuropsychopharmacol 2012;22(5):339-46.
15.
Bonnin C, et al. J Affect Disord 2010;121(1-2):156-60.
16.
Vieta E, et al. J Affect Disord 2008;109(3):251-63.
17.
De Dios C, et al. J Affect Disord 2010;125(1-3):74-81.
18.
Bopp J, et al. Bipolar Disord 2010;12(3):327-34.
19.
Altshuler L, et al. J Clin Psychiatry 2006;67(10):1551-60.
20.
Leboyer M, Kupfer D. J Clin Psychiatry 2010;71(12):1689-95.
21.
Colom F, et al. Br J Psychiatry 2009;194(3):260-5.
25
20
15
10
5
0
S
c
o
re
2/10 2/24 3/10 3/24 4/7 4/21 5/5 5/19 6/2 6/16 6/30 7/14 7/28 8/11 8/11 8/25 9/8 9/22
Date
Altman
QIDS
Figuur 1: Evolutie over 7 maanden van manische symptomen (score van Altman) en depressieve (QIDS-score) symptomen bij een patiënt (18).
NC517N.indd 2
7/02/14 14:13