background image
6 |
Medi-Sfeer 390
|
29 maart 2012
MS7103N
ActuAliteit
Akkoord artsen-ziekenfondsen 2012
Negen artsen op
tien hebben de
Overeenkomst 2012
aanvaard
Vincent Claes
Het aantal artsen dat het `mini'-akkoord artsen-ziekenfondsen 2012 onderschrijft, is bijzonder groot en ligt erg in
de lijn van het akkoord 2010. Er zijn meer specialisten dan huisartsen die de tekst hebben geweigerd (19,87% vs.
12,11%).
Voor sommige specialiteiten en in bepaalde arrondissementen werd de overeenkomst opvallend vaker
verworpen. Voor het eerst wordt het accrediteringsforfait aan het al dan niet respecteren van de tarieven binnen
de ziekteverzekering gekoppeld.
Na de gebruikelijke periode van dramatisering en categorieke uitspraken,
zoals "Onder deze voorwaarden ondertekenen we niet!", "Het overleg-
model is ten dode opgeschreven!", slaagden de artsensyndicaten en de
ziekenfondsen er op 21 december 2011 ­ dankzij het talent van Jo De
Cock, voorzitter van het Medicomut ­ dan toch in om een `mini'-akkoord
met een reeks één jaar geldende maatregelen uit de brand te slepen.
De artsen moesten enkel binnen de wettelijke termijnen te kennen ge-
ven of ze zich al dan niet akkoord verklaarden met de overeenkomst
door deze eventueel gedeeltelijk of volledig op te zeggen. Op 2 maart
heeft het RIZIV de toetredingspercentages bekendgemaakt: 87,89% van
de huisartsen en 80,13% van de specialisten zijn bereid om de tarie-
ven van de overeenkomst te hanteren. Zoals gewoonlijk stootte het ak-
koord artsen-ziekenfondsen duidelijk op meer verzet in Brussel (21,74%)
dan in Wallonië (16,06%) en in Vlaanderen (15,88%). In Brussel weigerde
1 huisarts op 5. In Vlaanderen daarentegen besloot slechts 1 huisarts op
10 om zich niet te conventioneren en dus niet het sociaal statuut te ge-
nieten: 4.324,69 euro voor volledig geconventioneerde artsen en 2.217,03
euro voor gedeeltelijk geconventioneerde artsen. In Wallonië weigerde
14,86% van de huisartsen het akkoord. Voor de specialisten lopen de re-
gionale gemiddelden minder sterk uiteen. Het toetredingspercentage be-
draagt 77,74% in Brussel, 79,02% in Vlaanderen en 83,10% in Wallonië.
Vergeleken met het akkoord van 2010 werd de Overeenkomst van 2012
iets beter onthaald door de huisartsen (87,89% vs. 87,68%) en door de
specialisten (80,13% vs. 80,04%).
>
>
Luxemburgse artsen staan op hun
vrijheid
De cijfers van het RIZIV brengen belangrijke verschillen tussen
bepaalde arrondissementen aan het licht die samenhangen met hun
sociaaleconomische kenmerken. De top drie van arrondissementen die
het akkoord verwerpen, zijn: Bastogne (met een weigering van 39,62%)
en Neufchâteau in de provincie Luxemburg (38,24%), en Veurne in
West-Vlaanderen (36,21%).
De arrondissementen met de meeste geaccrediteerde artsen zijn
Moeskroen in de provincie Henegouwen (met een toetreding van
93,33%), Philippeville (provincie Namen) (92,93%) en Doornik
(Henegouwen) (90,01%).
De toetredingscijfers wijzen ook op grote verschillen onder de spe-
cialisten: 7 dermato-venereologen op 10, 6 plastische chirurgen op
10, 1 gynaecoloog op 2 en meer dan 1 oogarts op 2 hebben beslist om
de tarieven van de overeenkomst niet toe te passen. Daarentegen legt
slechts 2,53% van de spoedartsen, 2,75% van de geriaters en 2,87%
van de specialisten fysische geneeskunde en fysiotherapie het akkoord
naast zich neer. Een opvallend hoog toetredingspercentage dus voor deze
laatste groep artsen, die de voorziene besparingsmaatregelen voor dit
jaar nochtans volop heeft gevoeld (6,693 miljoen euro op jaarbasis).
Zoals elke keer betreurde het Syndicaat van Vlaamse Huisartsen dat de
(de)conventioneringsstatistieken geen rekening houden met het aantal
werkelijk actieve artsen, waardoor het toetredingspercentage volgens het
SVH kunstmatig de hoogte wordt ingejaagd.
>
>
De beloning voor het
accrediteringsforfait
Merk op dat het akkoord 2012 voor het eerst conventionering en ac-
creditering met elkaar verbindt. Een `tegennatuurlijke' koppeling, die de
artsensyndicaten doet steigeren, zowel de BVAS als het GBO. De vak-
bondslui menen dat het gedeeltelijk vergoeden van de permanente vor-
ming voor artsen moet worden losgekoppeld van het feit of ze al dan niet
de tarieven van de overeenkomst aanvaarden.
Toch heeft de Nationale Commissie Geneesheren-Ziekenfondsen beslo-
ten om de artsen die de Overeenkomst naleven, te belonen en ze heeft
9,832 miljoen euro vrijgemaakt om de accreditering te stimuleren. De ge-
accrediteerde artsen die het akkoord 2012 volledig onderschrijven, zullen
recht hebben op een forfaitaire accrediteringsvergoeding van 1.027,81
euro. Wie het akkoord weigert of het slechts gedeeltelijk aanvaardt, zal
zich met 593,61 euro tevreden moeten stellen.