de lijn van het akkoord 2010. Er zijn meer specialisten dan huisartsen die de tekst hebben geweigerd (19,87% vs. 12,11%). de ziekteverzekering gekoppeld. zoals "Onder deze voorwaarden ondertekenen we niet!", "Het overleg- model is ten dode opgeschreven!", slaagden de artsensyndicaten en de ziekenfondsen er op 21 december 2011 dankzij het talent van Jo De Cock, voorzitter van het Medicomut dan toch in om een `mini'-akkoord met een reeks één jaar geldende maatregelen uit de brand te slepen. ven of ze zich al dan niet akkoord verklaarden met de overeenkomst door deze eventueel gedeeltelijk of volledig op te zeggen. Op 2 maart heeft het RIZIV de toetredingspercentages bekendgemaakt: 87,89% van de huisartsen en 80,13% van de specialisten zijn bereid om de tarie- ven van de overeenkomst te hanteren. Zoals gewoonlijk stootte het ak- koord artsen-ziekenfondsen duidelijk op meer verzet in Brussel (21,74%) dan in Wallonië (16,06%) en in Vlaanderen (15,88%). In Brussel weigerde 1 huisarts op 5. In Vlaanderen daarentegen besloot slechts 1 huisarts op 10 om zich niet te conventioneren en dus niet het sociaal statuut te ge- nieten: 4.324,69 euro voor volledig geconventioneerde artsen en 2.217,03 euro voor gedeeltelijk geconventioneerde artsen. In Wallonië weigerde 14,86% van de huisartsen het akkoord. Voor de specialisten lopen de re- gionale gemiddelden minder sterk uiteen. Het toetredingspercentage be- draagt 77,74% in Brussel, 79,02% in Vlaanderen en 83,10% in Wallonië. iets beter onthaald door de huisartsen (87,89% vs. 87,68%) en door de specialisten (80,13% vs. 80,04%). sociaaleconomische kenmerken. De top drie van arrondissementen die het akkoord verwerpen, zijn: Bastogne (met een weigering van 39,62%) en Neufchâteau in de provincie Luxemburg (38,24%), en Veurne in West-Vlaanderen (36,21%). 93,33%), Philippeville (provincie Namen) (92,93%) en Doornik cialisten: 7 dermato-venereologen op 10, 6 plastische chirurgen op 10, 1 gynaecoloog op 2 en meer dan 1 oogarts op 2 hebben beslist om de tarieven van de overeenkomst niet toe te passen. Daarentegen legt slechts 2,53% van de spoedartsen, 2,75% van de geriaters en 2,87% van de specialisten fysische geneeskunde en fysiotherapie het akkoord naast zich neer. Een opvallend hoog toetredingspercentage dus voor deze laatste groep artsen, die de voorziene besparingsmaatregelen voor dit jaar nochtans volop heeft gevoeld (6,693 miljoen euro op jaarbasis). (de)conventioneringsstatistieken geen rekening houden met het aantal werkelijk actieve artsen, waardoor het toetredingspercentage volgens het SVH kunstmatig de hoogte wordt ingejaagd. creditering met elkaar verbindt. Een `tegennatuurlijke' koppeling, die de artsensyndicaten doet steigeren, zowel de BVAS als het GBO. De vak- bondslui menen dat het gedeeltelijk vergoeden van de permanente vor- ming voor artsen moet worden losgekoppeld van het feit of ze al dan niet de tarieven van de overeenkomst aanvaarden. Toch heeft de Nationale Commissie Geneesheren-Ziekenfondsen beslo- ten om de artsen die de Overeenkomst naleven, te belonen en ze heeft 9,832 miljoen euro vrijgemaakt om de accreditering te stimuleren. De ge- accrediteerde artsen die het akkoord 2012 volledig onderschrijven, zullen recht hebben op een forfaitaire accrediteringsvergoeding van 1.027,81 euro. Wie het akkoord weigert of het slechts gedeeltelijk aanvaardt, zal zich met 593,61 euro tevreden moeten stellen. |