soms ligt een hartritmestoornis aan de basis. Het is belangrijk levensbedreigende syncopes te onderscheiden van goedaardige situaties. Risicostratificatie en gerichte doorverwijzing door de huisarts kan er toe bijdragen dat minder patiënten met syncope op spoedgevallen terechtkomen, waar weinig tijd is voor uitgebreide begeleiding. Medi-Seer sprak met dr. Jan Verwerft, cardioloog in het hartcentrum van Hasselt. trum. Na zijn opleiding bekwaamde hij zich verder in hartfalen in het thoraxcentrum van Rotterdam. Het idee van de klinische paden ontstond omdat patiënten met syncope vaak op spoedgevallen terechtkwamen en soms nodeloze onderzoeken moesten ondergaan. Nadat levensgevaar- lijke aandoeningen werden uitgesloten en de mensen gerustgesteld, werden ze vaak met veel vragen naar huis gestuurd. Daarom werd een risicostratificatie voorgesteld, waarbij eerst ernstige zaken worden nationale richtlijnen voor syncope. Men voorziet hierbij tevens een ge- stroomlijnde toegang tot tilt-test, ambulante EKG-monitoring, SCM, neu- rologisch, elektrofysiologisch en geriatrisch advies. Er werd tevens een specifieke vragenlijst en informatiebrochure omtrent flauwvallen voor de patiënten ontwikkeld. Ze ontvangen uitgebreide richtlijnen om met behulp van eenvoudige hulpmiddelen beter controle te krijgen over hun aandoening en syncopes in de toekomst te vermijden. zijnsverlies dat van korte duur is; snel begint; waarvan men snel, spon- taan en volledig recupereert en dat gepaard gaat met verlies van de pos- turale tonus. Deze definitie laat toe een onderscheid te maken tussen syncope en andere vormen van bewustzijnsverlies of sufheid die kunnen voorkomen bij onder andere epilepsie, metabole aandoeningen, intoxi- catie en CVA/TIA ( uitgesloten, trachten we de patiënten ambulant terug te zien, liefst samen met een familielid of iemand uit de omgeving die getuige was van het voorval, aangezien deze personen veel nuttige informatie kunnen geven over de omstandigheden en de uiterlijke kenmerken van het slachtoffer. Een vasovagale syncope ziet er voor de omstaanders vaak erg akelig uit: lijkbleke gelaatskleur, blazende ademhaling, ogen die wegdraaien.' en ondergaan daarom vaak neurologische onderzoeken, zoals EEG of CT- scan, terwijl die onwillekeurige samentrekkingen perfect kunnen passen bij een neuro-cardiogene syncope. Niet ritmisch of onregelmatig schok- ken hoeft dus niet noodzakelijk te wijzen op epilepsie (kaderstukje). In zeldzame gevallen kunnen mensen die reeds jaren worden behandeld voor epilepsie, cardiale ritmestoornissen vertonen. Bij therapieresistente epilepsie moet men aan deze mogelijkheid denken. Congenitale gevallen van verlengde QTc-tijd kunnen zich typisch met syncopes en myocloniën presenteren waardoor de kans bestaat dat ze fout gediagnosticeerd wor- den als epilepsie. Net als bij het Brugada-syndroom zijn de afwijkingen hierbij soms heel impressionant, maar soms ook bijzonder subtiel. syncope. een behoorlijk aandeel vertegenwoordigt. verwondingen. |