background image
10 |
Medi-Sfeer 390
|
29 maart 2012
U wilt reageren op de publicatie van de
Sanford Guide. Waarom?
Ons referentiecentrum surveilleert al infec-
ties met Neisseria meningitidis sinds 1971.
In 2001 detecteerden we de epidemische
episode van serotype C en hielpen we bij het
opzetten van de systematische vaccinatie-
campagne voor kinderen in de drie gemeen-
schappen. Met succes, als we de evolutie van
de curve bekijken (
Figuur 1).
Met uitzondering van deze laatste epide-
mische episode in België is serogroep C de
tweede meest voorkomende serogroep, na
serogroep B waarvan de incidentie de laatste
tijd niet veel veranderd is.
Desondanks werden we, vanwege onze
goede terreinkennis in dit domein, onlangs
gecontacteerd door een ziekenhuis dat op
de dienst intensieve verzorging een patiënt
behandelde volgens de richtlijn van de San-
ford Guide (die aanraadt om die antibiotica
te kiezen die het meest geschikt zijn in het
kader van veel infectieziekten). Die patiënt
evolueerde erg slecht. De Sanford Guide is
zowat de bijbel van de antibiotherapie. Als
referentiecentrum dragen wij bij tot de op-
stelling ervan, door gegevens te leveren over
de antibioticaresistentie van verschillende
ziektekiemen waaronder Neisseria meningiti-
dis. Het is echter de uitgever die de mogelijke
impact op therapeutisch vlak interpreteert.
Wij hadden een aanzienlijke vermindering van
de gevoeligheid van de stammen voor peni-
cilline gemeld: bijna 30% van de stammen is
vandaag intermediair resistent, wat niet wei-
nig is. In de Sanford Guide stond echter dat
de stammen met verminderde gevoeligheid in
België slechts zelden worden gerapporteerd.
Dat kan verwarring zaaien bij de artsen. We
hebben met de uitgevers van Sanford contact
opgenomen en gevraagd om de aanbevelin-
gen in de versie 2012-2013 te wijzigen.
Globaal gezien is Neisseria meningitidis ge-
voelig voor alle antibiotica. De infectie is dus
vrij makkelijk te behandelen. Dat moet echter
wel snel gebeuren want de symptomen tre-
den snel op: stijve nek, hoge koorts, hevige
hoofdpijn, misselijkheid, braken, verwardheid
en fotofobie en petechiae als gevolg van de
toxines die Neisseria meningitidis vrijgeeft.
Gelukkig is de prevalentie in ons land niet zo
hoog: 3 gevallen/100.000 inwoners, dat bete-
kent zo'n 100 à 150 gevallen/jaar (350 bij de
epidemie van 2001). In de landen van de Afri-
kaanse gordel daarentegen is de prevalentie
veel hoger (70/100.000), vooral in het seizoen
van de zandwinden. We vermoeden daarom
dat er een verband bestaat tussen de irritatie
van de slijmvliezen en de ontwikkeling van de
ziekte. In onze regio's doet de epidemiepiek
zich altijd voor in de periode van de griep-
epidemieën.
Wat is eigenlijk Neisseria meningitidis
en welke risico's zijn eraan
verbonden?
Neisseria meningitidis is een gramnegatieve
diplokok die rechtstreeks wordt doorgegeven
via de luchtwegen. De kiem getuigt echter ook
van een hoog asymptomatisch dragerschap
(tot 20% in sommige populaties: adolescen-
ten en jongvolwassenen). De stammen bij de
dragers verschillen overigens van de stam-
men bij de zieken, waarschijnlijk omdat die
krachtiger zijn. De infecties zijn meestal ge-
lokaliseerd, zoals artritis, maar kunnen soms
erg invasief zijn en zich uiten door een poten-
tieel epidemische meningitis en septikemie.
Ze blijven meestal beperkt tot plaatsen met
een hoge promiscuïteit (universiteiten, legio-
nairs, enz.), zodat epidemieën gelukkig niet zo
vaak voorkomen. Septische shocks door me-
ningokokken kunnen erg snel optreden en de
vorm aannemen van pulpura fulminans (een
combinatie van koorts, purpurische vasculaire
letsels en septische shock) die in 40% van de
gevallen snel fataal is.
Petechiae kunnen ook voorkomen bij goed
behandelde patiënten. Ze zijn immers het ge-
volg van de aanwezigheid van toxines, die een
bloeduitstorting veroorzaken aan de uiteinden
van de huidcapillairen.
Meningokokkeninfecties zijn ernstig. In 10%
van de gevallen zijn ze fataal en in nog eens
10% hebben ze ernstige gevolgen (neurologi-
sche, amputaties). De incidentie is hoger bij
jonge kinderen (0 - 4 jaar) en adolescenten
(15 - 19 jaar). Eveneens vermeldenswaardig
is dat de kost van een geval zeer hoog is
(12 tot 14.000 euro/geval of in België meer dan
3 miljoen euro per jaar). Omdat de infectie zo
snel evolueert, worden de patiënten immers
onmiddellijk opgenomen op de dienst inten-
sieve zorgen.
In het kader van preventie kunnen we vac-
cineren. Er bestaan twee soorten vaccins:
een tetravalent vaccin tegen de serogroepen
A, C, Y en W135 dat vooral is voorbehouden
voor volwassenen en mensen die naar het
buitenland vertrekken, en het geconjugeerde
vaccin tegen serotype C dat wordt toegediend
aan kinderen. Naast vaccinatie passen we
ook chemoprofylaxe toe met rifampicine. Dat
dienen we toe aan de rechtstreekse contac-
ten van de patiënt (dus mensen die urenlang
op minder dan één meter van de besmette
persoon hebben gezeten, bijvoorbeeld de
kinderen van eenzelfde klas) om het aantal
Figuur 2: Haarden van serogroep B:NT:P1.14 beperkt tot West-Vlaanderen.
Figuur 3: Evolutie van de gevoeligheid tussen 2000 en 2010.