background image
29 maart 2012
|
Medi-Sfeer 390
| 43
gAstro news
MS7021N
IBD en probiotica
Naar een lezing van prof. Veereman (UZ Brussel, VUB)
>
>
Niet-specifieke
immuniteit en intestinale
microbiota
Het is al lang bekend dat bacteriën een rol
spelen in de pathogenese van de ziekte van
Crohn. De klinische ervaring leert ons dat
zeer vroegtijdig herval kan worden behandeld
met antibiotica en verschillende onderzoe-
kers hebben kunnen aantonen dat de intes-
tinale bacteriële flora verschilt bij patiënten
met de ziekte van Crohn. De groep van Cuc-
chiara vond dat bacteriën aan de oppervlakte
van enterocyten verschillen bij kinderen met
de ziekte van Crohn. "Genome-wide associ-
atiestudies tenslotte hebben een link kunnen
bevestigen tussen niet-specifieke immuniteit,
de manier waarop het lichaam reageert op in-
testinale microbiota en de pathogenes van de
ziekte van Crohn."
>
>
Ontwikkelingsaspect
Specifiek bij pediatrische patiënten is het
ontwikkelingsaspect. Het immuunsysteem
is namelijk nog niet volledig ontwikkeld bij
de geboorte en bepaalde factoren zoals im-
munoglobulines, maar ook Th2-gemedieerde
immuniteit zijn nog immatuur. De Th1- of
Th2-activiteit, welke een reflectie is van het
cytokine profiel, zal variëren met de leeftijd.
Een pasgeborene vertoont een Th2 of meer
tolerant patroon (
Figuur 1).
In geval van IBD zien we soms een zeer vroeg-
tijdige presentatie van ernstige colitis bij een
beperkte groep van patiëntjes waarbij im-
muundeficiëntie, waaronder IL-10-deficiëntie,
werd gevonden. Prof. Veereman: `We moeten
steeds in gedachten houden dat de hele jonge
patiëntjes anders zijn, dat we zeer voorzichtig
moeten zijn in geval van immuun-gesuppri-
meerde patiënten en dat conclusies die van
toepassing zijn op IBD of ziekte van Crohn
voor andere leeftijdsgroepen niet altijd van
toepassing zijn op die eerste groep van zeer
jonge patiëntjes.'
>
>
Borstvoeding versus
flesvoeding
Baby's die borstvoeding krijgen, zullen een
bifida-gedomineerde flora ontwikkelen, ter-
wijl bij baby's met flesvoeding een veeleer
gediversifieerde flora zal ontstaan.
Uit verschillende interventionele studies blijkt
dat het mogelijk is om die flora te moduleren
door pre-of probiotica toe te dienen en zo ook
bijvoorbeeld een bifida-gedomineerde flora te
krijgen bij baby's die geen of slechts gedeel-
telijk borstvoeding kregen. Borstvoeding is
uiteraard nog steeds de beste voeding, maar
speelt het ook een rol in de ontwikkeling van
IBD? Hanson vond in 2002 dat borstvoeding
immunologische tolerantie faciliteert en
Koletzko (1989) toonde aan de hand van een
grote retrospectieve epidemiologische studie
in Canada een verminderd risico op ziekte
`Naast het menselijk genoom is ook het microbioom erg belangrijk gebleken met betrekking tot de manier waarop we op bepaalde
ziektes reageren enerzijds en het ontstaan van bepaalde aandoeningen anderzijds,' begon prof. Veereman haar invited lecture
IBD and probiotics tijdens de sessie van de BeSPGHAN (Belgian Group of Pediatric Gastroenterology, Hepatology and Nutrition). `De manier
waarop onze cellen interageren met endogene bacteriën zou verantwoordelijk zijn voor een zekere dysbiose en tevens cruciale invloed hebben op
de ontwikkeling van inflammatie. Het gaat hier om een multifactorieel gegeven, waarbij naast kolonisatie, vaccinaties en infecties op jonge leeftijd
een invloed kunnen hebben. Ondertussen ontstond ook het concept dat multipele noodzakelijke factoren in bepaalde combinatie en volgorde aan-
wezig moeten zijn om het risico op een bepaalde ziekte te creëren.'
Figuur 1: Th1 en Th2 activiteit in functie van de leeftijd.
Naar een afbeelding getoond door Dr Veereman tijdens haar invited lecture op
de Belgian Week of Gastro-enterology 2012
0
1
2
5 10 40 50 60 70 80 90
jaar
Th1
Th2