background image
40 |
Medi-Sfeer 390
|
29 maart 2012
gAstro news
om recidief te voorkomen. Zo verklaarde ze dat het risico van colorectale
kanker bij patiënten met MICI zeer dicht ligt bij het risico in de algemene
bevolking (5), wat ook ruimschoots werd bevestigd door de follow-up
van de populatie van Olmstedt (6). De screening van prekankerletsels is
bedoeld om de incidentie van darmkanker te verlagen, terwijl vroegtijdige
opsporing van kankerletsels de mortaliteit door darmkanker kan verlagen
(7). Er werden echter weinig prospectieve studies uitgevoerd, behalve
dan de analyse van St Marks Cohort die aantoonde dat van bijna de helft
van de prospectief gediagnosticeerde colorectale kankers de diagnose
werd gesteld na colonoscopie (8). Bij twijfel is biopsie door chromo-
endoscopie waarschijnlijk de beste analyse (9). Als de colonoscopie
10 jaar na het begin van de symptomen wordt uitgevoerd in plaats van
8 jaar, worden heel wat vroege diagnoses gemist (10). "We kunnen dus
alleen maar betreuren dat de aanbevelingen van de ECCO niet strikter
worden opgevolgd. In de dagelijkse praktijk worden heel wat kankers
gediagnosticeerd zonder colonoscopie (11)", vervolgt Denis Franchimont.
In de CESAME-studie (11) waren de voorspellende factoren, onafhanke-
lijk van colonoscopisch toezicht, de aanwezigheid van ulcereuze colitis
of een antecedent van colorectale kanker. Het staat overigens vast dat
het endoscopische aspect zeer voorspellend is voor de ontwikkeling
van colorectale kanker (normaal: OR = 0,38, aanwezigheid van post-
inflammatoire poliepen, OR = 2,29, colonstrictuur, OR = 4,62).
Chemopreventie met 5-ASA verlaagt het risico met 49% (p = 0,046) (12).
"Dat cijfer moeten we waarschijnlijk relativeren omdat de studies in deze
meta-analyse zeer heterogeen zijn. De eerder genoemde CESAME-studie
van haar kant wees op bescherming bij ulcereuze colitis maar niet bij de
ziekte van Crohn".
Thiopurines lijken geen beschermend effect te hebben, in tegenstelling
tot ursodesoxycholzuur waarvan de efficiëntie werd aangetoond in twee
studies (13, 14).
>
>
Conclusie
"Het verhaal is nog lang niet af", besluit Denis Franchimont. "Vooral
dankzij de studie van het menselijke genoom om vatbaarheidsgenen te
identificeren, maar ook dankzij de histopathologie, het onderzoek naar
weefselbiomerkers (MSI, KRAS, BRAF...)".
In de praktijk zouden enkele eenvoudige tips het colorectale risico bij
MICI aanzienlijk kunnen verlagen:
- analyse van de familiale antecedenten;
- opsporing van scleroserende cholangitis en hoogrisicopatiënten;
- de screening starten op basis van het begin van de symptomen in
plaats van op basis van de leeftijd van de patiënten;
- bij de biopsie gebruikmaken van chromo-endoscopie;
- de behandelingen optimaliseren om de slijmvliezen te laten genezen;
- mesalamine gebruiken vanwege de chemopreventieve eigenschappen;
- niet aarzelen om een protectocolectomie uit te voeren als die
geïndiceerd is.
Referenties
1.
EadenJ,etal.Gut2001;48(4):526-35.
2.
SöderlundS,etal.Gastroenterology2009;136(5):1561-7.
3.
JessT,etal.AmJGastroenterol2007;102(4):829-36.
4.
AsklingJ,etal.Gastroenterology2001;120(6):1356-62.
5.
WintherK,etal.ClinGastroenterolHepatol2004;2(12):1088-95.
6.
JessT,etal.Gastroenterology2006;130(4):1039-46.
7.
VanAsscheG,etal.JCrohnsColitis2010;4(1):63-101.
8.
RutterM,etal.Gastroenterology2006;130(4):1030-8.
9.
SubramanianV,etal.AlimentPharmacolTher2011;33(3):304-12.
10. LutgensM,etal.Gut2008;57(9):1246-51.
11. VienneA,etal.AlimentPharmacolTher2011;34(2):188-95.
12. VelayosF,etal.AmJGastroenterol2005;100(6):1345-53.
13. TungB,etal.AnnInternMed2001;134(2):89-95.
14. PardiD,etal.Gastroenterology2003;124(4):889-93.
Figuur 1: Cumulatief risico van darmkanker bij ulcereuze colitis.
0 5 10 15 20 25 30
25
20
15
10
5
1
C
umula
tief r
isic
o (%)
Tijd sinds de diagnose (jaar)