background image
NC517N
Approval ID 101005 Revision da
te 12/2013
Bipolar disorder: the evolving story, satellite symposium held at the 26
th
ECNP, Barcelona,
with an educational financial support provided by AstraZeneca
Bipolaire stoornis:
rekening houden met
subsyndromale symptomen om relapsen zo
goed mogelijk te kunnen voorkomen
Comorbiditeit is eerder de regel dan de uitzondering
bij patiënten met een bipolaire stoornis (1). Bipolaire
stoornissen vormen een van de psychiatrische
aandoeningen die het vaakst gepaard gaan met cognitieve
stoornissen en die ook het vaakst een fatale afloop kennen
(2), meer bepaald doordat die patiënten dikwijls een
metaboolsyndroom vertonen (22-66% van de gevallen)
(3). De onlangs gepubliceerde DSM-5 beschrijft ook dat
subsyndromale symptomen, die een gemengd karakter
verlenen aan de manische episoden, uiterst frequent
zijn (4). Hoe behandelen we de depressieve component
in het dagelijkse leven? In dit artikel leest u het advies
van een panel van experts dat samenkwam tijdens een
satellietsymposium tijdens het ECNP-congres in het kader
van CME (Continuing Medical Education), waarbij het ging
over de rol van antipsychotica in het algemeen en van
quetiapine in het bijzonder.
De cardiovasculaire sterfte is zeer hoog bij bipolaire patiënten (driemaal
hoger dan in de algemene bevolking) (5) "en dit in een kader waar de
relaties tussen obesitas en metaboolsyndroom enerzijds en bipolariteit
anderzijds complex zijn," onderstreept Roger McIntyre (Toronto), "want
sinds kort weten we dat bipolaire patiënten met obesitas of overgewicht
niet dezelfde hersenconnecties vertonen als bipolaire patiënten met
een normaal gewicht." Bipolariteit is een neuro-ontwikkelingsstoornis
die doorgaans tot uiting komt op volwassen leeftijd (6). Het spectrum
is zeer breed, gaande van een latent tot een refractair stadium (7). De
DSM-5 onderscheidt meerdere fasen: manische fase, manische fase
met depressieve episoden, depressieve fase met manische episoden en
depressieve fase 4). Het is tevens een ziekte die zou kunnen worden
voorkomen, te oordelen naar het feit dat de incidentie van bipolariteit ho-
ger is bij onbehandelde type 2-diabetespatiënten dan bij mensen zonder
diabetes en behandelde diabetespatiënten (HR = 2,31) (8).
Een depressieve component opsporen
Er is een hoog risico op bipolariteit bij patiënten met een ernstige depressie,
vooral als eerstegraadsverwanten tekenen van hypomanie of manie
vertonen, als de eerste psychiatrische symptomen zijn opgetreden voor
de leeftijd van 30 jaar, of als er manische symptomen zijn (verstrooibaar-
heid, vluchtige gedachten, woordenvloed, middelenmisbruik...) (9). Het
is dan ook belangrijk een bipolaire stoornis bij die patiënten tijdig te
di agnosticeren. Het zelfmoordrisico stijgt significant wanneer de diagnose
later wordt gesteld (10). Het risico op recidief stijgt ook met het aantal bi -
polaire episoden, zelfs subsyndromale episoden (11). "Omgekeerd moet
je bij de behandeling van een manische episode de zwaarste symptomen
aanpakken (agitatie, psychotische symptomen, ontremming), proberen
een remissie te verkrijgen en een recidief en relaps te vermijden, maar
eveneens dient er te worden gelet op symptomen van depressieve aard",
onderstreepte Eduard Vieta (Barcelona).
Een manie wordt meestal behandeld met antipsychotica. "Terecht", vol-
gens Vieta (12). Antipsychotica worden ook voorgeschreven bij hypo-
manie en een gemengde episode. Verder behoren ze ook tot het thera-
peutische arsenaal van psychiaters bij depressie, ongeacht of het gaat
om een bipolaire stoornis van type I dan wel type II. Bij depressieve of
euthymische patiënten met een bipolaire stoornis van type II worden
vooral antidepressiva voorgeschreven. "Hun werkzaamheid is evenwel
niet formeel bewezen", merkte Vieta op.
Een (beperkte) plaats voor antidepressiva
De ISBD (International Society for Bipolar Disorder) heeft geprobeerd om
een beter inzicht in de zaken te krijgen. Daarvoor heeft ze de delphi-
methode toegepast bij een panel van 67 specialisten, die zich dan
meren deels akkoord hebben verklaard met de volgende voorstellen (13).
1. Acute behandeling:
·
Bij patiënten met een bipolaire stoornis van type I of type II mag
een antidepressivum worden toegevoegd aan de behandeling in-
dien ze in het verleden goed hebben gereageerd op antidepres-
siva.
·
Antidepressiva zouden moeten worden vermeden bij een acute
depressieve episode van een bipolaire stoornis van type I of type II
als de patiënt twee of meer hoofdsymptomen van manie vertoont,
in geval van psychomotorische agitatie of in geval van een snelle
cyclus.
2. Onderhoudstherapie:
Een onderhoudsbehandeling met een combinatie met een anti-
depressivum moet worden overwogen in geval van relaps van
depressie na stopzetting van het antidepressivum.
3. Antidepressivum in monotherapie:
·
Een bipolaire stoornis van type I wordt beter niet behandeld met
een antidepressivum alleen.
·
Dat is ook zo in geval van depressie bij een bipolaire stoornis van
type I of type II als de patiënt twee of meer van de hoofdsympto-
men van manie vertoont.
NC517N.indd 1
7/02/14 14:13