spelen in de pathogenese van de ziekte van Crohn. De klinische ervaring leert ons dat zeer vroegtijdig herval kan worden behandeld met antibiotica en verschillende onderzoe- kers hebben kunnen aantonen dat de intes- tinale bacteriële flora verschilt bij patiënten met de ziekte van Crohn. De groep van Cuc- chiara vond dat bacteriën aan de oppervlakte van enterocyten verschillen bij kinderen met de ziekte van Crohn. "Genome-wide associ- atiestudies tenslotte hebben een link kunnen bevestigen tussen niet-specifieke immuniteit, de manier waarop het lichaam reageert op in- testinale microbiota en de pathogenes van de ziekte van Crohn." ontwikkelingsaspect. Het immuunsysteem is namelijk nog niet volledig ontwikkeld bij de geboorte en bepaalde factoren zoals im- munoglobulines, maar ook Th2-gemedieerde immuniteit zijn nog immatuur. De Th1- of Th2-activiteit, welke een reflectie is van het cytokine profiel, zal variëren met de leeftijd. Een pasgeborene vertoont een Th2 of meer tolerant patroon ( tijdige presentatie van ernstige colitis bij een beperkte groep van patiëntjes waarbij im- muundeficiëntie, waaronder IL-10-deficiëntie, werd gevonden. Prof. Veereman: `We moeten steeds in gedachten houden dat de hele jonge patiëntjes anders zijn, dat we zeer voorzichtig meerde patiënten en dat conclusies die van toepassing zijn op IBD of ziekte van Crohn voor andere leeftijdsgroepen niet altijd van toepassing zijn op die eerste groep van zeer jonge patiëntjes.' bifida-gedomineerde flora ontwikkelen, ter- wijl bij baby's met flesvoeding een veeleer gediversifieerde flora zal ontstaan. dat het mogelijk is om die flora te moduleren door pre-of probiotica toe te dienen en zo ook bijvoorbeeld een bifida-gedomineerde flora te krijgen bij baby's die geen of slechts gedeel- telijk borstvoeding kregen. Borstvoeding is uiteraard nog steeds de beste voeding, maar speelt het ook een rol in de ontwikkeling van IBD? Hanson vond in 2002 dat borstvoeding immunologische tolerantie faciliteert en grote retrospectieve epidemiologische studie in Canada een verminderd risico op ziekte ziektes reageren enerzijds en het ontstaan van bepaalde aandoeningen anderzijds,' begon prof. Veereman haar invited lecture IBD and probiotics tijdens de sessie van de BeSPGHAN (Belgian Group of Pediatric Gastroenterology, Hepatology and Nutrition). `De manier waarop onze cellen interageren met endogene bacteriën zou verantwoordelijk zijn voor een zekere dysbiose en tevens cruciale invloed hebben op de ontwikkeling van inflammatie. Het gaat hier om een multifactorieel gegeven, waarbij naast kolonisatie, vaccinaties en infecties op jonge leeftijd een invloed kunnen hebben. Ondertussen ontstond ook het concept dat multipele noodzakelijke factoren in bepaalde combinatie en volgorde aan- wezig moeten zijn om het risico op een bepaalde ziekte te creëren.' Th2 |